GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds H. C V. d. B.rink over veel, ook over het „naarstig toezien".

In de „Geld. Kerkb." herinnert Ds Renting aan onderstaande regelen van Ds H. O. Brink! in zijn brochure tegen de Ethischenr:

Zoodat het volstrekt niet te verwonderen is, dat in onzen tijd, die schier alles op losse schroeven zet, de Ethische richting wint aan invloed, dank zij vooral de _ dusgenaamde eenheidsbeweging, welke haar bakermat Kl en vuurhaard vindt in de Nederlandsche Christelijke 4 Studenten-Vereeniging. Terecht gaan dan ook reeds in P onze kerkelijke vergaderingen stemmen op, die er op aandringen de Candida ten tot den Heiligen dienst inzonderheid te onderzoeken op het stuk van het geloof aan de Heilige Schrift. Ook bij het na-examen, waar-• aan tal van onze Christelijke onderwijzers en onder-••• ' wijzeressen zich onderwerpen, mag de wacht bij het beginsel wel getrouw worden waargenomen.

Men ziet, dat deze woorden nog al spreken. JffiS^; duidelijk

Zóó duidelijk, dat ik na lezing erVa.n me nog •eens verdiepte in de brochure van Ds H. C. v. fj-Brink: „De Ethischen en de Christus". Ik.vond 'daar O'.m. de volgende uitspraken; ter wille van ^J^ ongunst der tij'den, onderstreep ik enkele uit-J^rukkingen, die, als ik of een ander volgeling der gereformeerde Synode ze zeide, onmiddellijk eeir fevwe zullen bij de zachtere hulpmiddelen blij'ven - advertentie van een uitgever, of een betiteling met dc'n term „Calvinistje" van een uitgever-redacteur, of ook met den naam „preciese, conservatieve, of broertje van „De Heraut", of lichtelijk verdwaasde van „'De Reformatie"" van een ander op den hals zouden haleir; en toch zijn ze van Ds H. C. v. d. Brink, medestander van Dr. J. G. Geelkerken en ondersteuner van deszelfs lichtelijk opgekomen ideeën. Hier volgt wat ik o.m. las:

„dat deze Ethische gevoelens niet overeenkomen met Gods 'Woord en DUS ook niet met onze Belijdenis (blz. 5).... Zoo er maar is een eenvoudig, kinderlijk geloof in de Heilige Schrift, dat wel niet tot begrijpen, doch tot aanbidding leidt.... (blz. 6) .... Inzonderheid dient gelezen en gekend te worden het tweede hoofdstuk der Dordtsche Leerregels, daar de afwijkende gevoelens der Ethischen vrijwel overeenkomen met de dwalingen van de Remonstranten der zeventiende eeuw (7) .... de Dogmatici der 17e en 18e eeuw — dat zijn onze beste. Gereformeerde godgeleerden! (14) Tot welke ongerijmdheid vervalt men toch, als men, in stee van ootmoedig-geloovend te putten uit de bron des Woords, naar eigen p h i 1 o s o p h i e van het menscheüjk standpunt uit de verborgenheden des heils gaat verklaren! (15)..-.. De Ethischen leggen terecht nadruk op de machtige beteekenis van het feit der opstanding, al ontbreekt het ook hier niet aan uitdrukkingen, welke het feit wat zwevend maken (19) De grondslag van het huis onzer hope wordt op deze wijze geheel veranderd en de vastigheid van dit gebouw op bedenkelijke wijze ondermijnd (20—21) Een flink catechisant zal het [beroep van Prof. Gunning op den Bijbel, K. S.l wel weten te weerleggen [maar tegenwo'Ordig.beteekenen al onze professoren niet veel bij. vele lezers van ds v. d. B. — K. S.] (22) De Ethische richting levert groot gevaar op voor ons en voor onze kinderen (24) Van samenwerking met de Ethischen kan op kerkelijk terrein in het geheel niet en op ander gebied slechts ten deele en onder zekere voorwaarden sprake zijn Ook bij den arbeid in de Zending en de Evangelisatie is samenwerkin, g zoo beslist mogelijk buitengesloten (24—26) zoo wij door genade minnaars zijn der prediking van het zuivere Evangelie, van den vollen raad Gods ter zaligheid, kunnen wij niet hand aan hand gaan met degenen, die nog wel het Evangelie verkondigen, maar „onder een deksel". (25).... Ook willen wij met name onze jongelieden ernstig waarschuwen tegen'het samengaan met de Ethischen in allerlei Ve r e enig i ngen en kringen, zooals Bonden voor jonge meisjes, jongelings--en knapenvereeni.gingen, 'Z endings studiekring en, STUDENTEN-VEREENIGINGEN, enz.

Het s c h ij, n t wel mooi onder de leuzê'^ffi^Kïenadering, verbroedering en eenheid; onder het bekende zeggen, dat wij elkander over de kerkmuren heen de broederband moeten reiken, ; , met elkander saam te komen tot 'het bespreken' 'van Gods Woord en het bevorderen der komst van Gods koninlcrijfc op allerlei terrein. Maar de ervaring leert, dat wie niet vaststaan in hun belijdenis — en die zijn toch onder de jeugdigen van jaren verreweg de meerderheid — zich door het ZOET GEFLUIT VAN DEN ETHISCHEN VOGELAAR laten bekoren en op den dwaalweg vervallen; terwijl de enkelingen, die vasthouden aan hun belijdenis en daarvoor uitkomen, met het tegendeel van Ethische liefelijkheden kennis maken en woldra zich genoodzaakt zien tot heengaan. De eenheidsbeweging onzer dagen is schoon, maar ze zoeke geen eenheid, waar die niet te vinden is, omdat ze niet bestaat. Een synthese, een samenvloeiing van de Ethische en de Gereformeerde richting is onbereikbaar. En „Ethisch-Gereformeerd" is een contradictie in terminis (d.i. tegenspraak tusschen de woorden zelve), het speciaal-ethische is in 1 ij nr e chten strijd met het sp e-ci a al-gereformeerde; en de elei-nenten van waarheid, welke de Ethische leer bevat, zijn, maar dan in hun vollen, veelzijdigen omvang, in de Gereformeerde leer begrepen en aan deze ontleend.

Men ziet, "dat nier zoo enkele van die gezegden zijn, die eiken discipel van Dr J. G. Geelkerken en van Ds H. C. v. d. Brinik' van vandaïig zouden doen zeggen, dat dat natuurlijk kwam uit het „'Gerefo^rmeerd Jongelingsblad, " of de „Amsterdamsche Kerkbode", of ^, Die Heraut" of „De Reformatie" of zoo'n k-e-r-k-b-o-d-e. Maar het zijn de woorden van Ds H. C. v. d. Brink.

Na lezing en bewaring dezer woorden trof mij' de kroniek in „'Geref. Theol. Tijdsahrift", waarin Dr J. "Waterink (maar die is ook maar Van „Die Reformatie") reeds den tweeden gang opdient van het aan Ds H. C. v'. d. Brink' voorgelegde menu van keurspijzen uit diens eigen keuken. De kroniek is voor onze ruimte veel te groot.

Daarom beperken we ons tot de opinerkingen, dat Ds H. C. V. d. Brink' vroeger dit beweerdl heeft, gelijk door Dx Waterink hem herinnerd wordt:

...uit de keuze der sprekers, die zij o.a, op haar zomerconferenties laat optreden blijkt genoeg (omtrent) baar beginsel en methode.... Voor de Gereformeerden is in de N.C.S.V. jnist omhaar algemeen christelijke beginselen en haar methodistische werkwijze geen plaats. Dat zoovele gereformeerde studenten 'lid zijn van de N. C. S. V.. .... dat vind 'ik een v a n d i e bed ro e veli"d e V e r s c h ij n s e 1 e n, die erop w ij z e n, hoe met name onder het opkomend geslacht verflauw ing en verwatering, onbelijndhei«3 en oppervlakkigheid toenemen. — Want als iemand zich een taaken plaats en gezelschap kiest, dan steekt er ook in die keuze een b elijd, enfi.s, e.a too nt ook 249 die keuze, d o o r ' w e 1 k ó beginselen men zich laat leiden.

Gelukkig dat er dan ook nog vele Gereformeerde studenten zijn, die principieel bezwaar hebben tegen het lidmaatschap der N. C. S. V. —•

En tegen den invloed dezer (ethische) richting hebben we ons terdege te wapenen en onze kinderen' te behoeden en te beschermen. Door stevig vastte houden onze G er'e f orme er de belijdenis. Door te staan naar degelijke kennis dier belijdenis, w'aartoe getrouw bezoek van kerk en catechisatie onmisbaar is. Door bij samenwerking In e t E t h i-s c h e n (b.v. op het gebied van zen dings studie en van studenten-o rganisatie) zeer op zijn hoede te zijn tegen doorvloeien. Alleen voor d e-g e n e n, d i e g o e d g e f u n d e e r d z ij n inde zuivere leer der waarheid — en dezulken vindt hl e n h e 1 a a s, o n d e r het opkomend geslacht niet in grootcn getale, inzonderheid niet onder hen, die zich g a a rn e „inte.llectueelen" noemen — levert het verkeer met Ethischenhet minste gevaar op. Zoo zij althans waakzaam zijn. —

Maar naïuurlijk is het gevoelen of besluit der meerdere vergadering voor de plaatselijke kerken BIN­ DEND. Stel eens, dat dit niet zoo ware (gelijk op independentistisch standpunt beweerd wordt); dat slechts een goede raad werd gegeven, welke naar eigen willekeur kan opgevolgd of ter zijde gesteld worden — dan werd alles in het kerkelijk leven op losse schroeven gezet; dan zou het doel der meerdere vergaderingen: een goede orde in het kerkelijke leven te brengen en te houden, ten eenen male mislukken. —

Wat de kerken, krachtens het kerkverband in die meerdere vergaderingen saamkomend, daar met elkander goedvinden en besluiten, dat moet dan ook door allen voor vast en bondig worden gehouden. Het niet-uitvoeren van besluiten, genomen door wettige k e r k e 1 ij k e vergaderingen en niet ingaande tegen Gods Woord, is in beginsel een verbreking van het kerkverband."

Ten tweede dient met ernst te worden gelet op liet kerkelijk standpunt van de candidaten. In den boezem onzer kerken nemen we helaas, al meer verflauwing en verslapping te dezen opzichte waar, inzonderheid bij het opkomend geslacht."

De lezer bemerkt, dat hier. wel enkele dingen in gezegd worden, die in den laatsten tijd niet alleen verzwegen, maar zelfs tegengesproken worden. Hier en daar hebben zelfs de tegenwoordig als conservatief bestempelde bladen een ruimere opvatting verdedigd dan Ds v. d. Brink hier doet.

En nu kan het een onwaardig spel zijn, iemand te laten in co^nflict komen met uitspraken van hemzelf uit vroeger tijd.

Maar het kan oo'k goed zijn, een leider te herinneren aan zichzelf.

Het laatste geval is m.i. hier aanwezig.

Eén van beide: Ds v. d. B. onderschrijft niet alle beweringen meer, die hier afgedrukt zijn, of hij doet het wel. '

Doet hij' het niet, dan is hij veranderd, maar zal kumien verstaan, dat anderen niet zoo-heel gauw veranderen, als hij', en moet O'Ok de schare, dia thans door hem tegen de „Asser Calvinistjes" (de uitdrukking is niet van hem, maar wel van een zijner medestanders) in de „bezwaren" gezet wordt, nu eens heel precies vertellen, dat hij'zelf tot vo'or zeer kort ook een heelemaal niet buiten-modelsch „Calvinistje" was.

En is Ds V. d. B. het nog heelemaal eens met wat hij' toen schreef (b.v. over de N. C. S. V. en over de evangelisatie, en over heel veel meer) dan moet hij niemand kwalijk nemen, als hij zoo voor zichzelf stillekens gelooft, dat het tusschen Dr J. G. Geelkerken èn hem n"i e l ton komen tot een positief werkpro'gram maar dat beider innige samenwerking alleen maar kan besta.an bij de gratie van iets negatiefs.

En dit laatste neem ik' liefst aan. En vanwege de eerlijkheid zeg ik 't ook maar eens een keertje hardop. Misschien komt er zoo weer stof voor veel van zijn discipelen, tenminste diegenen O'uder hen, die hem vroeger maar lieten praten, maar die tegenwoordig allergenadigst hem w'illen aanhooren, nu hij wat anders zegt dan te voren, althans verzwijgt, hetgeen hij' te voren sprak.

Maar Ds v. d. B. moet het geen mensch kwalijk nemen, dat men nog onder den indruk is Van zijn vroeger aarts-gereformeerd en hoog-kèrkelijk en uiterst Synode-getrouw onderricht. Ik vermoed, dat zijn vroegere Jeerlingen langer hem zouden trouw gebleven zijn, dan zij'n tegenwoordige het zullen dóen.

In de „Nieuwe' Prov. Gr. Ct." komt een advertentie voor van iemand, die een huishoudster noodig heeft. Slechts als zij beslist anti-synodaal is, kan zij als huisgenoote erkend worden, zoo luidt het stichtelijk geschrift.

Op. grond van zijn vroegere uitlatingen, vrees ik, dat D'S H. C. v. d. Brink, stel, dat hiji eeln vrouw was en naar deze eerzame betrekking solliciteerde, bij deze welbewuste anti-synodale familie niet z; ou worden toegelaten zonder. een . zeer ernstig en naarstig onderzoek'. *IIÉ^'v

Over de „Co^mité's van Actie".

„De Heraut" merkt op in een art. Van Prof. Kuyper:

En nog veel minder is liet natuurlijk geoorloofd, •dat zulke bezwaarde broeders, hetzij dan ambtsdragers of gemeenteleden, zich gaan organiseeren, een hoofdcomité benoemen om aan hun actie leiding

te geven, overal in het land plaatselijke comité's gaan vormen om propaganda te maken, een om zijn dwaalleer afgezet predikant laten optreden, en raad en financiëeie Imlp boloven aan ieder, die met de besluiten der Synode^ in conflict komt. Dat is de revolutie in de k e i-k. Of wil men lievei-, het is het toepassen van de bekende bolsjewistische practijken op kerkelijk gebied. Zelfs de terminologie, die men hiervoor gebruikt, is blijkbaar aan dit Bolsjewisme ontleend. Want het dool is, zoo als men openlijk verklaart, overal tot „kernvorming" te komen, d.w.z. op elke plaats een „kern" of g.i-oep te vormen onder vaste leidiirg, die eerst in de Kerk trachten zal aanhang te winnen en invloed uit te ' oefenen, ten einde te maken, Jat de volgende Synode op hare beslissing zal terugkomen, maarora tegelijk te zorgen, dat wanneer de Synode dit niet doet, de heelo organisatie gereed ïs om met de Synode te breken. Zulks nu kan in geen Kerk woi; den toegelaten.

Ds H. S. Bouma ^aiijLeeuwaixleii schrijft in „Frieksch Kerkbl.": , i^^il' - 'W^^

Men houdt allerwege zich bezig met pogingen, om comité's van actie te organiseeren, die geleid worden door een Centraal Comité, dat een vast doel voor oogen heeft. <

Wat men van die zijde los wil laten, weten, we, maar zij, die zooveel te zeggen liebben over de „geheimdoencrij" te Assen, werken over de heele linie zóó ondergrondsch, dat niemand kan zeggen, hoe ver men het heeft gebracht.

Over de bedoeling zegt Prol. Bouwman in „De Bazuin":

