Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 371

lijke traditie achter zich gelaten. De Vereniging wekte valse verwachtingen, als ze be-

weerde dat de Vrije Universiteit de eenheid van geloof en wetenschap wilde handha-

ven.'"^ Van der Waals bereikte niets. Toen de hoogleraar A.P. Bos deze kwestie aan de or-

de stelde in een vergadering van de universiteitsraad, werd hem op voorstel van de

verenigingsfractie het woord ontnomen.""

Toch zou de Vereniging haar verleden nooit helemaal kunnen vergeten, en ondanks

de interne kritiek van de zijde van het College van Bestuur werd dat van haar verwacht.

Zolang als de Vrije Universiteit bestaan had trok haar personeel het land in om de vu-

vrienden toe te spreken. Eerst gebeurde het op basis van vrijwilligheid, later in georga-

niseerde vorm. Vanaf 1998 werden de activiteiten gebundeld in het zo geheten vu-po-

dium, dat lezingen en andere activiteiten verzorgde in heel Nederland. De vragen

rondom geloof en wetenschap bleven daar de aandacht opeisen. In de programma's voor

het eerste halfjaar van 2004"' zijn voordrachten opgenomen van R. van Woudenberg

over 'Rede en Geloof en van R. Meester over evolutie, naast thema's die duidelijk door

de actualiteit bepaald waren, zoals 'Bijbel en Koran in gesprek', van A. Wessels. Opval-

lend is dat in het aanbod ook zondagse manifestaties zijn opgenomen. In haar opvatting

van het vierde gebod heeft de Vrije Universiteit in de eenentwintgste eeuw dan ook ge-

broken met haar verleden. In dat teken plaatste zij in 2003 nadrukkelijk al haar komende

activiteiten, door het traditionele nieuwjaarsconcert op een zondag te beleggen. Toen

was echter de positie van de Vereniging intussen veranderd. Dat zullen wij reserveren

voor de laatste afdeling van dit hoofdstuk.

HET COLLEGE VAN BESTUUR

In het College van Bestuur was het een komen en gaan, met als vaste elementen de door

de Vereniging benoemde leden: De Niet, diens opvolger A.W. de Jager, en de in 1984 in

die categorie opgenomen Brinkman. De verkiezing van leden vanuit de universitaire ge-

meenschap door de universiteitsraad werd in 1988 afgeschaft. Nadien telde het college

nog slechts drie leden, de rector en twee professionele bestuurders. Korte tijd later, in

1989, nam D.M. Schut het secretariaat over van de vervroegd uitgetreden Hoogen-

kamp, en in 1991 werd J. Donner lid van het college als opvolger van De Jager. Donner

en Schut hadden beiden aan de Vrije Universiteit gestudeerd. Donner was rector van

het vu-corps geweest, en was gepromoveerd over de vrijheid van het bijzonder hoger

onderwijs. Schut had als wetenschappelijk medewerker, staffunctionaris en faculteitsse-

cretaris"^ een lange ambtelijke loopbaan binnen de eigen instelling achter de rug. De ge-

prononceerde vu-kleur van het college bleef gehandhaafd toen Brinkman als voorzitter

werd opgevolgd door de hoogleraar G.W. Noomen, die sinds zijn eerste inschrijving als

student in de politicologie de Vrije Universiteit niet meer had verlaten.

Wij doen niemand tekort, als wij Brinkman binnen dit gezelschap als de domineren-

de figuur aanwijzen. Dat deed iedereen. Hij zette de universiteitsraad volledig naar zijn

PRIVATISERING VAN GELOOF 1980-2005 367

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen