GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het promotierecht voor de Theol. School.

Nog steeds houdt de zaak de aandacht van de kerkelijke pers gespannen. Het is te betreuren, dat in een enkel geval de tOiOn ietwat beneden het gewenschte peil staat, en dat met name tegen het artikel van Prof. Grosheide bezwaren worden ingebracht, die niet juist zijn. Niemand kan dit meer betreuren, dan wie, in hetzelfde gevall varkeerende als ik, voorstander is van de erkenning van het recht, dat b'opleit wordt..Wil mèn het doel bereiken, nu, of in de toekomst, dan is zuiverhouding van

hei debat een eerste Tereischte.. N'amen noernen is hier niet noodig.

Van hetgeen mij onder de oogen kwa.ni uit cle kerkelijke pers geet ik enkele korte citaten.

Prof. Bonwman wijst in „De Baizuin" eerst er op, dat een p r i n c i p i ëe 1 e beslissing over de zaak nog niet genomen is, ook niet op de Synode van 191-1. Haar afwijzing geschiedde zonder'tlat de vraag principieel onder de oogen was .gezien. We lezen:

Do vorm van de. voorstellen van 1914 was een geheel andore dan die thans door Overijsel gegeven is. ET is in 1914 niet alleen in de pers, maar ook op de Synode er op gewezen, dat het doctoraat is eè.n schoolzaak, dat. de school zelve het recht heeft om als wetenschappelijke school te doctofeeren. Maar door een zaak, die er niet bij behoorde, is in 1914 het debat geheel vertroebeld on in een verkeerd spoo.r geraakt. En toen eenmaal de kwestie van het doctoraat in een verkeerd liclit w.erd gezien, was-het niet meer mogelijk haar zuiver te behandelen. Prof. Hoekstra heeft toon mede namens anderen de juiste denkbeelden over een doctO'raa; t aan de Tlieol. School in een kort en duidelijk betoog^ voorgedragen, en de gedachte uitgewerkt, die herhaaldelijk ret> ds vroeger - in „De Bazuin" was voorgesteld, maar het mocht niet baten. De bestrijding van een gedachte omtrent leeringen van Dr Kny-• per ter loops in het geding gebracht beheerschte het debat. Voor menigeen was toen de beschouwing door Prol. Hoekstra gegeven geheel., nieuw, eai de rapporteur. Prof. Bavinck, sprak uit dat hij zeer waarschijnlijk wel kon medegaan met deze gedachte, maar dat dez< > thans niet aan de orde was, en dat-zij later wel eens kon behandeld worden. Daarop - deed Prof. Bouwman het voorstel: „Des Genera.le Synode, het rapport der Commissie gelezen en ds debatten gehoord hebbende, het niet wenscheli|k öotdéelénde, dat dit punt door een onrijpe en onzuivere stemming lieslist wordt, besluit een vijftal deputaten te benoemen, met de opdracht de zaak van het doctoraat principieel te onderzoeken." Doch dit voorstel kon slechts 14 stemmen op zich vereenigen.

Slen werpt tegen, dat dè begeerde; „uitbouw*'* yan de Theol. School in strijd is met het „beding", waa, iop de vereeniging der kerken in 1892 tot stand kwam. Prof. Bouwman ontkent de juistbeid van deze bewering:

Uit don vorna van'het'hèjilïti*, 'etèiials'uit de tóen gewisS'èlcte .stukken, blijkt dat.Jiot bij de Vereeniging, , voor hen che het beding, stelden, eenig on alleen ging over.biot zeggenschap. der .kerken inzake de op-.leiding.

De kwestie liep • niet, zooals later wel eens gezegd •' iXover de 'vraag öf de opleiding Universitair of seinihailstisch zou zijn. Er is töén niet óveir gehaiidèUli of de kerk wat inen'iioemt een seminariuni zou hebben voor de opleiiÜng, .: neen, een wetenschappelijke opleiding werd door aUeh begeerd, en een seminaristische opleiding werd, zooafs Prof. Wielonga, . schreef („De Bazuin'' 1 Dec. 1899), door niemand noodzakelijk geacht.. „bok ging het niet", zoo. zegt-Prof.. .Wie-> lenga, „over kerkelijke opleiding--en , vrije studie-. De ; vrije studie wilde niemand uitgesloten zien, gelijk ze ook in de kerken van 18.34 altijd, in. zeer ruimen 'zin.zelfs, is gehandhaafd. Het eigenlijke en eeniga "geschil liep'over het zeggenschap der kerken inzake - de opleidi'njg ha.rer 'leeraren."'

Prof. Bouwman gaat vervolgens na, , welke veranderingen in het bestaan der Theol. School hebben plaats gehad na het „beding", veranderingen, welke door niemand werden gezien als strijdig met het beding, ' welke integendeel met nadruk gevra.agd werden, óók door hen, die thans .den laatsten uitbouw der Theol. School niet wenschen. Toch-kwamen die veranderingen hierop' neer, dat de Thèol. School .niet meer praktisch een alleen domineesvormende inrichting werd, maa.r een theologische hoogeschool, met wetenschappelijke inrichting, die ook wetenschappelijke graden verleende (getuige ook de eischen van toelating, gelijk aan die van de V., ü.; getuige de wijze van examinatie en de eischen, bij de examens gesteld, getuige ook het feit, dat de kerken voor de candidaten van Kampen precies dezelfde kerkelijke examens behouden als voor die van de V. U.). Daarna gaat de ho-ogleeraar ver-der:

Door deze ontwikkeling der Theol. School werd natuurlijk het beding van 1892 niet opgeheven. 'Sie^ mand die er aan gedadit heeft. Ook kan niemand op goede gronden zeggen, dat elke uitbreiding of ontwikkeling van de Theol. School een schending zou zijn van hetgeen in 1892 bedongen is. In 1892 is lalleen bedongen, dat de kerken het zeggenschap zouden hebben over de opleiding. Voorts is bcdo-ngeh dat de opleiding wetenschappelijk moet zijn. Maar e-r Is absoluut niets van gezegd, dat de opleiding niet verder mocht gaan dan tot een Candidaatsexa.men. Als de kerken een broedere en een diepere ontwikkling voor begaafde studenten wenschelijk mochten oordoe-Ion, dan mogen zij met het volste recht uitspreken, dat ook de Theol. School haar onderwijs nog wat mieer uitbreidt. Principieel kan er geen bezwaar zijn. Het onderwijs aan de Theol. School dient wetenschappelijk te zijn. Het Canchdaatsexamen moet wetenschappelijk zijn. Waarom zou de Theol. School niet het doctoraal-examen mogen afnemen.

In „De Wachter" herinnert Ds Doekes o.m. aan de besluiten van de Synode van 1914; ook hij wijst af de gedachte, dat daar „een principieele beslissing" zou zijn - genomen. We lezen:

Het grondt de loochening van bedoeld recht hierop, dat de Theologische School de eigen inrichting der Kerken is. Het zegt niet, dat de uitoefening van heli jus promovendi voor haar onnoodig moet worden geacht. Noch ook, dat het om rira-ctis.^he redenen thans ongewenscht is, dat ze-dit recht uitoefent. Neen, - er is uitgesproken, dat zij in genoemde kwaliteit op het - promotierecht geen aanspraak kan maken. (Dr. Greijdanus, De Bazuin van 27 Növ. 1914.)

Is hiermee bedoeld, ' dat een dergelijk privilegie afhangt van de vraag, wie een hoogeschool verzorgt en van wie ze uitgaat? We kunnen het moeilijk gelooven. '' Dr Greijdanus heeft tegen de absurditeit van zulk een stelling aangewezen; Alsof de Theologische Sohool geen aanspraak maken-kan, zoolang-ze. staat onder de jurisdictie van de Kerken, maar er wel recht op hebben zou, zoodra' een Rockefeller of een vereeniging van burgers, kooplieden, enz. haar overnam! CD e Bazuin van 27 , Nov. 1914.)-

Inderdaa'd, men denke eens aan. den zeer. be'roemden - en wijzen gemeenteraad .van Amsterdam, 'die een universiteit er op na houdt. .

