GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

STEMMEN UIT ONZE KERKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STEMMEN UIT ONZE KERKEN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geachte Redactie,

U doet mij de eer aan naar aanleidiu'g van de jongste artikelenreeks van Prof. Honig: in het „Geref. Theol. Tijdschrift" mijn dissertatie oO'k in uw blad ter sprake te brengen. Mag ik over wat ü schrijft een dubbele O'pm'erkinig maken? >

U verwijt mij gebrek aan „eerbied vo'or 'het feit" en izegt, „dat ik Calvijn een opvatting van het getuigenis des Heiligen Geestes (heb) opgedrongen, die, m'oest .ze j'uist zijn, de groote beteekenis van dit getuigenis ondergraafde". Argumentatie laat u achterwege, 'O'mdat d het daarv'Oor in uw blad de plaats niet acht. Dit laatste ben ik vo'lkomen met u eens. Maar , zou het 'dan ook niet beter geweest zijn uw oo'rdeel in Uw blad achterwege te laten? Wetenschappelijke waarde heeft het zoo toch niet. Het zou alleen — niet het minst ook door stelh'gen toon, waarop u spreekt — bij sommige lezers van uw 'blad den indruk kunnen wekken, dat de cfuaestie reeds nitg; emaiakt is. En zoover is het nog niet!

Verder schijnt u te meenen, dat ik „essentieel verschil" zie tusschen Calvijn en den H. Gatechismius. In 'mijn proefschrift staat anders duidelijk te lezen, „dat het verschil tusschen Oalvijn's definitie en die der Duitsche hervo'rmers meer van formeelen dan van materieelen aard is" (blz. 200). Het fco'mt, kort gezegd, hierop neer. Bij CaMjn .zijn kennis en vertrouwen in het begrip oognitio tot een organische" éénheid verbonden. Het verti'O'Uwen is, om ziO'O te zeggen, het hart, de , z i e 1 der kennis. Aan het vertrouwen ontleent de kennis haar zekerheid, het is de O'orzaak der toestemming. In 'den Catechism'us daarentegen staan kennis en vertrouwen naaist elkaar. Of de kennis daarbij affectief gedacht wordt of niet, doet minder ter zalce. Evenmin 'of kennis. en vertrouwen meer of minder nauw verb'O'uden worden gedacht. In elk geval komt niet duidelijk Uit, dat het vertrouwen zelf het affectieve element der kennis is, waaraan zij haar zekerheid ontleent. Dat nu de latere g^ref. theologie in dit opzicht meer bij de Melanchtbo'niaansche defmitie van den H. Gatechism'us dan bij die - van Calrijn aansluiting heeft gezocht, wordt door de citaten van Prof. Honig overvloedig bewezen. Telkens wordt daarin het geloof in zijn verschillende elementen ontleed, zonder dat de innerlijke samenhang dier elementen duidelijk wordt. Kennis en vertrouwen gaan wel „hand aan hand", 'maar het vertro'uwen is niet „de ziel" der kennis. Dit verschil heeft emstijge gevo'lgen. Want daardoor wordt Calvijn's testimonium-begrip niet meer verstaan en gaat men ten aanzien van Schrift-zoowel als heilszekerheid rationahstisclie wegen TDewiandelen. Ik heb hiervoor bewijsplaatsen in mijn dissertatie aangevoerd.

De „eerbied voor het feit", die óók in mijn hart geschreven staat, doet mij intussohen met groote belangstelling 'uitzien naar een studie, waarin uit Calvijn en de geite forme ^r de theologie zelf de onjuistheid mijner opvattingen wordt aangetO'ond.

Terwijl ik u dankzeg voor de verleende plaatsruimte, verblijf ik met alle achting.

Uw dw.,

S. E. DEE.

Dwingeloo, 7 Juni 1921. De taak - van een Pers-sohoiuwer is een andere dan die van een Persstukken-knipper. De eerste tipt niet alleen actueele onderwerpen aan met één of twee zinsneden er O'uder, maar geeft ook enkele aanteekeningen, welke hij gaarne ter bezinning den lezers aanbiedt. Aan de artücelen van prof. Honig over het proefschrift van 'den geachten inzender kan zeker actualiteit niet worden ontzegd. De Pers-schouwer sloot zich bij de kritiek van prof. Honig aan en wilde die zelfs nog wat versterkt zien. 'Ik sprak uit, waarin m.i. de fo'ut schO'Ol. En verre van den indruk te - willen wekken, dat'hiermee de kwestie uitgemaakt is, beloofde üc juist dit uitvO'erig te zullen demonstreeren. Ibch achtte ik het noo'dig', dat, waar er tegenwoordig aooveel over

het 'gptuigems des Heiligen Geestes wordt gehandeld, de le; zers bij de vorming van hun opinie de noodige omzichtigheid in acht zoilden neinen. Vandaar de voorloopige .aandiening van mijn bezwaar.

Over de tweede opmerking kunnen wij kort izijii. Het verwijt van Melanchtonianisme inaake het geloofsbegrip, aan de opstellers van den Catechisanns en de latere Gereformeerde theologie gericht, (Ziij-het dan meer • formeel dan materieel, maar dan toch'ook materieel!)is m.i. onverdiend en is ook üit de door Dr Dee bedoelde citaten niet evident. Een .zekere uiterlijke analogie heeft m.i. 'hier Dr D'ee parten gespeeld. Ook dit hoop ik nader met argumenten te staven.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juli 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

STEMMEN UIT ONZE KERKEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juli 1921

De Reformatie | 8 Pagina's