Een handvol filosofen - pagina 329
Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012
2 Terugblik 32J
Hoewel definanciëlesituatie van het instituut vanaf het begin wankel is geweest - het
was zelfs genoodzaakt om het instituutsgebouw aan College Street 229 te verkopen
om schulden te kunnen voldoen - bestaat het na ruim vijfenveertig jaar nog steeds. Al
lijken de financiën er sinds 2010 beter voor te staan, de lasten van het instituut zijn
niet gering. De studenten zijn afkomstig uit vele landen, van Australië, Japan en
Zuid-Korea tot Rusland, West-Europa en Zuid-Amerika. Hun aantal is klein geble-
ven, per jaar slechts enkele tientallen. Naast studenten die voltijds aan het instituut
studeren, zijn er anderen die een deeltijdse studie doen en die ook studeren aan de
universiteit van Toronto of een andere instelling.
2 Terugblik
De Centrale Interfaculteit werd in vrijwel de hele periode van haar bestaan, van 1964
tot 1987, geconfronteerd met bepaalde spanningen, zowel in eigen gelederen als in
haar relaties met andere faculteiten. Enerzijds was zij een bolwerk van de reforma-
torische wijsbegeerte die door Zuidema, Van Riessen en Troost op strijdvaardige
wijze werd verdedigd. Anderzijds lokte de stelligheid waarmee zij deze wijsbegeerte
doceerden bij een aantal studenten zoveel kritiek uit, dat zij zich van hen afkeerden
en openlijk protesteerden. Ook vervreemdden zij zich van collega's van andere fa-
culteiten, die hun politieke en kerkelijke opvattingen als reactionair beoordeelden.
Smit profileerde zich minder duidelijk dan Zuidema cum suis, maar hij deelde door-
gaans hun opvattingen wel. Hoewel deze hoogleraren terecht constateerden dat de
Vrije Universiteit in de jaren zeventig en tachtig haar koers verlegde en een ruim
beleid ging voeren inzake benoemingen van wetenschappelijk personeel en dat bij-
gevolg de betekenis van de doelstelling van de universiteit werd gemarginaliseerd,
werd hun houding niet gekenmerkt door meedenken in een veranderende univer-
sitaire situatie, maar door confrontatie. Vanwege hun compromisloze verdediging
van de reformatorische wijsbegeerte, die zij beschouwden als een integraal-christe-
lijke filosofie en als een filosofie die antithetisch stond tegenover verschijnselen van
'afval' van het doelstelling van de Vrije Universiteit, traden zij op als 'hoeders' van
de doelstelhng en bevorderden zij dat de Cenrale Interfaculteit binnen de univer-
siteit in een isolement terecht kwam. Dit laatste was een onbedoeld effect van hun
optreden, dat zij echter aanvaardden als een gevolg van hun radicaal-christelijke fi-
losofie.
De meerderheid van de wetenschappelijke staf van de Centrale Interfaculteit was
de reformatorische wijsbegeerte niet alleen toegedaan, maar zij werd er ook door
geïnspireerd. Deze wijsbegeerte met haar visie op de modale aspecten van de mense-
lijke ervaringswerkelijkheid motiveerde hen in hun onderwijs in de wijsgerige vor-
ming in andere faculteiten en/of in hun onderwijs en onderzoek in diverse vakfilo-
sofische richtingen.
Hoewel Van Peursen geen aanhanger van deze wijsbegeerte was, steunde hij de
wijsgerige vorming en de uitbreiding van de vakfilosofische richtingen, maar wel op
grond van zijn eigen argumenten. Hetzelfde gold voor de theologen die een leer-
opdracht in de filosofie hadden, Meuleman en Mulder, en die ook lid van de Cen-
Democracy without Secularism (2012).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's
![Een handvol filosofen - pagina 329](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/publicaties-vu-geschiedenis/een-handvol-filosofen/2013/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's