GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de school der wijsbegeerte.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de school der wijsbegeerte.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

VIII.

Het Neo-Ca; ivinismeendeWijsbegeerte.

Een eeuw geleden was het alleszins armoe-troief in den calvinistischen hoek.

Niemand verwaardigde de wijsbegeerte met een sympathiek-aandaohtigen blik.

De door-onweders voortgedreven getrouwen hadden gewichtiger dingen te doen.

Ze stonden voor de vraag van zijn-of-niet-zijn; voor de vraag: hoe wordt de leer, de kerk, hoe wordt m ij n ziel, gered ?

Het was de tijd, dat men een filosoof gelijk' stelde met een begrippen-goochelaar, iof dat men in hem zag een charmanten leugenaiax, een listigen vos, sluipend rondom den wijngaard des Heeren.

En, naar de geschiedkundige omstandigheden geoordeeld, had men toet deze naïve schuwheid tegenover de wijsbegeerte niet heelemaial ongelijk.

De toen heersöhende filosofie was inderdaad van het type, waartegen de apostel waarschuwt in den brief aan de Colossensen, de filoisofie, die den mensch vervoert; ijdele verleiding, naar de overlevering der menschen, naar de eerste beginselen der wereld, en niet naar Christus.

Vooral de Duitsche wijsbegeerte had de vaderlandsche kerk ziek gemiaakt.

Het woord van de Oinmeedoogende critici en van de schitterende idealisten had ook hier vóórtgegeten als de kanker.

In plaats van uit de denkoverwinningen van de vorsten der wijsbegeerte het materiaal buit te maken tot de monteering van de eigen, christelijke, wereldschouwing, ' liet toen de filosofie den baas spelen in het theologisch komnkrijk. Men deed op godsdienstig gebied tegenover Duitschland precies eender als op politiek gebied tegenover de Fransch'en. Uit oorzaak van een goedigheid, die werkelijk karakterloosheid was, gaf men aan den logeergast de sleutels van het huis. Omdat mien zelf niemand was, liet men den vteèmdeling toe een brutaal iemand te wezen.

Ja, dat is niet te sterk gezegd.

Reeds vóór de sublieme Duitsche wijsbegeerte hier haar intocht deed, hadden wij, als calvinisten, onze eigen privilegiën verknoeid, en waren de mannen van de reformatie (let wel; re-for-ma-tie!) de mannen Van Piet-lut geworden.

Er zat geen aasje reformatorische energie meer in het gepoederde en bepruikte corpus van de Nederlandsche kerk.

Wij waren het ten. volle waard, dat de Franschman in de massief-eiken regèntenb.ank' ging zitten, en dat „Hegel", in.de plaats van Brave Hendrik, den gebeeldhouwden kansel beklom.

Het modernisme is gelijktijdig en evenredig een gevolg van eigen slapheid en van vreemde kracht geweest.

De filosofie had een „recht" om te heersch'en, omda.t de koningen der theologie zich' als onmondige 'kinderen gedroegen.

De theologen deden niets.... als hiet oude her­ kauwen. Ze wogen de waarh'eden' vioor het volk' als een kruidenier de krenten uit de ton. Ze lieten het aan de advocaten Bilderdijk en öa Costa over bezwaren in te brengen t^gen den geest der eeuw en te vechten als leeuwen tegen den „vorst dezer eeuw".

Hoe zou Imen Scholten en Opzöomer weerstaan met Van der Groe's „Toetssteen der ware en valsch, e genade", of met Frandken's „Kern" een tegenaanval doen op Kuenen's Schriftcritiek?

Wijsgeerig was taien niets en had mteii-niets.

Ja, ik geloof, dat het geen laster is, wanneer men er aan toevoegt: Wijsgeerig wist men niets.

Zelfs de calvinistische broeders, die aan het legerfront streden, kenden de Vijandige wijsgeerige heroën niet. Ze wisten van Kant en Schopenha, uer alleen van hooren-zegigen, dat het verschrikkelijke Filistijnen waren.

En men mag hun dezic onkunde niet al te kwalijk' nemen.

Hendrik de Cook' had wel wat anders en beters te doen dan te ploeteren in de „Kritik der reinea Vernunft", en Brummielkamp (al ware hij er toe in staat geweest) kon zijn tijd heter gebruiken dan dooT zijn ziel te plagen met de „Parerga en Paralip omena".

Men miag althans deze mannen geen verwijt miaken van een .onkunde, waarvoor ze niet verantwoordelijk waren, van een gebrek aan 'wetenschappelijke bewapening, waarm'ee ize t oen der tij d toch' niets hadden kunnen uitrichten.

Want het gold eerst eenigjijk' de opis pi or ing van de wondere graal der oude calvinistische waarheid, de bewaring van het juweel, dat aan de kerk is oeverttrouwd, „door den Heiligen Geest, die in haar woont".

Het uurtje van de wedergeboorte van het calvinisme als werelds en levensbeschouwing had nog niet geslagen.

Aan de Theologische School te Katopen stond Steketee, de óhristen-wijsgeer, lals.een éérüing en.... een zonderling. 'ts^vJl;

Men verheugde zich enkel in 'dÖ""hlekeerin, g van de harten van Voetius en Cotaïio tot hlinne kinderen in de 19de eeuw.

Eerst met de ikom'st van Bavinck en Kuyper begon de - dageraad van het Neo-Calvinis'me te lidhten.

