Een handvol filosofen - pagina 499

6 Clustering en ontdustering van Wijsbegeerte, Godgeleerdheid en Letteren 495

volgens hem duidelijkheid zijn. Zo niet, of als één van de twee faculteiten afhaakte,

dan voorzag hij dat voor Wijsbegeerte de weg naar een niet gewenste clustering met

Letteren z o u overblijven - 'waarbij het zeer wel mogelijk is dat Wijsb. die weg al-

leen zal gaan'.

In oktober 1996 was de meerderheid van de 'klankbordgroep' reeds zo ver dat zij

de clustering van Wijsbegeerte en Godgeleerdheid aanvaardde, zij het o p termijn en

onder de voorwaarde dat het college van bestuur het plan van de vorming van een

Faculteit der Geesteswetenschappen schrapte. Met deze standpuntbepaling bereikte

de groep een doorbaak in beide faculteiten, waar zich een meerderheid begon af te

tekenen die bereid was het plan van clustering tussen de twee faculteiten te aanvaar-

den, zonder Letteren erbij te betrekken.

Verder overleg binnen de faculteiten en tussen de faculteitsbesturen en het college

van bestuur was nodig om deze clustering uit te werken. De faculteitsbesturen be-

noemden de hoogleraren W.R. de Jong en H.M. Vroom, die in september 1997 als de

nieuwe decanen van Wijsbegeerte, respectievelijk Godgeleerdheid zouden aantre-

den, om een tijdpad voor de clustering op te stellen. In februari 1997 kwamen zij met

hun 'Notitie clustering faculteiten wijsbegeerte en godgeleerdheid' - opnieuw een

doorbraak.

Als uitgangspunten van hun notitie gingen De Jong en Vroom ervan uit dat het

college van bestuur aan de twee faculteiten de kans moest geven om te bewijzen dat

een clustering zinvol en mogelijk was. Het college zou deze clustering op haar eigen

merites moeten beoordelen, zonder haar te beschouwen als een stadium op de weg

naar een Faculteit der Geesteswetenschappen. De clustering kreeg als voorlopige

naam Verenigde Faculteiten der Wijsbegeerte en Godgeleerdheid, en een bestuur dat

vooralsnog uit de twee decanen zou bestaan. Vervolgens werd een tijdpad gepresen-

teerd voor de verdere besluitvorming, dat het hele kalenderjaar 1997 in beslag zou

nemen.""^

Het college van bestuur reageerde positief op de voorstellen van De Jong en

Vroom, maar het wilde zijn plan van een vervolgclustering met Letteren nog niet op-

geven. Het college noemde dit plan in zijn brief slechts 'een na te streven optie voor

na 2000'.'^'

H e t college van bestuur wilde met ingang van i september 1998 al wel een integratie

van de bedrijfsvoering realiseren voor Letteren, Godgeleerdheid en Wijsbegeerte.

Met het oog o p deze integratie was de per i april 1997 benoemde nieuwe directeur

bedrijfsvoering voor de Faculteit der Letteren, drs. D.A.J.M. Verberk, geselecteerd.

O m d a t de secretaris van de faculteiten Wijsbegeerte en Godgeleerdheid, drs. P. van

Oosten, een aantrekkelijke functie buiten de universiteit kreeg aangeboden en in de

zomer van 1997 de universiteit verliet, werd Verberk o o k in deze faculteiten aange-

steld als directeur bedrijfsvoering. Samen met het hoofd van de Dienst Personeels-

zaken, drs. C. Jonker, en de secretaris van de universiteit, drs. D.M. Schut, had zij de

nota 'Plan voor samenwerking in het kader van beheer door de faculteiten der G o d -

geleerdheid, Letteren en Wijsbegeerte' geschreven. In deze nota waren enkele be-

sluiten geformuleerd die de faculteitsbesturen reeds hadden genomen: de beheers-

67 De Jong en Vroom, 'Nota clustering faculteiten wijsbegeerte en godgeleerdheid' (7 februari 1997), in archief

FdW, doos <)6.

68 Brief college van bestuur (30 juni 1997) aan Godgeleerdheid en Wijsbegeerte, in archief FdW, doos 96.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen