Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 344

met de doelstellingen zou dan bestaan in het ontwikkelen en concretiseren van die kri-

tiek.

Het Bezinningscentrum kwam pas tot stand toen de universiteit al ruim acht jaar had

moeten werken met de nieuw geformuleerde grondslag en de doelstelling. Dat is opmer-

kelijk laat, als we in aanmerking nemen dat al in 1971 een maandblad begon te verschij-

nen dat de nieuwe Vrije Universiteit presenteerde aan een breder publiek. Een eerste

aankondiging van dit VU-magazine meldde, dat het erom ging de betrokkenheid van de

Vrije Universiteit bij de maatschappij tot uitdrukking te brengen. Het wilde die bood-

schap ook in ruime kring bekendmaken, want de beoogde oplage lag om en nabij de

150.000. Voorzitter van de redactie was Schippers, vice-voorzitter de curator Thijs Booy.

Overige leden waren de hoogleraar communicatiewetenschappen E. Diemer, de psycho-

loog drs. P.J.G. Keuss, het hoofd van de landelijke organisatie H. Rudolphi en de direc-

teur D. Schut. Later werd daar nog de biofysicus Joh. Blok aan toegevoegd. De dagelijk-

se leiding kwam te berusten bij de beroepsjournalist Ben van Kaam.^^"*

Het eerste nummer verscheen in september 1971, en gaf dadelijk een goed beeld van

de wijze waarop de redactie haar taak opvatte.^^5 Van de tien artikelen ging er één over

een toen veelbekeken televisieprogramma, een ander over de hortus botanicus, een der-

de over landbouwvoorlichting op de Veluwe, en een vierde over experimentele loopthe-

rapie. Al de overige bijdragen vertoonden een politieke strekking. Het openingsartikel

ging over de strijd tegen kernbewapening. Daarop volgde een korte uitleg van de beteke-

nis van het nieuwe studievak polemologie. In de sfeer van het onderwijs lag ook het der-

de artikel, over ontwikkelingseconomie, een verplicht vak voor alle studenten van de

economische faculteit. Verder schreef J.P. Feddema over christendom in een apart-

heidssamenleving, Jac. van Veen over het kraken van leegstaande woningen, en Marja

Meerburg over de gereformeerde actiegroep die opereerde onder de naam Synoodkreet.

Dat eerste nummer was inderdaad wel reeds een vlag die de lading dekte. In de hele eer-

ste jaargang springen er vooral vier thema's uit: vredesvraagstukken, zorg voor het mi-

lieu, ontwikkelingshulp, en de toestand in Zuid-Afrika, dat nog onder het apartheidsre-

gime leefde. Verder is er aandacht voor kerk en samenleving, voor grenzen aan de groei,

en voor bedenkelijke kanten van de strafrechtspleging. Ook in de latere jaargangen valt

een tamelijk nadrukkelijke politieke accentuering vast te stellen, soms ook over de gren-

zen van de wetenschap heen. De algemene tendens ging meer in de richting van de PPR

dan van het CDA, om maar te zwijgen van de kleine christelijke partijen.

De ontvangst van het blad beantwoordde niet geheel aan de verwachtingen. Aan alle

145.000 contribuanten en WH-spaarsters was schriftelijk gevraagd of zij zich wilden

abonneren. Begin november waren er al 65.000 negatieve reacties binnengekomen.

Sommigen vonden de werving te agressief, anderen klaagden over de hoge prijs, en een

derde groep kwam met 'het oude bezwaar tegen het onderwijs binnen de theologische

faculteit en het optreden van de Vrije Universiteit naar buiten'.3^*^ Het Reformatorisch

Dagblad betwijfelde of alle stemmen aan het woord zouden komen: Van Riessen even-

340 EEN HOEKSTEEN IN HETVERZUILD BESTEL

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen