GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de school der wijsbegeerte.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de school der wijsbegeerte.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De nieuwe wijsbegeerte en de nieiuwe., religie.

De lezer kan zelf de verdere toepiaissing maken op het voorafgaande, 'idoor ook den invloed na te gaan op de andere cultuurverschijnselen van onze eeuw, onder anderen op het geibied van zielkunde en opvoedkunde.

De iiieuwe richting in 'de paedagogiek kemnerkl zich immers duidelijk door een zich afwenden van het star rationeele naar de 'ziel in haar diepere roerselen, van het kunstmatige naar het natuurlijke, in één woord van de school nalar het leven.

Montessori is in .dezen (hoe men voorts over haar oordeele uit principieel oogpunt) een teeken des tijds!

Wij zien echter af van de poging in de beschouwing van deze „cultuur-wending" volledig te zijn.

'Tenslotte willen wij daaiom. alleen nog wijzen op het verbünd en de wisselwerking tusschen de wijsgeerige en de reli'gieuse stroomingen van dezen tijd.

De nieuwe wijsbegeerte dankt haar mystiek en irrationeel Karakter aan denzelfden tijdgeest, die ook de nieuwe ontwaakte behoefte aan religie bepaalt, en soms is' de verwantschap tusschen die beide tijdverschijnselen zóó na^uw, dat ge niet meer kunt zeggen waar de ïilosofie ophoudt en do religie begint, en omgekeerd, waar. de religie op'houdt en de filosofie begint.

In de breedvoerige karakteriseering van onzen tijd, die wij gaven in de inleiding op onze schoolpraatjes, hebben wij reeds enkele van de imeest markante religieuse typen op het gebied der. luieuwe wijsbegeerte gewezen.

Laat ons ze nog even voor onze aandacht roepen

Wij noemden Frans von Baad er als een soort voorloop-er der religieuse beweging. Baadei dacht zich een rijk des geestes na'ast het rijk-dei natuur, beide één in God, en beheerscht door éénzelfde wet, zoodat ze ook beide kenhaiar zijn voor den, aan God verwanten, menschelijkten geest. Alk ware kennis is diaarom bij Baader — en ziehier een echt-christelijk princiep! — in wezen Godskennis. ,

Ook Lotze, hoewel niet behoorend tot de nieuwste school, is een teeken en type van de .religieuse wijsbegeerte. Uitgaande van de streng wetenschappelijke natuurbeschouwing, eindigt hij in de idealistische beschouwing, dat alle dingen bestaan in afhankelijkheid van, en in harmonie met. God. F e cli n e r neemt eveneens aan, dat God aanwezig is in de wereld en . dat door zijn immanentie de wereld geeste1ijk - 1even - bestaat.

Als het meest sprekend voorbeeld van de kentering der wijsbegeerte in de richting der religie noemden wij Rudolf Eu eken.. Zijn filosofie is niet slechts geboren uit behoefte aan wereldverklaring, maar uit de begeerte naar een höoger geestesleven, én dit leven bestajat voor hem in de, mystieke gemeenschap met God. Zelfs gaat Eucken zóóver den Christus het Ur-bild (oorspronkelijk voorbeeld) van het waarachtig leveïi Ie noemen.

Ook , bij verschillende andere wijsgeeren uit de romantische school vonden wij sterk sprekende christelijke tendenzen.

Wij verwijzen - den lezer ter herinnering naiar de artikelen: „Lichtzijden" en „Niet ver van het Koninkrijk Gods".

Nu wij den ontwikkelingsgang der wijsbegeerte in de groote hoofdzaak gevolgd hebben en in het bijzonder het karakter en den geest der nieuwste wijsbegeerte hebben zoeken te verstaan, zal het ons gemakkelijker vallen deze beweging naar haar beginsel te beoordeelen.

Het is thans duidelijk, dat dit beginsel niet zoozeer , eén godsdienstig .als wel een wijsgeerig karakter draagt, of laat ons het voorzichtiger zeggen: in de groote mystieke geestesstrooming, die door de menschheid stuwt, is niet het religieuse, maar het wijsgeerige, element ovérheerschend. De inhoud • van de nieuwe stelsels is in de groote hoofdzaak filosofie. De religie doet hoofdzakelijk dienst, om aan de wijsbegeerte diepte, kleur en gloed, te geven. ,

Dat wij hiermee niet te veel zeggen, blijkt vooral uit een tweetal zeer karalcteristiek moderne geestesbewegingen, die wij no-g niet hebben genoemd, en waarop wij toch, om overtuigend te zijn, ooS de aandacht moeten vestigen: de theosofie en de anthr op'O sof ie.

Voor een deel is de theosofie een vrucht van het wereldverfceer. Door den handel worden de „schatten" van oude en nieuwe cultuur omgeruild. ZoO' hebben de wonderen der techniek dienst gedaan om de wonderen der mystiek (speciaal van het Boeddhisme) naar Europa te importeeren. Maar het Oostersch artikel paste precies bij de Westersche mode, in dit geval de Westersche geestess temming.

Het .ligt buiten ons bestek', van het hoogst belangwekkend stelsel der 'theosofie een gedetailleerde beschrijving te geven. Trouwens, wie eenigszins opi de „hoogte" 'van zijn tijd' is, heeft reeds lang niet dit bastaardkind van „Oost" en „West" kennis gemaakt. Het is ons thans alleen om het grondbeginsel en de structuur van het stelsel te doen. En dan valt het reeds bij eerste kennismaking, op', dat de theosofie veel meer wijsbegeerte dan religie is. Zij dient zich immers aan als „de wetenschapi des levens en de levenëkunst, die al de groote vragen van het zijn omvat, en in staat is alle problemen des levens op te lossen". Wat haar natuurbeschouwing betreft, stelt zij zich op het standpunt van het evolutionisme. Wat den mensch aangaat wordt deze ontwikkelingsgedachte gespecialiseerd in de leer der reïnc; a, matie (het opnieuw aannemen Van een lichaam). De kenleer der theosofie vertoont overeenkomst met de school van Bergson; zij bestaat in de intuïtie, of schouwing van hetgeen voor de zintuigen onbereikbaar is. De theosofische moraal kïm worden saamgevat in het ééne beginsel: de „Selbstlosigk'eit" (onbaatzuchtigheid).

Het feit, dat de theosofie een zeer innig len werkzaam Verbond heeft gesloten met het occul-| tisme, en dat in - de praktijk bij velen de theosofie geheel , in occultistische rnarioeuvi-es opgaiat, verandert niets aan de grondstructuur van het stelsel. Bijgeloovige ontaiardingen kent ook dé ware religie. De theosofie als zoodanig is een poging tol wereldverldaring, m-aar dan, in overeenstemming met het karakter der nieuwe wijsbegeertein het algemeen, langs den weg der intuïtie.

Nog duidelijker spreekt de wijsgeerige grondtoon bij het allernieuwste fenomeen opi het gebied der nieuwe religie: de anthrop; os.ofie!

In tegenstelling met de rationalistische wijsbegeerte, die de kennis van het bovenzinlijke uitsluit, tracht Rudolf Steiner (geb. 1861), de vader van deze nieuwe leer, juist die „onfctenbare", bovenzinlijke wereld 'tot het voornaamste voorwerp, van het waarachtige kennen te maken. Daar de gewone zielekrachten tot het veroveren van die intieme wereld ontoereikend gebleken zijn, zoekt hij dit verlokkelijk land der mysteriën door de mobilisatie v; an extra-ordinaire, of supier-normale, zielekrachten in den kring van zijn wereldbeschouwing te betreldlcen. Aanvankelijk scheen de theosofie hem de oplossing van de puzzle a, an de hand té doen. Ook het occultisme en tenslotte zelfs het christendom schenen hem mogelijlchedeii tot tot ontdekking van het super-normale te ontsluiten. Maar aldra maakte Steiner zich van alle officiëele bewegingen ' en stelsels los en deed hij de„ spin na, die uit haar eigen binnenste het ragfijn dradenhuis weeft.

De ken-leer van Steiner vertoont gelijkenis met het mystiek model, en bestaat uit drie trappen of graden.

De eerste „Stufe" heet: Voorbereiding. De mensch begint, in den weg van meditatie, met de oefening van zijn geestelijke zintuigen. Hij moet leeren zich over de wereld te verbazen, en trachten hare verborgenheden te benaderen door waarneming met de zie 1.

. Daarna komt de Verlichting, dat is het beschouwen van de dingen met het orgaan der-helderziendheid, dat in elke menschenziel aanwezig is, en in de filosofie intuïtie genoemd wordt. Als vrucht van de opwekking der innerlijke zielsvermogens bereikt de mensch de hoogste tr, a, p', namelijk de I n w ij d i n g. De geestelijke wereld, die achter de zintuigelijk waiarneembare wereld ligt , gaiat voor hem open.

Op ds bijzonderheden gaan wij niet in. De nieuwe wereld, die Steiner ontdekt, heeft niet veel meer waarde dan de fantasie van een so'mnambule; ja soms zou men geneigd zijn te denken aan de hallucinaties van een lorankzinnige.

Voor ons doel is het genoeg, dat wij het karakteristiek element van Steiner's leer naar voren brengen.

Behalve het feit, dat de intuïtie (niet gemoedelijk, maar verstandelijk, bedoeld) de oude methode van logisch denken en experimenteel'onderzoeken vervangt, is bij Steiner merkwaardig de verheerlijking, ja iaat ons maar zeggen, de vergoddelijking, van den mensch. De naam van zijn stelsel is in dezen een ge'tuigenis. In onderscheiding .van de theosofie (saamgesteld uit theos = God en sofia = wijsheid), noemt Steiner zijn leer: a, nthroposofie (anthropos = mensch). Niet de Godskennis is bij hem bron van de wereld-en zelfkennis, maar, omgekeerd, van den mensch (in zijn zeven-deelig bestaan) uit wordt getracht het raadsel der wereld op-te lossen. Ook in de religie heeft Steiner God niet noodig tot verlossing. Verlossing is bij 'hem verlichting en dit licht daalt niet van boven, maar breekt zich baan uit da afgrondelijke diepten van de eigen zielewereld.

Het zou de moeite loonen ook' binnen den lering van het kerkelijke christendom de geéstesstemming en het geestesdenken (do theologie) te toetsen aan de nieuwe wijsbegeerte. Ook daar immers zien wij een accentverlegging, die overeenstemt met de verplaatsing van den nadruk, die de nieuwe wijsbegeerte kenmerkt. Een antirationalistische strooming doet haar stille werking in , de ondergrondsche sferen van het christendom. Neen, niet malleen in het onderbewuste, maar oofc' .in het kennen en belijden van de waarheid. Wat is de e.thische richting in haar eigenaardigheid anders dan een verplaatsing van het zwaartepunt naar het leven, en wel zoodanig, dat het leven kenbron wordt van de waarheid? Ook, op het irrationeele, het mystieke, van de. waarheid, dat voor geen formuleerifig vatbaar is, wordt door de Ethischen de nadruk .gelegd!

Ja., heel de christelijke theologie, zoover zij niet gereformeerd is, maakte duidelijk een zwenking' in de irrationeele richting. :

Piudolf Otto behandelt in zijn (terecht beroemd) bo'ék: „Das Heilige" het themaj: , „Het irrationeele in de idee vair het goddelijke, en z'gii verhouding tot het rationeele".

Karl Barth, de schrijver van het veel gelezen en geprezen boek „Der Römerbrief", zoekt ook in de onkenbaarheid Gods het wezenlijk elem> ent van de theologie. Het geloof is voor hem „de onuitgesproken erkenning van de paradox en irrationaliteit, het „nochtans" tegenover alle begrip', ervaring, feitelijke toestanden en gegevene verhou-\ dingen").

Naar haar aard en beginsel is de gereformeerde theologie voor den invloed van een wij'sgeerige tijdstrooming onaantastbaar. Haar vast fundament ligt in het Woord Gods, vertolkt door een confessie, die eeuwenlang den aanval van de machtigste geestesbruisingen doorstond.

Toch gelooven wij niet aan de eere van de gereformeerden tekort te doen, wanneer wij in de beweging der z.g. jongeren (die ook mede invloed oefende op het ontstaan van „De Reformatie") een reactie zien op het intellectualisme en rationalisme (dogmatisme), dat onwillekeurig, na een tijdperk van" geestelijken bloei, zijn werking begint te doen.

Ook de gereformeerde ontkomt niet aan den invloed van de geestesstroomingen van zijn tijd, en het is zijn roeping, zoowel afwerend als ópbouwend, zich van - dezen invloed rekenschap: te geven.

Deze roeping, sluit dus ook' het wij s g e e r i g onderzoek van deze tijdstroomingen in!


1) Voor een düWelöke besclirij-ying en priiicipiëele beoordeeling verwijs ik naar Hofer, III, "429 e.v.

2) Zie de zuivere en duidelijke karakteriek van Barth's theologie in de „Stemmen des Tijds", Maart 1924, door prof. .Wi. J. Aaldors.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

In de school der wijsbegeerte.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 1924

De Reformatie | 8 Pagina's