Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 171
echter reeds een aantal, naar het oordeel van het VSF-bestuur ongewenste, ontwik-
kelingen tot stand g e k o m e n " Verschillende leden van het technisch en admini-
stratief personeel verrichten, tegen betaling en formeel buiten de ambtelijke werk-
tijd maar met gebruikmaking van de technische en ruimtelijke faciliteiten van de
subfaculteit, diensten ten behoeve van CIGARS Aan Van Hinte wordt op de meest
duidelijk wijze te kennen gegeven dat aan de betrokken activiteiten in hun huidige
vorm ogenblikkelijk een einde dient te komen. Desgewenst kan Van Hinte binnen
de kaders van de VSF een project openen om bepaalde activiteiten voort te zetten.
Niet veel later gaat CIGARS failliet.
Intussen heeft Utrecht begin 1986 een beleidsnota laten verschijnen waarin de
gebondenheid aan de (verlengde) herstructureringsovereenkomst aardwetenschap-
pen opzij gezet lijkt te zijn Utrecht claimt belangrijke onderdelen van de mariene
aardwetenschappen en is voornemens daartoe een interne werkgroep op te zetten^^
De VU verwijt Utrecht gelegenheidskeuzes en constateert dat Utrecht geen partner
wil zijn in, hoogstens partner van, een Amsterdams MAC. Vestiging van een lande-
lijk geaccepteerd nationaal marien geologisch centrum aan de VU wordt daarmee
steeds onwaarschijnlijker, ook al wordt medio 1987 nog gemeld dat er met Utrecht
en Delft grotendeels overeenstemming bestaat over een op te richten Stichting
"Nederlands Geomarien Centrum". Intussen blijven de VSF/FdA zich inzetten voor
het erkennen en onderbrengen van een zogenaamde geconcentreerde landelijke
AlO-opleidmg op het terrein van de mariene geologie aan de VU. Uiteindelijk komt i69
medio 1988 het principiƫle akkoord van het ministerie af Het zal er uiteindelijk
pas m het najaar van 1990 van komen en dan met, zoals beoogd, in het kader van
een Geomarien Centrum Amsterdam, met de formele instelling waarvan de raad
van de FdA in maart 1988 nog akkoord ging. Pas m de vroege jaren ' 9 0 , wanneer
met Utrecht de interuniversitaire onderzoeksschool NSG wordt opgericht, zal de
VU-participatie daarin officieel worden gebundeld in het lokale onderzoeksinstituut
"Centre for Marine Earth Sciences" Maar dat Centre is weinig meer dan een papieren
constructie. Met het verwerven van het penvoerderschap van NSG heeft de VU zich
uiteindelijk weliswaar van een zekere centrale positie op het nationale geologische
speelveld weten te verzekeren (zie ook hoofdstuk 5), maar de facto is binnen de
sedimentaire geologie aan de Vrije Universiteit de mariene geologie inmiddels niet
langer (alleen) toonaangevend.
De ontwikkeling van de mariene geologie aan de VU is in een aantal opzichten
uiterst succesvol verlopen. Het onderzoek nam vanaf ca. 1980, ook door financiering
vanuit de 2e en 3e geldstroom, sterk in omvang toe en leidde vanaf de tweede helft
van de jaren '80 tot een belangrijke stroom van promoties. Er werd op aanzienlijke
schaal, zowel door staf als senior studenten, geparticipeerd in zeegaand onderzoek.
Studenten kozen massaal voor de nieuwe specialisatienchting. Nationaal en met
name na afloop van de TVC-operatie, vormde de mariene geologie de belichaming
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's