In hetzelfde blad schrijft Ds J. H. Rietberg tegen het in „De Reformatie" opgenomen art. .van Prol. • 'Groshei-de. Met name tegen Prol. Gro-sheide's ópmerking; -da-t—iemandv-di« Ie-• Eam-pen---eandidi'aat wordt, niet candid-aial i'si'\!'öior'd'eri doctoralen graad, maa.f candidaat tot den'heiligen dienst, stelt Ds Rietberg de repmerking., dat, ; ook.vreeds blijkens de te Kampen uitgereikte bul, sinds de reorganisatie van de Theol. School ha, ar candidateii zijn: 'candi-: 'daat in de-heilige go-dgeleerdheid. 'Vervolgens: '

Dat een candidaat in de heilige Godgeleerdheid, - komende van do Theol. School het predikambt begeert, blijkt niet uit zijn Candidaatshul, iiiaaruit het .feit dat hij zich bij de Kerken aanmeldt voor het praeparatoir examen. Dan eerst blijkt het, dat hij zich Candidaat wil gesteld zien tot don Heiligen Dien.sit. - Als hij voor dit praeparatoir examen 'slaagt, wordt ] door de Classis dan ook verklaard, ' dat-hij m a-g .staan naar den Dienst des' Woords. Maar dit staat; niet in de Candidaatshul van Kampen. Dat is 'eén Candi ilaatsbul in de h e i 1 i g e G o dg ele e r d h ei d. En omdat Candidaat zijn beteek'ênt n'aar ieté dingen, daarom'blijkt uit die'bul'dat hij als Candidaat in de heihge Godgeleerdheid ding t naar hetgeen'op J het Candidaatsexamen'kan volgen, nl. den doc.fo.-'; ralen graad. Hoe zou anders de V. ü. Candidaten» van Kampen zonder examen kunnen toelaten om-te ' , promo veeren? , . , '.

Even later:

„In het voorbijgaan": herinnert prof. 'Gr.' er even f aan „dat in Nederland de doctorstitel; egn-c-diCsqir; dej! wet .beschermde titel, is, " , , .. ^ . . . , , f

Laat ik in het voorbijgaan er even aan niogon her-J , inneren dat de A'. U. den effectus ; civ-ilis ook; niet heeft voor de Theol. Faculteit. En hoe - reageert'de ^ wetehschappolijke wereld dari'op den doctoralen graad van de Theol. Faculteit der V. U.? Als dat in orde' is, waarom zou. het dan...voor Kampen" ni e t' in orde ziin? r'#'-Qfe.'P*fe'? C^ '-•• '; . .•'

Indertijd is mij'persoohlijk'doof een hosgleeraar; van een rijksuniversiteit nadrukkelijk verzekerd, , .dat'; aan, deze universiteiten de : pxamens van-de. Y'. U.; •óók niet, erkend wcirden; iemand, die, n, a.'.candida: ats-' examen: aan de-V.ü. te hebben gedaan, zou' wil-'; len promoveeren aan een rijksuniversiteit, zou daar' opnieuw candidaatsexamen moeten afleggen. Over': de beteekenis van den „effectus civilis" - moet men' dan ook zich geen illusies scheppen, wat betreft' de aanvaai'ding van de examens der V: U: buiten haar kring. Toch zou hèt wel een dwaas moeten, zijn, die 'durfde beweren, dat het wetenschappelijk peil der V. U. staat beneden.dat der rijksuniver-. siteifen. De dissertaties - bewijzen het .wel - anders. Maar daarom--kan. in Kampen hetzelfde gebeuren; en — kan „de wet" ons' niet hinderen. , : ,

Dr C. Bouma merkt in het „'Geref. Kbl. v. Ov..en Dr." op, dat, we na-1914 tliansin een heel andere sfeer leven; dat-o-o-k de-wijze van voor-'dragen der gedachte van het promotierecht van Kampen thans verschilt van wat toen te . zien kwam:

De twist tusschen A en B, die we nu gelukkig vergeten zijn.

Gelukkig vergeten. Zóó is de sfeer van 1927. Anders dan die \-an 1914. Dat wéét ieder, die in die jaren heeft geleefd. En dat behoort ieder te erkennen. Ik ben het geheel eens met wat Dr H. H. K. dienaangaande schreef: „Er is een hartelijke sajnenwerking op schier elk gebied, waarvoor we God 'niet genoeg kunnen danken". Wij zijn naar elkander toegegroeid, zooals Prof. Grosheide schreef in „De Reformatie". Dat is de sfeer van 1927. En dat was niet de sfeer nog van 1914; althans nog niet in die mate, dat alle vragen van ons kerkelijk leven van uit dat gezichtspunt konden worden bezien en ook zjjn bezien.

Maar daarom gaat het niet aan, nu, in 1927 nog te argnmenieeren met de redeneering, dat in 1914 de zaak principieel is beslist. Neen. ^oo i s het niet. Toen is de zaak besloten in de stemming van 1914, nog de verdeeldheid'tusschen twee partijen. Toen za-t nog de liefde voor Kampen 5£ Amsterdam den broederen in het bloed. Nu is het de liefde voor Kampen èn Amsterdam. Dat is het verschil. Wie toen voor Kampen was, stemde en sprak voor. En - wie toen niet voor Kampen was, stemde rnisschien niet voor.

Dat is nu Gode zij dank veranderd. Niemand, die heeft meegeleefd, zal het anders zeggen. Niemand, die het ziet, zal er God niet voor danken.

De „Leeuw. Kb." meent, dat een twistappel binnengeworpen "wordt, .als men de'kwestie aa, n de orde stelt:

Wanneer een .gegeven toestand rust op een compromis en aan de eene • zijde. wil men op dezen c.ompromis-, iOcst.and iiibreuk maken, dai stelt men vcii' dif' zijde eigenlijk geheel het compromis op losse schroeven, want, da, n geeft men daarmede ook aan de an-dere zijde het recht weder kwestieus te maken, - «'at m-en eenmaal was overeengekomen. Zoo staan we bij den eisch' van het promo.üerecht dus eigenlijk weer voor de 'Opleidingskwestie in h a a r, g e h e_e 1 e; n q-m v a n g in lengte-en breedte-en diepte en hoogte.

Of het op zichzelf wenschelijk zou zijn, de kwestie dan nu maar eens uit te vechten, laten we rusten. Maar dat het onder - de gegeveji omstandigheden nu daarto'ede beste tijd zou zijn, - wagen we. toeh in allen ernst , in twijfel-te trekken. De Fris, ; die. nu .weer dezen twistappel geworpen heeft onder.ons volk, draagt o.i. door haar onvoorzichtigheid, ja, - roekeloosheid, wel een zeer groote verantvroordelijkheid. , - : -; .

Tégen - déze' ópmerkiiigen' is ïn' het bó'Vë'nsta*a, nda al iets ingebracht., tlni van 'den' kaïit, '^an hen, die de zaak op het lapijt' brachten, géén sprake is vaneenige .onvriendglijkheid tegen de^V, ]]. kan men soms'-reeds uit het-lezen - van hun namsn afleiden. Men zal-zich die' moeite dan O'Ofc wel moéten ' getroosten]-• ook ''al öm'^t-e-: versta an, - dat . wat verlangd wordt 'met' de "„'opleidingskwestie', '-^? niets .te maken heeft Het is zuiver een kwestie' van afmaken wat reeds be'gonnen is, van yoo-rt-•weven aan - een.opgezet getóuv? , van praktijk voor stndenten-, die. .prqmoveeren , , 'jyilli6ii.., , ea ten 'slotte van, nuchterheid: omdat, een - , theologische lioogegchooil' in • zichzelf het rechti heeft gi; a, den te verleenen, zónder dat da.arbij-een vereeniging' oif co'mmunistis'c-he 'gém-eènteraads'leden-fe paé behoeven te komen. " '" .'' ' '' , ' " '': .^; ^-i> /'fe^

Ds Renting zegt'dan "ook in' dé'''t)Gel'd'; "'Kb.":

