GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 142

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 142

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

138 IV Consolidatie en kritiek (i945~J964)

een zo laag polemisch niveau te werk, dat zij volgens hem afbreuk deden aan de 'eer

en goede naam' van het blad. Hij wenste zijn naam niet te blijven verbinden aan een

blad, waarvan de redactie niet in staat bleek tegen hen op te treden/ Dooyeweerd

vond dat hij zijn tijd beter kon besteden aan wetenschappelijk onderzoek en stapte

in 1948 uit de redactie. Zijn opvolger als hoofdredacteur werd oud-premier mr. P.S.

Gerbrandy, die met de Utrechtse historicus prof.dr. F.C. Gerretson fel van leer trok

tegen het beleid van de Nederlandse regering dat gericht was op de erkenning van

Nederlands Oost-Indie als een onafhankelijk Indonesië.

In zijn artikelen in Nieuw Nederland teerde Dooyeweerd niet op oude kost. Tij-

dens de oorlog had hij zich geconcentreerd op de filosofische antropologie en in

verband daarmee opnieuw studie gemaakt van de filosofie van de Grieken en Ro-

meinen, kerkvaders en middeleeuwse denkers. Na de oorlog had hij dit onderzoek

voltooid en in 1949 verscheen het eerste deel van Reformatie en scholastiek in de

wijsbegeerte. In dit eerste deel, getiteld Het Griekse voorspel, gaf hij in bijna vijfhon-

derd pagina's een uitgebreide behandehng van de praesocratici en Plato. Hij analy-

seerde het religieuze grondmotief dat aan het Griekse denken ten grondslag lag en

dat de sleutel zou bieden tot het begrijpen van de dialectische ontwikkelingsgang die

voor het Griekse denken kenmerkend was; het aristotelische vorm-materieschema

zou volgens hem een meer universele en diepere achtergrond hebben dan men er ge-

woonlijk aan toekende.'

Dooyeweerd had grootse plannen, maar het zou bij het eerste deel blijven. Wel-

iswaar had hij in de jaren veertig het manuscript van het tweede deel over het scho-

lastieke denken in de katholieke traditie voltooid, maar hij realiseerde zich dat na

de oorlog zoveel nieuwe literatuur van katholieke zijde was verschenen dat hij zijn

manuscript ingrijpend zou moeten herschrijven. De tijd en de lust ontbraken hem

om dit karwei te klaren. Ook het derde deel over de filosofische antropologie in het

licht van de wijsbegeerte der wetsidee, hoewel ten dele geschreven, zou het daglicht

niet zien.*

Dat hem tijd en lust ontbraken, kwam onder andere voort uit zijn besef dat hij

in zijn filosofische antropologie niet voorbij kon gaan aan evolutietheorieën. Hij

had gewenst dat een geestverwante bioloog die problemen deskundig uiteen zou

zetten. Aan het eind van de jaren veertig had hij in de bioloog J. Lever, die in 1952

hoogleraar aan de Vrije Universiteit zou worden, zo'n geestverwant ontdekt, maar

verschillen van inzicht hadden na enkele jaren verwijdering tussen hen gebracht.

Dooyeweerd kon bepaalde onderdelen van de door Lever voorgestelde evolutiehy-

pothese omtrent het ontstaan van het eerste leven en van de mens via de dierlijke lijn

niet in overeenstemming brengen met zijn theorie van wetskringen.'

Gebrek aan lust en tijd kwam ook voort uit het feit dat hij naast het schrijven van

Reformatie en scholastiek m de wijsbegeerte tegelijkertijd bezig was geweest met

2 Aldus Dooyeweerd m een brief (12 juni 1948) aan de redactie van Nieuw Nederland, in archief Dooyeweerd,

Lade I 4

3 Dooytwterói, Reformatie en scholastiek in de wijsbegeerte, f 10 Voor een kritische bespreking van dit werk

van Dooyeweerd, zie Bos, 'Dooyeweerd en de wijsbegeerte van de oudheid', pp 197-227.

4 Zie voor een uiteenzetting van Dooyeweerds plannen zijn 'Voorbericht' in Reformatie en scholastiek, pp

9-13 O o k Stellingwerff, De Vnje Universiteit na Kuyper, pp 384-389

5 Meer over Dooyeweerd en Lever, zie Verburg, Herman Dooyeweerd, pp 350-360 Ook Stellingwerff, De

Vnje Universiteit na Kuyper, pp 367-376

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 142

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's