Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 173
De Vrije Universiteit 1880-2005
om niet in amateuristisch geknutsel te vervallen.^'3 Dat de ex-predikant Vollenhoven
aan de Vrije Universiteit als theoloog was opgeleid, speelde in Hepps overwegingen
geen waarneembare rol.
Tot zover ging het om een tamelijk onvruchtbare professorenruzie. Ernstiger werd de
kwestie pas toen de theologische faculteit in haar geheel met bezwaren kwam. Zij achtte
het niet nodig dat Vollenhoven zijn eigen filosofie aan haar studenten onderwees. Het
was genoeg als hij een overzicht gaf van de voornaamste wijsgerige stelsels in heden en
verleden, 'met een enkel woord vanuit gereformeerd standpunt'.^74 De faculteit liet zich
niet uit over de vraag of dat gereformeerde standpunt niet noodzakelijkerwijs zou moe-
ten leiden tot een eigen filosofie, indien calvinistische wetenschap pretendeerde meer te
zijn dan een toegevoegd element. Impliciet sprak zij hiermee echter uit, dat de wijsbe-
geerte der wetsidee in die behoefte niet voorzag. Haar tweede bezwaar was dan ook tegen
de inhoud van die filosofie gericht. Vollenhoven behandelde in de samenhang van zijn
stelsel ook theologische vraagstukken, 'in een geest waarmede de faculteit het niet eens
mag zijn'.^75 Het voornaamste punt van verschil was dan de kwestie van de onsterfelijke
ziel.
De curatoren hadden met de predikanten Ferwerda en W.A. van Es twee theologen
in hun midden, en sympathiseerden eigenlijk wel met de faculteit. Bij de opening van de
jaarvergadering in 1939 stelde Ferwerda de zaak voor als een generatieconflict.^'^ 'Er is
in een vrij breeden kring van onze jongeren een progressief, reformatorisch elan, dat iets
aantrekkelijks heeft, maar ook iets onstuimigs en onbeheerschts, iets overdreven zelfs,
alsof nu eerst het volle licht van de calvinistische gedachte gaat doorbreken. Daartegen-
over staan vele ouderen min of meer gereserveerd om niet te zeggen bezorgd. Ze willen
ook graag vooruit en weten even goed als die jongeren, dat door Kuyper en Bavinck het
laatste woord niet gesproken is, maar meer bezadigd, matigen zij hun reformatorisch
tempo.' Enerzijds dus de bezadigde Hepp, die graag vooruit wilde, anderzijds de onstui-
mige midden-veertigers Vollenhoven en Dooyeweerd, die zich in jeugdige geestdrift te
veel lieten gaan.
Maar ook als deze interessante karakteranalyse juist zou zijn, hielden curatoren de
plicht een oplossing te zoeken. Zij deden dat door een commissie te benoemen, bestaan-
de uit de hoogleraren Aalders, Grosheide, Waterink, Woltjer, Dooyeweerd en Rut-
gers.^'' De meesten waren zelf partij in het geding, en hoe al deze heren het met elkaar
eens zouden kunnen worden gaven curatoren niet aan. De commissie heeft dan ook
nooit gerapporteerd. Van Es kon tijdens de oorlog vanuit zijn woonplaats Leeuwarden
moeilijk meer functioneren, Ferwerda werd in 1944 door de bezetters om het leven ge-
bracht. Daarmee verdween bij curatoren de behoefte aan een regeling van het geschil.
Over de hele zaak werd eenvoudig niet meer gesproken^'*, al werden de beschuldigin-
gen nooit ingetrokken. Ze hebben Vollenhoven diep geraakt. Ook als ze geen littekens
hebben nagelaten, schreef Zuidema bij Vollenhovens afscheid, dan zijn ze hem in elk
geval door hart en nieren gegaan.^'9 Achteraf maakt de hele episode een miserabele in-
CHRISTELI)KE WETENSCHAP 19261955 169
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's