De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 385
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
vraagstellingen rondom de W. der Wetsidee, en ook niet over al wat sinds
'40 gepubliceerd was.
Met Dr Honig 'mocht' ik even nog al verschillen in 'waardeering' van Mr.
Stufkens.
Van de zijde van curatoren geen uitspraak over eenige benoeming dan de
mededeeling dat de beslissing nu bij heeren Directeuren ligt.
That is all!
Dr Honig een goed vriend uit studententijd van m'n broer, den medicus,
was zeer hartelijk en joviaal; Mr. Verdam was correct en zweeg in zeven
talen.
Ik was heelemaal vergeten, welke leeropdracht mij toegedacht is na de
wijziging door de faculteit. Heb wel gezegd, dat ik mij niet aan de studie
van de logica bezondigd heb na m'n studiejaren.
En nu maar afwachten, wat directeuren zullen doen.
Daarna kwam de teleurstelling. Directeuren hadden onvoldoende
geld en Waterink was met zijn voorstel dr. A. Kuypers te benoe-
men, eerder dan VoUenhoven geweest.
Het was echter slechts uitstel. In oktober werd Zuidema tot
bijzonder hoogleraar voor de Stichting Leerstoelen te Utrecht
benoemd en met ingang van 1 januari 1948 begon zijn loopbaan
aan de VU als buitengewoon hoogleraar in de wijsbegeerte. Na
enkele maanden van intensieve studie, noodzakelijk na het
langdurige kampleven, inaugureerde hij op 12 april 1948 te Utrecht
met een rede over Sartre: Nacht zonder dageraad, en op 9 juni 1948
te Amsterdam met een rede over het existentialisme getiteld: De
mensch als historie.
Gevolg van deze VU-benoeming was, dat VoUenhoven het
onderwijs in de logica kon beƫindigen. Daarom pubhceerde hij in
1948 zijn Hoofdlijnen der Logica. Zoals er een ontwikkeUngsUjn te
trekken valt van zijn inaugurele oratie Logos en Ratio naar de
transcendentale denkkritiek van Dooyeweerd, zo loopt er ook een
lijn van die oratie naar Hoofdlijnen der Logica. Die beide lijnen
geven dan zowel de overeenkomst in overtuiging als het verschil in
stijl, visie en detaillering weer tussen de beide zwagers.
VoUenhoven concentreerde zich nu geheel op de wortels van de
Westerse wijsbegeerte om een overzicht van het geheel en daarmee
ook van het hedendaagse denken te krijgen. Hem stond een
meerdelige Geschiedenis der Wijsbegeerte voor ogen, waarvan hij zelf
de eerste twee delen over de Griekse Wijsbegeerte zou willen
schrijven. Zijn leerlingen zouden daarna volgens zijn 'probleem-
379
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's