Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 22
De Vrije Universiteit 1880-2005
de schepping heeft God zijn wil en wet aan alle schepselen opgelegd. Heel de menselijke
werkelijkheid rust op die goddelijke scheppingsorde. Haar te kennen en te gehoorzamen
is de roeping van al Gods creaturen. Die gehoorzaamheid is bij Kuyper vooral actief, ze
gaat over tot de daad en eist de wereld op voor haar wettige Soeverein. De christen be-
lijdt zijn geloof niet alleen maar in de kerk. Hij beleeft het evenzeer in staat en maat-
schappij, want dat geloof is de zuurdesem die alles doortrekt. Een neutrale sector bestaat
voor hem niet. Hij wenst dus christelijk onderwijs, christelijke politiek, christelijke me-
dia en christelijke wetenschap. Waar dat alles ontbreekt, moet hij het zelf in het leven
roepen. Die behoeften worden niet door iedereen erkend, maar daar mag hij zich niet bij
neerleggen. Hij zal dus de strijd niet schuwen, om de beginselen van het geloof te doen
zegevieren over die van het ongeloof Die tegenstelling tussen geloof en ongeloof zal
Kuyper later de antithese noemen. De antithese maakt scheiding tussen vriend en vij-
and, tussen leven uit Gods genade en leven naar de menselijke natuur. Zij openbaart zich
op alle terreinen, en al sluit ze samenwerking niet uit, ze moet ons afkerig maken van
compromissen. De soevereiniteit Gods is absoluut en ongedeeld.
Deze denkbeelden konden niet zonder consequenties blijven. Kuyper kwam op voor
het goed recht van de calvinisten, die in kerk, staat en maatschappij een achtergestelde
groep vormden. In de politiek domineerden sinds 1848 de liberalen, in de kerk deden de
modernen hun invloed gelden. Beiden beschouwden hun levensbeschouwing als het
enige juiste antwoord op de eis des tij ds, en daarom als constituerend voor de samenle-
ving. Orthodoxie was in hun ogen steriel en ouderwets. Dan sprak het vanzelf, dat aan-
hangers van zo'n verouderd geloof geen aanspraak konden maken op benoeming in lei-
dinggevende functies. Dat kon het landsbelang niet dienen. Gereformeerden bleven dus
tweederangsburgers, die slechts getolereerd, doch maatschappelijk niet geaccepteerd
werden. Ze verdienden ook niet beter, want hun idealen waren volkomen achterhaald,
en zouden vanzelf in de vooruitgang gesmoord worden.
Wilden de gereformeerden dat lot te boven komen, dan zouden ze zich moeten weren.
Dat was wat Kuyper nastreefde, en hij was niet de eerste die hen in beweging wilde bren-
gen. De Haagse historicus, politicus en jurist Guillaume Groen van Prinsterer was hem
voorgegaan als de erkende leider van het orthodoxe protestantisme. Groen had twee
dingen gewild. Hij verlangde naar de dag dat de Nederlandse hervormde kerk de prak-
tisch bestaande leervrijheid zou inruilen tegen een krachtig belijden van haar oude con-
fessie. En hij wenste dat de Nederlandse staat zich niet langer zou laten leiden door de
beginselen van de Franse Revolutie. Het verwerpelijke van die revolutie lag voor hem
daarin, dat haar ideeën niet geworteld waren in het christelijk geloof, doch in ongeloof.
Hij ontkende niet dat de vertegenwoordigers van het in zijn dagen overheersende libera-
lisme veelal christenen waren. Maar hij was er wel van overtuigd dat hun politieke theo-
rieën gegrond waren in het ongeloof Die tegenstelling was voor hem fundamenteel, fei-
telijk dus reeds Kuypers antithese. Groen heeft zijn leven en werk in dienst gesteld van
die overtuiging. Maar hij miste Kuypers charisma, en al kon hij vooral in zijn streven
18 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's