GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De geschiedenis van Jezus en de apocalyptiek - pagina 15

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geschiedenis van Jezus en de apocalyptiek - pagina 15

Rede ter gelegenheid van de 84e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zuordnung". Wie het zo had leren zien, moest het kerygma over Jezus niet alleen verkondigen, maar ook vertellen. Nu kon het komen tot de onvergelijkbare literatuurvorm der evangeüën, die een levensgeschiedenis vertellen „in eschatologischer Horizont und unter eschatologischer Deutung". En dat moest gebeuren. „Das Evangelium bleibt ohne die Evangeüën nicht, was es ist" ^^. De oppositie tegen deze beschouwingen liet in de kring van Bultmarms leerlingen niet lang op zich wachten. Kasemann had over „Die Anfange christlicher Theologie" gesproken op de redactievergadering van het Zeitschrift für Theologie und Kirche in 1960; een jaar later verschenen G. EbeUng en E. Fuchs in Sindlingen met referaten, resp. onder de titel „Der Grand christlicher Theologie" en „Über die Aufgabe einer christlichen Theologie" ^^. Daarin maakten zij ook allerlei kritische kanttekeningen bij Kasemanns reconstructie van een Palestijnse gemeente, waarin profetie en apocalyptiek samengingen in het formuleren van „Satze heiUgen Rechts", maar in het middelpunt stond toch de afwijzing van de apocalyptiek als de legitieme weg voor het verstaan en verklaren, het prediken en verhalen van de geschiedenis van Jezus. En waarin Ebeling en Fuchs ook van elkaar mochten verschillen, hierover zijn zij het volstrekt eens: aan de apocalyptiek mag niet de rol worden toegekend van de sleutelpositie onder de kerygmatische interpretatie-schema's van wat zich afspeelde in Jezus' aardse leven. Deze visie past al dadelijk niet bij Ebehngs existentialistische geschiedenisopvatting. Hij wil niet ontkennen dat de christologie is begonnen met een apocalyptisch motief, dat van de Zoon des mensen. Evenmin dat dit type christologie de taak oplegt „unter Berufung auf Jesus Gott und Geschichte zusammenzudenken" ^^. Maar bij de vervulling van deze taak behoort de apocalyptiek a.h.w. bedwongen te worden. Men moet nl. God en geschiedenis altijd goed onderscheiden en de grond voor dit goed uit elkaar houden is nu juist niet de apocalyptiek, die ze veel te nauw verbindt, maar de „unapokalyptische Erscheinung Jesu" ^'^. Het samendenken van God en geschiedenis in de naam van Jezus voert noodzakelijkerwijs tot een kritiek op de apocalyptiek, die als mythologische geschiedenisinterpre^1 idem, 175; vlg. het pikante begin van E. Schweizer, „Mark's contribution to the Quest of the Historical Jesus", N. Test. St. 10 (1964) 421—432. ^2 Zie aant. 22; E. Fuchs, „Über die Aufgabe einer christlichen Theologie", Zeitsch. f. Theol. u Kirche 58 (1961) 245—267. 33 Ebeling, „Der Grund ...", 240. 3* idem.

13

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1964

Rectorale redes | 28 Pagina's

De geschiedenis van Jezus en de apocalyptiek - pagina 15

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1964

Rectorale redes | 28 Pagina's