Is studeren ook al een last? - pagina 23
Een persoonlijke visie op enkele aspecten van de ontwikkeling tussen 1968 en 1996 van de Faculteit Geneeskunde van de VU, met een nadruk op onderwijs
leraar en leidt tot directeur-beheerder met dezelfde beloning als een
junior hoogleraar (f. 2789.- aanvangsschaal). Bij promotie zijn er over-
stappen van de tweede naar de eerste lijn mogelijk.
Het bestuur van de medische wetenschappelijke staf is tegen de twee
lijnen, iedereen moet de kans krijgen te promoveren. De promoven-
dus is niet in vaste dienst en behoort ook niet een plaats te krijgen in
de carrièrelijnen. De voorgestelde wetenschappelijke beambte heeft
geen didactische scholing en kan dus niet gelijkgesteld worden met
een leraar.
Ook de arts-assistenten beginnen zich te organiseren, zij steunen de
democratisering en komen met verlangens voor hun eigen positie. Zij
verzetten zich tegen de 80 tot 100-urige werkweek en wensen extra
bezoldiging voor nacht- en weekenddiensten.
In oktober 1969 signaleert het bestuur van de staf nog eens aan het
faculteitsbestuur dat er binnen sommige afdelingen problemen zijn die
ontstaan omdat de hoogleraar onvoldoende op de hoogte is van de ont-
wikkelingen van zijn vakgebied om de research te kunnen leiden.
Daarnaast ontbreekt het aan overleg en coördinatie op de afdelingen
en is er onvoldoende aandacht voor onderwijs en opleiding. In een uit-
gebreide correspondentie met de personeelsdienst probeert de BTW-
commissie achter de regels te komen die betrekking hebben op de aan-
stelling en bevordering van het wetenschappelijk personeel.
Uiteindelijk stelt de personeelsdienst dat uit de vraagstelling zoveel
ondeskundigheid blijkt, dat zij het zinloos acht de informatie te ver-
strekken, ook al omdat veranderingen besproken worden. Maar na
ruim een halfjaar ontvangt de B.T.W.-commissie toch eindelijk de
beoordelings- en inpassingsregelingen. Onrechtvaardigheden die in het
verleden plaatsvonden blijken vaker aan het afdelingshoofd te liggen
dan aan de personeelsdienst. Voor de arts-assistenten wordt het recht
op overwerkvergoeding erkend.
Januari 1970 staat in het kader van het rapport van de Commissie
Smallenbroek, handelend over de honorering van het wetenschappelijk
corps van de medische faculteiten. Deze commissie moest nagegaan of
de bestaande Querido-regeling, die voorzag in een extra toelage voor
medisch wetenschappelijk personeel, vervangen moest worden. De
commissie acht een bijzondere honorering opnieuw van belang omdat
de medische staf naast de universitaire taken ook taken uitoefent in het
kader van de volksgezondheid. Bovendien is het voor het verkrijgen
21
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2001
Publicaties VU-geschiedenis | 98 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2001
Publicaties VU-geschiedenis | 98 Pagina's