Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 49
De Vrije Universiteit 1880-2005
uit te spreken, 'dat het wenschelijk is, in 't centrum der stad een flinke sociëteit op te
richten'.'9^ De lees- en conversatiezaal in het hospitium was het eerste antwoord op die
vraag. Als trefpunt kwam ze weinig tot ontwikkeling'^', en toen de senaat in 1890 op
die zaal voor zijn vergaderingen beslag legde week het corps uit naar The American Bar
aan het Rokin.''** De locaties wisselden echter nogal eens'^', en tussen de verhuizingen
vielen lange onderbrekingen. Zoals de realisten beseften, was het corps voor een eigen
sociëteit eenvoudig nog te klein.^"
Volgens Kuyper was het niet moeilijk lid te worden van het corps. De Vrije Univer-
siteit was immers 'een hoogeschool, waar geen angst voor boos ontgroenen de gespannen
verwachting ontnuchteren komt'.^' Toen de aankomende student A.G. Honig in 1884
bij Fabius naar een groentijd informeerde, antwoordde die zeer beslist: dat heidense ele-
ment kennen we hier niet. Honigs eigen ervaring kwam daar niet geheel mee overeen,
want in het kleine corps waren de meningen verdeeld.^"^ Sommigen vonden dat wat tijd
van verplichte kennismaking heette ook niets meer dan dat zou moeten zijn, maar ande-
ren achtten het hun taak in de nieuwelingen 'pedanterie en hoogmoed te cureeren'.^3 In
elk geval kwamen reeds in 1891 de eerste klachten binnen bij de academische senaat^""*,
en het bleef gebruik dat aan de noviet opdrachten verstrekt werden: een boodschap
doen, een vers maken, een opstel schrijven, een toespraak houden, een stelling verdedi-
gen tegen een jaargenoot. Hij was niet tot gehoorzaamheid verplicht, schreef de student
Ferwerda in het corpsorgaan^^s^ maar de mos bracht het wel met zich mee. Lichamelijke
aanraking of scheldwoorden hoefde hij echter niet te dulden.
Wat het corps hem dan te bieden had bestond in de eerste plaats uit de vriendschap
van zijn medeleden. Bij ontstentenis van een sociëteit beleefde hij die vooral in de dispu-
ten, de zogenaamde oratorische verenigingen. In de negentiende eeuw waren er nog niet
meer dan drie, Demosthenes, lumbo en Forum. Ouderen oriënteerden zich meer op de
faculteitsverenigingen, want de vu-student van de eerste generaties lijkt tamelijk ernstig
en studieus te zijn geweest. Ter wille van de lichamelijke conditie waren er in de tuin
achter het hospitium wel enige gymnastiektoestellen geplaatst^"^, maar hun weldra ver-
waarloosd uiterlijk wekte geen hoge verwachtingen omtrent het fysieke welzijn van de
studenten. De even martiale als initiatiefrijke J.G. Geelkerken vond een antwoord. Hij
richtte in 1902 de gymnastiek- en schermvereniging Ursus op, die met 19 leden een
veelbelovende start maak te. ^'
Maar zoals de ouden al zeiden, Sparta's geschiedenis kennen wij slechts omdat Athe-
ne die heeft beschreven. En zo weten we van Ursus, omdat er een studentenpers be-
stond. De eersteling Vox Corporis heeft het in 1891 bij één nummer moeten laten, dat
zijn kortstondige faam ontleende aan de felle aanval op Fabius door zijn verongelijkte
leerling Tieme de Vries.^^ In 1897 echter kwamen er twee opvolgers tegelijk: NilDespe-
randum Deo Duce, en het Gereformeerd Studentenblad. In 1896 was het namelijk tot een
scheuring in het corps gekomen, rondom de vraag: generaal of speciaal? Met generaal
bedoelde men dat alle ingeschreven studenten tot het corps moesten kunnen toetreden.
ALLEEN OP WEG 1880 1905 45
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's