Dr Geelkerken heeft waarschijnlijk zoo gesproken en gehandeld omdat er in de laatste jaren een groep van menschen binnen den kring onzer kerken zich gevormd had, die ruimte voor een breedere strooming wilden "banen. Mr Theyse heeft verklaard aan den correspondent van de „N. R. Crt." (20 April 1926): „We hebben ons program niet opgezet als een zaak-Geelkerken, of een zaak-Amsterdam-Zuid. Ons streven bestond reeds voordat er een geval-Geelkerken was. Het is door dit geval op incidenteele wijze tot uiting gekomen, maar het omvat veel meer dan dit ééne bepaalde punt. Doch onze tegenstanders hebben ontijdig een conflict geforceerd." „Wat wij van dringenden aard achten, is, eene herziening van de christelijke ethiek, waarbij men zich op het universeele levensgebied beweegt en zich alloen maar ' behoeft af ^ te vragen, in hoever men zich daardoor Christus gedragen weet. Dat zal een geheel ander karakter geven aan het christelijke leven dan de norm, die men thans aanlegt, , en waarbij men, innerlijk mokkend zich oidhoudt van wat niet „past" en niet „mag"." Men wil dus meerdere vrijheid van levensbeschouwing, niet meer gebonden zijn aan de bestaande objectieve nonnen. Norm moet alleen zijn, dat men'zich door Christus gedragen weet. En dit ligt geheel op de Ethische lijn.

En over een der resultaten merkt Ds op' in de „Leidsche Kerkb.

In Gouda is dan ook diet resultaat geweest, naar men mij mededeelde, dat het comité-Geelkerken aldaar weer ontbonden is. Dit kan en moet inzonderheid voor Gouda's Kerk, die toch al zoo geteisterd werd, verblijden. Maar schooner zou het zijn, indien Dr G. zelf inzag: zóó kan en mag 'tnicl.

Verzet tegen de Synode, vroeger en nu.

Prof. Kuyper sclirijft': *faï 'eiraut":

Dr Geelkerken bezit een ongeëvenaarde virtuositeit om de publieke opinie te zijnen gunste te bewerken en zich zelf als martelaar voor te stellen. En heel de liberale pers steunde hem daarbij met het doorzichtige doel om het vuurtje van tweedracht in onze Kerken aan te. stoken. In de dagen van den doleantiestrijd, toen het er om ging, hot gezag van Christus over Zijn Kerk te handhaven, noemde de liberale pers ieder, die deswege tegen de Synodale besturen der Kerk in verzet kwam, „revo\utiemakers" en „opstandelingen". Thans daarentegen werd Dr Geelkerken juist als held verheerhjkt en bejubeld, omdat hij den moed had voor het gezag van geen kerkelijke vergaderingen zich te buigeu. „'t Kan verkeeren", zei Breeroo. Daarbij kwam, dat de publieke opinie al meer werd vergiftigd....do, Qr aUorlei onware, voorstellingen.

Origenes en de Schrift.

Dr S. O. Los zegtSiÖ^ „Geref. Kerkb. van Den Haag":

Evenals de reformatoren stelt ook Dr Kuyper zich dus tegen de oude dwaling van Origenes om tweeërlei zin van de letter der H. Schriff, de vleeschelijke en de geestelijke zin, te onderscheiden. Deze dubbele zin der Schrift is een gevolg van zijn aan Plato ontleend wijsgeerig inzicht, dat de aardsche dingen geen reëel bestaan hebben, maar afbeeldingen zijn van de hemelsche.

De onderscheiding van een symbolische en een werkelijke zin van de woorden der H. Schrift is geheel iets anders dan de typische of dioramatische zin, die door de reformatoren en Dr Kuyper wordt aangenomen. De geestelijke, allegorische exegese der . H. Schrift door Origenes loste, zegt Prof. H. Bavinck, de ChristeUjke religie in ideeën op. Zij zoekt een compromis tusschen de dwaasheid des kruises en de wijsheid der wereld, en is zoo de schoonste en rijkste type van de telkens in de kerk opkomende Bemiddelingstheologie. (Dogm. I, 118.)

Volgens het jongste geschrift van prof. dr G. - Ch. Aaklers is de symbolische opvatting van de H. Schrift de oorzaak, dat men de zintuigelijkc waarneembaarheid van de slang, haar spreken en de beide paradijsboomen, disputabel stelt. Hij vraagt: wanneer de benaming eener zintuigelijk-waarneembare zaak (slang, boom) wordt gebezigd, om eene niet zintuiglijk - waarneembare zaak te benoemen, wat is dit anders dan symboliek?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 mei 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 mei 1926

De Reformatie | 8 Pagina's