De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 374
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
In de S.S.R.-kring was dus nog levende belangstelling voor de
impulsen die Groen en Kuyper hadden gegeven, vooral volgens de
lijnen die Vollenhoven, Dooyeweerd, Schilder en ook Gerretson
hadden getrokken. Van die kant kwam een nieuwe inbreng bij de
VU, waar in die jaren de belangstelling voor Kuyper bezig was uit
te doven. Maar die inbreng had spoedig tot gevolg dat van Kuyper
werd afgeweken. Want Lever en Van de Fliert, die allebei uit de
S.S.R.-Utrecht kwamen, zouden samen de gangbare exegese van
Genesis ondermijnen en zelfs onmogelijk maken.
Vaak wordt Kuitert als gangmaker voorgesteld, die de historici-
teit van de hof van Eden losUet. Maar in 1950 was Kuitert als jong
predikant wel bezield van vemieuwingsideeën, maar toen meende
hij 'in alle oprechtheid' nog 'dat de wereld zeg maar 5.000 jaar oud
was en in zeven dagen geschapen.'
Van de Fliert en Lever pakten als geoloog en bioloog de
problemen anders aan. Zij zochten naar betrouwbare feiten. Kuitert
voelde veel meer een overbelasting aan gereformeerde traditie en
wilde ballast overboord zetten: 'Wat die ballast was, dat wist ik in
het begin niet, dat was juist het vreemde', zei hij.
Evenals Van de Fliert wilde Lever vasthouden aan de
gereformeerde behjdenis en de gereformeerde bijbeluitleg en
tegelijk de natuurwetenschappelijke gegevens op hun feitelijke
betrouwbaarheid onderzoeken. Ze geloofden dat de bijbel en de
feiten elkaar niet zouden tegenspreken.
Van de Fliert werd door Sizoo in 1950 betrokken bij het
congres over de ouderdom der aarde. Al twee jaar daarvoor had
Dooyeweerd aan Lever aangeboden zijn Utrechtse scriptie over het
biologisch soortbegrip om te werken tot een artikel in Phüosophia
Reformata. Dat gemeenschappehjke artikel van Lever en
Dooyeweerd, getiteld Rondom het biologisch soortbegrip, verscheen in
drie afleveringen in 1948, 1949 en 1950. Vervolgens werden Van de
Fliert, Lever en anderen, waaronder L. Vhjm, in 1949 hd van de
Christelijke Vereniging van Natuur- en Geneeskimdigen. Toen
Knoppers de descendentie- of afstammingsleer als hypothese wilde
aanvaarden, zei Lever dat hij de micro-evolutie wel, maar de
macro-evolutie niet aanvaardde.
In 1950 constateerde Lever dat de soorten niet constant zijn.
'Het staat vast dat er een evolutie der soorten plaats heeft in een
nauwe wisselwerking tussen ongerichte toevallige mutaties en het
selecterende miheu.' Typerend was dat hij tevens zelf een poging
368
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's