Een handvol filosofen - pagina 197
Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012
II Wijsgerige vorming 193
opgesteld, die na overleg met andere faculteiten resulteerde in een Adviesnota en
Richtlijnen. In deze nota was nog eens duidelijk omschreven dat de encyclopedie,
systematische filosofie en de geschiedenis van de filosofie tot de wijsgerige vorming
behoorden en dat eventueel een geringe reductie van drie naar tweeëneenhalf uur
wijsgerige vorming mogelijk was. Een eventuele inkrimping van het filosofieonder-
wijs mocht volgens het rapport slechts plaatsvinden in evenredigheid aan de verkor-
ting van het totale onderwijsprogramma. De vakfilosofie kon in het doctoraalpro-
gramma als keuzevak een plaats krijgen.'" De faculteiten wisten waar zij zich aan te
houden hadden, maar de Centrale Interfaculteit toonde ook de bereidheid om met
de faculteiten te overleggen in het geval aan de richtlijnen niet kon worden voldaan.
Een vergelijkbare exercitie vond plaats in de discussienota De problematiek van
de Wijsgerige Vorming, die in 1980 verscheen en die bedoeld was ter voorbereiding
van het invoeren van de 'tweefasenstructuur' in het onderwijs in 1982.''^ Alle facul-
teiten moesten in de eerste fase van het onderwijs de studieprogramma's terugbren-
gen tot vier jaar: een eenjarige propedeuse- en een driejarige doctoraalstudie (het
kandidaatsexamen werd afgeschaft). Opnieuw moesten de faculteiten keuzen ma-
ken en leek de wijsgerige vorming bedreigd. In de genoemde discussienota werd
gesteld dat de wijsgerige vorming een integraal onderdeel van een academische op-
leiding vormde. Derhalve behoorden de Centrale Interfaculteit èn de andere facul-
teiten de verantwoordelijkheid voor de wijsgerige vorming gezamenlijk te dragen.
In de discussienota werd een oproep gedaan aan alle faculteiten om zich te bezinnen
op de omvang en inhoud van de wijsgerige vorming en over nieuw^e onderwijsvor-
men, bijvoorbeeld een combinatie van hoor- en werkcolleges en discussiegroepen.
Wat de omvang van de wijsgerige vorming betreft handhaafde de Centrale Interfa-
culteit haar standpunt dat de faculteiten in principe niet verder mochten gaan dan
een reductie van drie naar tweeëneenhalf uur. De uiterste concessie van de facul-
teit was dat de studielast van de wijsgerige vorming op minimaal honderdzestig uur
werd gesteld, mits er voldoende contacturen bestonden. Na intensief overleg bin-
nen de faculteiten zou uiteindelijk blijken dat de invoering van de tweefasentruc-
tuur in geen enkele faculteit tot een ingrijpende reductie van de wijsgerige vorming
had geleid.*^'
Tot het begin van de jaren zeventig was het faculteitsbestuur belast met de orga-
nisatie van de colleges wijsgerige vorming in de verschillende (sub)faculteiten. Om
deze organisatie beter te coördineren, besloot het bestuur om de in 1969 ingestelde
Commissie Wijsgerige Vorming in 1972 uit te breiden en een permanent karakter
te geven. De uitbreiding betekende dat alle docenten die in de wijsgerige vorming
werkzaam waren lid van de commissie werden. Het permanente karakter hield in
61 Discussienota van de Commissie Wijsgerige Vorming (8 mei 1973), bijlage bij de vergaderingen van de fa-
culteitsraad, Notulen, 14 mei en 18 juni 1973, in archief cii-, doos 72 De Adviesnota en Richtlijnen (4 december
1973), bijlage bij de vergadering van de faculteitsraad, Notulen, 17 december 1973, werd door de raad op deze
datum aanvaard, archief cit, doos 73
62 De problematiek van de Wijsgerige Vorming Discussienota samengesteld door de Vaste Commissie voor de
Wijsgerige Vorming (juni 1980), in archief CIF, doos 3
63 Zie brief van de Commissie Wijsgerige Vorming (13 juni 1982) aan de faculteitsraad, de notitie van het fa-
culteitsbestuur 'Wijsgerige Vorming en Twee-fasenstructuur (1982)' ten behoeve van de faculteitsraad (25 juni
1982), de 'Conceptnota inzake Wijsgerige Vorming' (mei 1983) en de inbreng van studenten in verscheidene
faculteiten in Een boekje open over het filosofieonderwijs en de Centrale Interfaculteit (nota SRVU, december
1979), in archief CIF, doos 2.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's