Pionieren toen en nu. De geschiedenis van het Paedologische Institutuut in Amsterdam 1931-1989. - pagina 31
De geschiedenis van het Paedologische Instituut in Amsterdam 1931-1989
beste de gehele exploitatie van het p.i. over te doen aan
een zelfstandige stichting. Dit voorstel stuit op niet al te
veel weerstand van het Bestuur en zo wordt begin 1941 de
gehele exploitatie overgedragen aan de Stichting 'Het Pae-
dologisch Instituut'. Dat deze overdracht niet op al te veel
bezwaren stuitte, hoeft eigenlijk geen verbazing te wekken
want zowel Waterink als de Vereeniging hadden er baat bij.
De Vereeniging was verlost van een niet erg rendabel insti-
tuut en Waterink zag op deze manier zijn geesteskind be-
waard en zijn werkplek grotendeels verzekerd.
Het enige wat de Vereeniging en de Vrije Universiteit,
middels het p.i., nog met elkaar verbond was het gebouw
aan de Vossiusstraat. Dit was immers nog altijd het bezit
van de Vereeniging. Op voorspraak van Waterink wordt
voor deze kwestie een zeer elegante oplossing gevonden.
Het gebouw blijft in het bezit van de Vereeniging maar deze
betaalt voor het wetenschappelijke werk wat in het p.i.
wordt verricht, en waarvan natuurlijk ook de andere stich-
tingen kunnen profiteren, ƒ 2 2. o o o, - subsidiegeld aan de
v.u. Als tegenprestatie betaalt de v.u. keurig hetzelfde be-
drag aan huur aan de Vereemging. Op deze manier wordt
de hele zaak met 'gesloten' beurzen geregeld. Hiermee
komt officieel een einde aan de relatie van Waterink als
hoogleraar aan de v.u. en directeur van het P.i. met de
Vereeniging voor Opvang en Verpleging van Idioten en
Achterlijke kinderen.
Hiervoor in de plaats komt een relatie met de Stichting
'Het Paedologisch Instituut'. Initiatief tot deze stichting was
genomen door een viertal Amsterdamse en Rotterdamse
notabelen, te weten: de industrieel R. Dooyes; W. van Vliet,
directeur der Amsterdamse Maatschappij voor Jongeman-
nen; Mr. van Meetelen, substituut-griffeur en de directeur
van de Hollandse Koopmansbank, Mr. van Meer.
De Stichting 'Het Paedologisch Instituut' bestond uit een
Bestuur en een Dagelijks Bestuur. Tevens kende de stich-
ting ook nog een Curatorium waarin o.a. Mr. Dr. J. Don-
ner, oud-minister van Justitie en lid van de Hooge Raad zit-
ting had.
Buiten deze bestuurlijke en financiële reorganisatie be-
sloot Waterink ook tot een ander beleid ten aanzien van de
29
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989
Publicaties VU-geschiedenis | 72 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989
Publicaties VU-geschiedenis | 72 Pagina's