GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 59

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 59

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

II Geesink, de onverstoorbare 55

voorlichting te geven over de gereformeerde beginselen, maar het viel hem zwaar.

D e drukker zat elke week op zijn kopij te wachten. Hij móest schrijven en voor per-

fectionisme was weinig tijd. Hij heeft er vaak onder gezucht, maar uiteindelijk een

groot aantal artikelen geschreven die in 1907 en 1908 gebundeld verschenen in het

vierdelig w e r k Van 's Heeren ordinantiën.

In het inleidende deel legde hij uit dat de christelijke wereldbeschouwing het inzicht

bevat in de door God geschapen wereldorde: 'de groote gedachte van het logische, van

schikking, regel, maat en orde in de wereld als gewrocht van denken; ais werkingen in

de wereld van de Logos in God'.'" Hoewel minder uitgebreid dan Woltjer, kwam

Geesinks uiteenzetting van de Logos overeen met die van zijn collega en verwees hij

evenals Woltjer naar het eerste hoofdstuk van het evangelie van Johannes als het 'evan-

gelie van den Logos'. Vervolgens besprak hij in het inleidende deel onder andere de

thema's: geschapen wereldorde en evolutie, Gods almacht en menselijke vrijheid, calvi-

nisme, fatalisme en toeval.

In het eerste deel schreef hij over Gods ordeningen in het leven van mensen, dieren

en planten, in de loop van planeten, en vervolgens in het onderscheid tussen lichaam,

ziel en geest van de mens. In het tweede deel, dat uit twee boeken bestond, behandel-

de hij de Tien Geboden. Regelmatig ging hij in debat met filosofen, van Plato en

Aristoteles tot Spinoza, Kant en Schleiermacher.

Niet alleen de omvang van meer dan zeventienhonderd bladzijden, maar ook de

vele onderwerpen en de systematiek van behandeling maakten dit werk van Geesink

tot iets monumentaals. Het was een filosofisch-theologisch werk, geschreven over-

eenkomstig de exegetische en dogmatische inzichten van een gereformeerd theoloog

in het begin van de twintigste eeuw en bestemd voor een gereformeerd lezerspubliek.

Zoals altijd in verband met het spreken over ordeningen van G o d , hetzij in de

schepping 'gegeven' hetzij in 'bijbelse geboden', doet zich de vraag voor in hoeverre

de schrijver die ordeningen vereenzelvigt met zijn eigen interpretatie en uitwerking

ervan. Zo had Geesink in 1898 in een referaat voor leden van de Vereeniging voor

H o o g e r Onderwijs op Gereformeerden Grondslag betoogd dat het toelaten van

vrouwelijke studenten tot de universiteit inging 'tegen de aanleg en de bestemming

der vrouw; ... tegen de ordeningen Gods'."''* Een destijds algemeen aanvaarde me-

ning onder gereformeerden die vertrouwd waren met het spreken over de ordenin-

gen Gods en in verband daarmee over de gereformeerde beginselen. Zij aanvaard-

den doorgaans de uitleg die de hoogleraren van de Vrije Universiteit ervan gaven,

terwijl de hoogleraren terdege rekening hielden met de meningen die leefden onder

het volk dat de universiteit steunde.

D e vrouwelijke studenten zouden in 1905 opnieuw aan de orde komen. In de uni-

versiteit was rumoer ontstaan nadat de rector, de theoloog prof.dr. P. Biesterveld,

een v r o u w - S.L. 't H o o f t uit A r n h e m - als student had ingeschreven. Biesterveld

had de senaat o m advies gevraagd, die met negen tegen twee stemmen voor toelating

had gestemd. D e curatoren en directeuren waren echter niet gehoord. Enkele di-

recteuren waren ontevreden, 'vooral waar het twijfelachtig is of zoo iets wel geheel

133 Geesink, Van 's Heeren ordinantiën, inleidend deel, p. 11. Zie Klapwijk, 'Honderd jaar filosofie', pp. 544-

545-

134 Geesink, 'De Vrije Universiteit en ons Volksbestaan', p. Ivii.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 59

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's