Een handvol filosofen - pagina 480

476 VI F Ontwikkelingen en lotgevallen

De kritiek die bij de eerste visitatie in 1990 was geuit en bij de visitaties in 1996 en

2002 werd herhaald, was het gebrek aan samenhang van het doctoraalprogramma.

Waarom was de faculteit er na twaalf jaar niet in geslaagd om de gewenste samenhang

tot stand te brengen? Tijdens stafvergaderingen werden vaak opmerkingen gemaakt

in de trant van: wij vormen een kleine faculteit, en wij kunnen informeel gemakkelijk

tot afspraken komen. Maar was de praktijk niet veeleer dat deze informele kant van

de faculteit een grote mate van vrijblijvendheid met zich mee bracht, dat iedereen

deed wat goed was in zijn eigen ogen, en dat de docenten derhalve hun collegestof

niet op elkaar afstemden? Hoe dan ook, met de invoering van de bachelor- en mas-

terstructuur in 2002 begon voor het facultaire onderwijs een nieuwe fase.

Bachelor-Master structuur

Met de nieuwe Wet voor het hoger onderwijs van 2001, die een jaar later in werking

trad, werd de bachelor-masterstructuur ingevoerd in het Nederlandse hoger onder-

wijs. In de Faculteit der Wijsbegeerte presenteerde een daartoe ingestelde commis-

sie in het najaar van 2001 een rapport met nieuwe onderwijsprogramma's voor de

volgende opleidingen: een driejarige bacheloropleiding wijsbegeerte, drie eenjarige

masteropleidingen (wijsbegeerte. Philosophy of Management and Organization, en

Christian Studies of Science and Society) en een tweejarige masteropleiding wijs-

begeerte van een bepaald wetenschapsgebied."^ Langdurig en uitgebreid werd in de

faculteit gediscussieerd of ook een research-master moest w o r d e n ingevoerd. Met

name prof. Radder maakte zich er sterk voor en schreef verscheidene notities voor

het faculteitsbestuur o m de besluitvorming te bevorderen.'^ Mede o m financiële re-

denen kwam het er niet van.

H e t p r o g r a m m a van de driejarige bacheloropleiding bevatte een eenjarige prope-

deuse en een tweejarige postpropedeutische fase, waarin - op een verdiepend, res-

pectievelijk kritisch-zelfstandig niveau - een brede oriëntatie in filosofische vakken

werd geboden. In het bachelorprogramma werd een deel van de vakken in de avond

gegeven, zodat deze opleiding o o k voor deeltijdstudenten toegankelijk was. Bemoe-

digend voor de faculteit was dat het aantal studenten voor de propedeuse toenam

van 31 in 2002 naar 44 in 2003.

In het p r o g r a m m a voor de postpropedeutische fase was ruimte gemaakt voor een

niet-wijsgerige of vakwetenschappelijke 'minor'. Een BA-wijsbegeerte gaf toegang

tot de eenjarige masteropleiding wijsbegeerte, die verschillende keuzemogelijkhe-

den kende. Een bijzonder onderdeel van dit masterprogramma was het nieuw inge-

voerde 'algemene faculteitscollege': een diepgravend college over een onderwerp of

thema van algemeen wijsgerig belang te geven d o o r een ervaren en een breed geori-

ënteerd docent, eventueel een emeritus of een gasthoogleraar. H e t eerste faculteits-

college, in 2003-2004, werd op uitnodiging van het faculteitsbestuur gegeven door

de reeds geëmeriteerde hoogleraar prof.dr. Th. de Boer. In de volgende jaren gaven

onder anderen prof.dr. P. Koslowski, prof.dr. P. de Martelaere en prof.dr. H . Pott

dit college.

16 'Wijsbegeerte in het derde millennium. De Bachelor-Masterstructuur binnen de Faculteit der Wijsbegeerte

van de Vrije Universiteit' (concept in april, definitieve versie september 2001), in archief FdW, doos 125 en 129

17 O.a. notitie van Radder (20 maart 2007) over een Research-Master, in FdW, Notulen^ 12 maart 2007, bijlage.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen