GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 373

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 373

De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

aanvaarden van de evolutie nog niet toe was. Maar Knoppers zei:

'Ik acht de andere conclusie bruikbaarder. Ziet men soorten komen

en verdwijnen, dan moet er een hypothese komen. Moet de

descendentie verworpen, dan moet er wetenschappelijk een andere

komen en dan is de opvatting dat de soorten er altijd geweest zijn,

moeilijker te aanvaarden.' Hij aanvaardde de evolutie als mogelijke

samenvatting der feiten.

Hiermee was men terug bij de vraag, die dr. J.P. de Gaay

Fortman in 1926, in het S.S.K Gedenkboek 1886-1926, had gesteld:

'Hoe staan wij tegenover de van wetenschappelijk standpunt goed

gebouwde constructie, de gedocumenteerde hypothese der lichame-

lijke descendentie?' Niet Knoppers (die ging in 1953 naar Amerika)

maar J. Lever zou dat vraagstuk energiek aanpakken en zich er

volhardend mee bezig houden.

J. Lever was in de traditie van Abraham Kuyper opgevoed. Hij

studeerde biologie te Utrecht en schreef al spoedig in het blad

Polemios, dat de ondertitel had: 'Oecumenisch-nationale publicaties

uit de S.S.R.-kring Utrecht.' Als één van de vier vaste medewerkers,

naast de verantwoordelijke redacteur G. Puchinger, schreef Lever al

in het tweede nummer over de Evolutierede van Kuyper: 'Een

rector roept een hele Universiteit ten strijde op.' Hij wilde Kuyper

niet canoniseren, maar wel navolgen. Hoe Kuyper-Aristos dom-weg

werd vereerd zonder in zijn spoor zelf verder te zoeken, vertolkte

hij in een studentengedicht, geschreven tijdens het synode-drama in

1943, dat op 19 februari 1949 in Polemios werd opgenomen:

In Kuyper's lijn?

Ronde, domme, dikke koppen

Trage, doffe, troeb'le ogen,

Eén ziener slechts van eed'le makelij:

Aristos, denker en genie was hij.

Is hij lang reeds weggezonken

In de diepe grauwe zee,

Om de zinkplaats, 't hoofd ontbloot,

In een kring, van liefde dronken.

Staan de boeren nog te loeren

Naar de bellen van beneê.

Concreter nog zei J. Stellingwerff dat in een artikelen-serie in

Polemios over: In de lijn van Groen van Prinsterer en Kuyper, ook

vandaag!

367

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 373

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's