Aanvankelijk onderwees Bavinck de wijsbegeei-te als vak: van propaedeuse (voorbereiding), maar weldra presteerde hij het geweldig werk, de gereformeerde leer, over heel het veld, te oriënteeren aan d© oude ea nieuw© wijsgeerige stelsels. In zijn Dogmatiek gaf deze „geboren filosoof" niet slechts de, betrekkelijk goedkoope, antithese ten opzichte van de denk-vindsels'van het ongeloof, maar troK hij ook wel degelij(k! profijt van de wij'sgeerige producten der algemeene genade tot verdieping', althans tot verbreeding, van de eigen theologische wetenschap.

Vooral in zijn „Wijsbegeerte der Openbaring" leverde Bavinck een stuk' positieve neo-calvinistische filosofie, da.t klonk als een geboorteklok.

Het w, ajen werkelijk nieuwe dingen.

Voor de calvinisten zelf de voorboden van een nieuwe, lente, — en voor de vreemdelingen een onbegrepen wonder!

Hylkema zei immers, dat het neo-calvinisme een calvinistische vorm van im' o d e r n i s m e was!

Dat kwam doordat de w ij s b e g e e r t e 'haar intocht gedaan had in het calvinistische Kaïiaan.

Maar nu niet (gelijk de Hylktema's vialschelijk beweerden) als de imperialistische despoot.

De wijsbiogeerte kwam in het gereformeerd Jeruzalem als de knechten van Hiraai' met het hout van den Libanon.

En Kuyper was de genia.le leider van den tempelbouw.

In iiem' was de geest der oude vaderen geïncarneerd, maar oofc jhad (reeds aan de Leidscihe boogesclioo'l, in de collegezaal van Scholten) de g-enius der nieuwe wijsbegeerte hem, diep in de ziel met tooverkradlit bevrudht."

Zonder Kuyper's wijsgeerig vermogen ware deze calvinistische opbouw, en uitbouw, onmogelij'k: geweest.

De „Encyclopaedie der heilige godgeleerdheid" is een werk 'met een magistralen wijsgeerigen inslag, waarbij de indirecte invloed der moderne wijsbegeerte onmiskenbaar blijkt.

Tot verbazing en verontrusting, van vele „eenvoudigen", werd door Kuyper de theologie ingelijfd in b-et christelijk-wijsgeerig monisme, en, feitelijk voor het eerst, een poging gedaan, om aan de christelijke wereldbeschouwing een eigen ló-itischen grondslag te geven.

Langzaam' pnaar gezond begon' het zaad der nieuwe wijsbegeerte op het gereformeerde veld te ontkiemien.

Op een wetenschappelijke bijeenkomst van de Vrije Universiteit hield professor Woltjer een voordracht over de „materie", waarin hij zulke verrassende, vergezichten opende, dat |het auditorium duizelde.

De disertaties van de leerlingen der V. ü. verloünden, stuk voor stuk, een wijsgeerig karakter.

Er werden studies geleverd — over James, Tröltsch, Hume, over godsdienst-psychologie en moderne natuurwetenschap, over jhet verband tusschen Theïsme en wijsbegeerte, — die de aandacht trokken buiten onze grenzen.

Professor Hoekstra schreef een handboek voor de geschiedenis der wijsbegeerte.

Prof. Hepp maakt zich op tot den uiterst delicaten en zwaren filosofischen arbeid: de gereformeerde apologetiek (verdediging der waarheid)! En wat misschien nog het duidelijkst bewijst, •dat we hier niet te doen jbebben met de liefhebberij van een paar filosofisch aangelegde eenlingen, maar met een werkelijke wijsgeerige opwaking in den kring der gereformeerden: voor enkele dagen heeft «en vrij talrijke groep van medici, predikanten, juristen en leeraren, besloten ©en gereformeerde vereeniging te stichten om' speciale studie van de zielkunde te maken.

Wij vermelden deze feiten niet m'et trots, alsof 'wij het al zoo „heerlijk ver" hebben gebracht.

De belijdenis, vroeger geuit, dat we ons hebben .te schamen over onze traag[heid en ons tekort, blijft gehandhaafd.

In een, zéér laangevochten, Standaard-artikel, geschreven naar aanleiding van Dr de Sopper's intrede als hoogleeraar in de filosofie aan de Leidsché universiteit, wordt terecht over onze achterlijkheid nog een klaagwoord geuit.

Daar staat: „Het is broodnoodig', dat de heele •orthodoxie van Nederland de handen ineenslaat, opdat de waarheid took in de filosofie gezooht en gekend wordt.

Het is een der zwakste pldkken Van de orthodoxie, dat deze gaafc niet reeds lang betere behartiging gevonden heeft."

Dit is waar, mlaar het goede, dat er is, ' kleineeren wij niet.

„De Heraut" hiad ook gelijk, toen zij in een critiek op dit Standaard-artikel de opmerking maakte, dat, in het verzorgen van de wijsbegeerte als akademisch vak, de Vrije Universiteit bij de openbare universiteiten niet achterstaat.

Formeel zijn we gedekt.

En het begin is een beginsel.

Laat ons hopen, dat de winter van het calvinisme voorbij is, en de bloemen overvloedig gezien worden in het land.

De crisistijd roept om ontwa, akte krachten.

„Vanuit de filosofische scholen", zegt de Standaard-schrijver, „wordt schier de heelè geestesrichting der cultuur van bepaalde perioden 'beheerscht. De Theologie wordt door haar bevrucht, meerm^aien zelfs haar onderworpen. De jongelingschap drinkt, vooral in de laatste jaren, : dorstig haar wijsheid in".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

In de school der wijsbegeerte.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1922

De Reformatie | 8 Pagina's