Een handvol filosofen - pagina 188

184 V A Voorspel en begin

het thema 'Wetenschap in sleutelpositie'. Het congres zou gaan over de centrale

plaats van de wetenschap in de toekomstige ontwikkeling van de natuur, mens en

samenleving. Welke inzichten konden de biologische wetenschappen leveren in het

evenwicht in de natuur en verstoringen ervan? Zouden mensen op grond van psy-

chotechnisch onderzoek kunnen leren conflicten te vermijden? En dan de vraag of

de mens oneindig kneedbaar zou zijn. In dit verband rezen vragen over het ingrijpen

in de genetische code en over het gebruik van sociale technieken om het gedrag van

mensen te manipuleren. Met de wetenschap die in veel opzichten vooruitgang biedt,

doemde ook het beeld op van de wetenschap als een verzelfstandigde macht die

mensen bedreigt. Op 30 en 31 oktober 1969 refereerden in de Internationale School

voor Wijsbegeerte in Leusden de psycholoog prof.dr. P.J.D. Drenth en de bioloog

prof.dr. L. Vlijm, beiden van de Vrije Universiteit, de schaakgrootmeester en hoog-

leraar methodologie van de geautomatiseerde informatieverwerking in Rotterdam

en Tilburg, prof.dr. M. Euwe, en de Nijmeegse filosoof prof.dr. A.G.M, van Mel-

sen. De discussie die na elk referaat volgde, stond onder leiding van prof. Van der

Hoeven. Hij schreef later ook een 'slotreactie' in de bundel Manipulatie, waarin de

teksten van de referaten en samenvattingen van de discussies werden gepubliceerd.J*

7 Studieraad

Hoewel in de eerste jaren van de Centrale Interfaculteit het overleg en de samenwer-

king tussen het faculteitsbestuur en de studenten constructief verliep, bestond zo-

wel bij de studenten als bij de wetenschappelijk medewerkers behoefte aan een fre-

quent overleg met het faculteitsbestuur - en niet alleen overleg, maar ook inspraak

in het beleid van het bestuur. In 1966 werd reeds in deze behoefte voorzien. In dit

jaar openden de besturende colleges van de universiteit de mogelijkheid om in elke

faculteit een studieraad in te stellen, die zou functioneren op grond van een stan-

daardreglement (dat door de facultaire studieraad nader kon worden uitgewerkt).

Na enige voorbereidende besprekingen kwam twee jaar later ook in de Centrale In-

terfaculteit een studieraad tot stand, waardoor het jaarlijkse overleg tussen het fa-

culteitsbestuur en het bestuur van de SVFVU kwam te vervallen. De studieraad werd

paritair samengesteld: twee hoogleraren (van wie één tevens lid was van het facul-

teitsbestuur), twee wetenschappelijk medewerkers en twee studenten. Omdat het

standaardreglement voorschreef dat de studieraad uit haar midden een hoogleraar

als haar voorzitter moest aanwijzen, werd Van Riessen (destijds decaan) in deze

functie gekozen. De studieraad was een overlegorgaan met adviesrecht over met

name het facultaire ontwikkelingsplan, personeelsbeleid, begroting, studiegids, col-

legerooster en researchplanning. In de eerste twee jaar werd veel tijd besteed aan

procedurele kwesties en aan het karakter en de competentie van de raad. Zo waren

de hoogleraren Van Riessen en Van der Hoeven, gesteund door de medewerkers

Overstegen en D. Zylstra, van mening dat de studieraad niet slechts bedoeld was om

adviezen uit te brengen aan het faculteitsbestuur, maar ook om een platform te zijn

voor gemeenschappelijke oriënterende gesprekken. Zij wilden voorkomen dat in de

raad partijvorming zou ontstaan. De studenten-leden W.R. de Jong en J.F. Goud

38 Zic Bruggemann-Krui|ff e a , Manipulatie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen