De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 404
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
tijdstromrng op die vleugel vat had, werd de positie daarvan
versterkt. De objectivistische vleugel was door de kerkstrijd
verdeeld en kreeg door haar synthese met de oude tijdstroming
steeds minder gehoor bij de jeugd.
S.U. Zuidema werd een indringend bestrijder van het
subjectivisme, het neo-mandsme, de dialectische theologie en de
existentialistische filosofie. Maar bij hem vond men naast
scherpzinnige analyses en een antithetische opstelling geen bredere
ontwikkeling van eigen systematisch denken. Hij kon dus weinig
bieden aan de medici, die vooral door het werk Allgemeine
Psychopathologie (1913) van Karl Jaspers werden geboeid. De
medici, die zich vooral met antropologische en wijsgerige vragen
bezighielden, waren de psychopathologen. Zij konden geen
aansluiting bij Lindeboom of Dooyeweerd vinden, en door de
betekenis van Freud, Jaspers en Binswanger voor hun vak, kwamen
ze vrijwel vanzelf onder invloed van het irrationahsme.
Vooral de medewerkers van de Valeriuskliniek stonden open
voor de fenomenologische en existentiaUstische benadering van de
mens. Bij L. van der Horst en later ook bij A.L. Janse de Jonge
was veel eerder van synthese dan van antithese sprake.
Van der Horst pubUceerde met medewerking van vier anderen
een werk met een dubbele titel: Medische Anthropologie en
Anthropologische Psychiatrie. Hij wilde het unieke van het menszijn
boven elk gebeuren verheffen. In zijn inleiding schreef hij dat het
werk een boek moest worden, waarin elke verhandeling uitging van
'de menschelijke vrijheid en de ongrijpbare kern van den mensche-
lijken persoon.' Het ging hem om de polaire relaties van deze
irrationele persoonskern. Zijn beschouwingen waren 'niet alleen
gebaseerd op het mysterie van de polaire krachten in de mensch,
maar ook op de existentiëele gemeenschap.' 'Het "ik" staat hier in
wezenlijke communicatie met den ander', schreef hij.
Naar mijn mening was deze medische antropologie niet
voldoende doordacht. In systematisch opzicht was er wel enige
overeenstemming tussen Van der Horst en Lindeboom, maar de
oudere psychiater was irrationahst en de jongere internist behoorde
tot een eerdere tijdstroming. Van der Horst nam de wisselwerking
tussen ziel en lichaam aan. Daarbij had hij behoefte aan een derde
element, een geest, persoon of ik, die ziel en lichaam integreert. De
moderne antropologie wijkt volgens hem uit voor een ziel-lichaam-
problematiek en 'gaat terug tot het oorspronkelijke en dagelijksche
398
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's