De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 399
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
21. Een nieuwe 'tijdstroming'
De Vrije Universiteit wilde zijn: vrij van de kerk en vrij van de
staat, soeverein in eigen kring. Maar via een regeling van 1908 was
de theologische faculteit niet vrij van de Gereformeerde Kerken in
Nederland. Het nauwe contact tussen die kerken en de VU leidde
tot vrijwillige inperking der vrijheid en tot verschillende spanningen.
Pas na de Tweede Wereldoorlog werd die band met de kerk losser,
zonder een totale verwijdering ervan.
Vanaf 1 januari 1947 kreeg de VU een ruime subsidie van de
staat. De studenten-almanak vroeg toen: 'I lost freedom?'
Van verlies der vrijheid kon men nog niet spreken, dat kwam
pas bij de 100% subsidie en de vereiste goedkeuring vooraf van de
VU-begrotingen, en ook toen bleef nog de belangrijke vrijheid tot
het doen van benoemingen. De VU mocht in 1947 alleen geen
hogere salarissen bieden dan de Rijksuniversiteiten en het totaal
van de uitgaven mocht niet meer bedragen dan 60% van die van
een Rijksuniversiteit. Daarbij viel de theologische faculteit buiten de
subsidie-regeling, die een percentage bedroeg van de gemaakte
uitgaven. Er was dus geen goedkeuring van de begroting nodig.
Voor nieuwbouw en kapitaalsuitgaven gold wel overleg en goedkeu-
ring vooraf.
Op deze financiƫle erkenning van de bijzondere instellingen,
mede gezien het goede optreden daarvan in de oorlog, volgde ook
een symbolische erkenning. Prins Bemhard accepteerde het
erelidmaatschap van het Studentencorps en op 29 januari 1948
kwam koningin Wilhelmina op bezoek bij de VU. Er was een
besloten bijeenkomst in de senaatszaal aan de Keizersgracht 162 te
Amsterdam en een plechtige vergadering in de Westerkerk.
De subsidie was een uitkomst voor de Faculteit der Wis- en
Natuurkunde en maakte de opbouw van een Faculteit der
Geneeskunde mogehjk. De enige hoogleraar in die laatste faculteit,
tevens directeur-geneesheer van de Valeriuskliniek en gewoon
hoogleraar van de Gemeente-universiteit van Amsterdam, prof. L.
van der Horst, werd niet de organisator van die nieuwe faculteit.
De hoogleraren G.J. Sizoo en J.F. Koksma moesten de eerste
hoogleraren zoeken en wel in de biologie als inleidend vak voor de
medische studie. Zij zochten contact met drs. J. Lever, die in
Utrecht werkzaam was. Naast Lever voor dierkunde werd L. Algera
393
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's