Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 130
De Vrije Universiteit 1880-2005
meerde zede en het oordeel van het gereformeerde volk een beteekenis krijgen, die alleen
aan Gods Woord en de consciéntie toekomt'.'*3^ Om uit de impasse te geraken zou de
hoogste autoriteit vonnis moeten wijzen. Het woord was dus aan de ledenvergadering.
Die stelde zich volledig achter directeuren en curatoren.+39 De curator J.G. Scheurer
stelde een motie voor. De vereniging zou verklaren haar instemming te betuigen met di-
recteuren en curatoren. In het gevoelen van de senaat miste zij de nodige beslistheid van
overtuiging. De veroordeling van de senaat liet hij uiteindelijk vallen, en toen werd de
motie bij acclamatie aangenomen.
Voor de hoogleraren betekende het een duidelijke nederlaag."**" De senaat moest de
teugels strakker aantrekken. Toneelopvoeringen mochten nog slechts plaatsvinden in
besloten kring, en de rector zou vooraf van het stuk kennisnemen om vervolgens al dan
niet goedkeuring te verlenen.''*' Niet toevallig presenteerde A.A. van Schelven in de we-
tenschappelijke samenkomst van 1925 zijn 'Historisch onderzoek naar den levensstijl
van het calvinisme'.'t*^ Bemoeienis met de cultuur was geoorloofd, maar dan opdat wij
des te beter God zouden dienen, en niet bij wijze van genot. Rector Bouman gaf in zijn
jaarrede een wat afstandelijk commentaar op het gebeurde, met zijn eigen interpretatie
van Van Schelvens rede: zijn collega had laten zien, 'hoe moelijk het zelfs voor Calvijn
was, om bepaalde voorschriften te geven'.''*^ Tevens kon hij melden dat het studenten-
corps besloten had dit jaar geen lustrumviering te zullen houden, zodat er gelukkig geen
verschil van mening zou rijzen over de praktijk, nu men het over het theoretische deel
van het probleem eens geworden was.
Dat er van werkelijke eensgezindheid geen sprake was moet hem bekend geweest zijn.
De lustrumcommissie had wel degelijk voorgesteld een opvoering te houden in besloten
kring, maar de meerderheid van de corpsleden vreesde en wist, 'dat zeer invloedrijke
personen hun steun aan de Vrije Universiteit in dat geval zouden intrekken'. De
lustrumcommissie besloot toen haar taak neer te leggen. 'Ik wensch niet mede te werken
aan de organisatie van een studentenfeest,' verklaarde haar voorzitter H.A. Höweler,
'waarbij de incompetente massa zich de censuur aanmatigt.''M* Toen besloot men de vie-
ring ditmaal geheel achterwege te laten. Volgens rector corporis H. Bavinck was dat de
enige juiste weg. 'Wanneer men eenmaal de inzichten van anderen tot richtsnoer neemt,
is het einde niet te zien.'**' Dat is nu precies wat een andere H. Bavinck in zijn plaats wel
gedaan zou hebben, al zou het niet van harte geweest zijn. De neef weigerde de conces-
sies te doen die zijn oom tot tweede natuur geworden waren. Zo begonnen studenten en
achterban uit elkaar te groeien. Al was de beweging van de jongeren vastgelopen, de
dorst naar cultuur bleef ongestild. Zou deze generatie zich daar geen rekenschap van ge-
ven, dan moest het de volgende des te zwaarder vallen, de eenheid des Geestes te bewa-
ren door de band des vredes.
126 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's