Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 266
De Vrije Universiteit 1880-2005
deze vragen werd sterk gevoed vanuit zendingskringen. De eerste plannen en reacties
verrieden dan ook duidelijk hun christelijke herkomst. Maar er trad spoedig een flinke
verschuiving op. J.H. Bavincks opvolger D.C. Mulder omschreef de veranderde doel-
stellingen van de zending in deze bewoordingen: 'het gaat steeds meer om dienst aan
mensen in nood, om bevordering van gerechtigheid, en om sociaal-economische op-
bouw. De idee van het Koninkrijk Gods en zijn gerechtigheid lijkt belangrijker te zijn ge-
worden dan die van kerkplanting."93 Daarom, zo zou men eraan kunnen toevoegen, heeft
de als theoloog opgeleide zendeling zijn tijd gehad. De nieuwe christelijke opdracht moet
worden uitgevoerd door economen, door medici, door ingenieurs en antropologen. Die
bouwden het Koninkrijk op, en of daar ooit een kerk kwam te staan zou de toekomst le-
ren.
Zending en ontwikkelingshulp werden nog met elkaar verbonden in de eerste beleids-
nota die aan de Vrije Universiteit over deze vragen is voorgelegd: de nota-Lever van
1961. Die stelde voor dat de universiteit zich dienstbaar zou maken aan de ontwikke-
lingslanden en aan de zending.'94 Dat eerste plan was nogal primitief en bevatte voorstel-
len die nooit tot uitwerking zijn gekomen. Maar op één punt heeft het in elk geval de
koers uitgezet: Lever pleitte er reeds voor stafleden uit te zenden om hulp te bieden bij
de uitbouw van universiteiten.'95 Dat is inderdaad een kernstuk van het vu-beleid ge-
worden. Er was toen al een Commissie Ontwikkelingsgebieden gevormd, onder voorzit-
terschap van Onvlee, met mevrouw Van der Molen, Bavinck, G. Kuiper Hzn en Lever
als leden.'9^ In 1966 droeg zij haar taak over aan de Commissie Buitenlandse Betrekkin-
gen. Tevens werd een Bureau Buitenland opgericht, onder leiding van drs. A. van
Noord.'97 Dat was de grote opgave voor het heden en de nabije toekomst. In die zin
sprak president-curator Meynen de jaarvergadering in zijn slotwoord toe: 'persoonlijk
zou ik geneigd zijn u voor te stellen allereerst onze gezamenlijke aandacht te richten op
het probleem van de ontwikkelingslanden.''9^
Overeenkomstig het plan-Lever begon de universiteit in de jaren zestig met een drie-
tal langlopende begeleidingsprojecten.'99 Het ging om het Murray College in West-Pa-
kistan, de Universitas Kristen Satya Watana te Salatiga in Indonesië, en de Université
Libre du Congo, de meest ambitieuze onderneming. Elders beperkte men zich tot het
geven van onderwijs in tamelijk willekeurig gekozen vakken, aan het Murray College
bijvoorbeeld natuurkunde en economie. Het Congo-project had ten doel een nieuwe
Vrije Universiteit te stichten in Afrika, met brede steun vanuit Nederland. In de cursus
1970-1971 werkten daar ongeveer dertig Nederlandse docenten. In 1972 werd de sa-
menwerking vrij plotseling stopgezet. De Congoleese regering reorganiseerde het hele
hogere onderwijs en sloot buitenlanders uit de topfuncties uit.^ Zo kwam een einde aan
de weinig realistische droom een geheel andere cultuur in een ver en vreemd werelddeel
te begiftigen met een te weinig doordacht Nederlands concept voor een universiteit op
oecumenisch christelijke grondslag.
Toch was het niet onlogisch dat men deze weg insloeg. In vroeger tijden hoefde nie-
262 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's