Er is aanleiding .-genoeg, om-; een vroeger .genomeff"; besluit aan iievisio te onderwerpen of, wil men, , om-rekening houdende .-met he-t historisch .gewordene, het recht te erkennen^ dat de Hoogeschool, waaraan weten-' schappelijk onderwijs gegeven: wordt, als .zoodanig be-' zit. Gelijk datzelfde-recht hetrek-kelijfc nog maar kort ' geleden ook aan andere luriohtingen voor Hooger On-, derwijs, die .geen Uiniversiteiten zijn, — wü.bedoelen; de Landhouw-Hoogeschool te Wageningen, de Technische-••'Hoogésc-hooi te Delft, 'de'Hande-ls-iHoogesehool te Rot-

Als het; -de bedoeling wag, om: iets .aan de Vrije .Uni-.• , versiteit te kort te doen, danzopden - we oüs..^et kra'oljt tegen een dergelijken tgelég verletten. IVJaar 'nu de begeerte naar'de e, rk én, ïi; i n g vaii het próm'otié-recht opkomt uit. de overweging, dat réêds de eerste stap : op dien weg '•weJd"g'ez'et in 'hèt ^cadernifech taindidaat.? -' examen en deze weg toch consequent, tot hét einde toe • mag-wo-rden afgeioopen, nu'schijnt het ons toe, dat-men niet: anders '-dan - billijk en; verstandig zqu.handelen, wanneer men het gevraagde, toestond en nien — vergun ons de uitdrvikking.— ook, tei Kampen den doctorshoed, verkrijgbaar stelde. " - -.'«'rf .-•.-. •-•

hoed, verkrijgbaar!

Ook verstandig! ' ' ' "'' : , We' gelooven, dat dé óïidfeïlinge lief-de-''en-'de' onder-' • lihge Waardeeïing er door zoiideü toenemen '«'n.^dat - deze: liefde en waardeeri-ng ook der-Vrije-Universiteit. ten goede - zoude komen, ook-thans, - nu het Universitair . onderwijs noodzakelijk moetJworden uitgebouwd!

• Later no'g wél meer. ' '

Kittel-Obbink-Grosheide-de Bray.

lii.'-„iLte., JIarvormiag..', '.., , sie.hrijft Da..JQxiJAcar, ..4vJ: ij.zinnig) over de „gematigde «'I'thodo-xie" van Kittel— Obbink. Bij de bespreking van het sta; ndp.unt, dat de duitsche hooigleeraa, r Kittel en 'de nelerlandsche (ethische) hoogleeraa.r Obbink innemen inzake de religie van het Oude Testament, lezen we o.m.:

Het bijzonder karakter van dit boek (het. 0. .T.) ligt nl. in zijne religieuze waarde, welke religieuze waarde o.m. gezocht wordt in de wet, hoewel het in deze heet dat zij in Mozes' geest is opgetrokken op den grondslag van het geniale werk van den Babylonischen Hammurabi. Voorwaar een ietwat duister standpunt; heel wat minder duidelijk dan wat wij lezen in de door Prof. Grosheide bij Kok in Kampen uitgegeven G h r i s t e-• lijke Encyclopedie voor li'e t Nederlandse he Volk: „met de wijsheid, die van Babel uitging heeft Israels God in Zijne bijzondere openbaring den , strijd aangebonden". — In gedachte hooren wij Guido de Bray instemmen: „juist zoo".

Pikanterie en profanatie.

In „Delfsh. Kb." schrijft Ds Nomes iets in verband met wat hij las in het „Alg. Weekbl. v. Chr.dom en Cultuur":

In het „Algemeen Weekblad voor Christendom en Cultuur" kwam onlangs een artikel voor van de hand van Marinus Cook. Het was getiteld „Die zelfkant" en biedt allerwonderlijkste staaltjes van valsch vernuft en gebrek aan eerbied voor het heilige.

Zie hier eenige schier dngeloqfelijke mededeelingen, die ons toonen, hoe groot het gevaar is, als men den eenvoud en de soberheid prijsgeeft, waarmede Gods: Woord spreekt over den weg des levens.

„Zoo kondigt een Baptisten predikant, E. Hez Swen in de hoofdstad des lands, Washington, aan, dat hij, , tot meerdere stichting der gemeente, zal preeken overliet onderwerp: „Waarom een man een groote schaal met een gebraden kip er op uit het raam wierp".

Een ander, zekere B. G. Hodge, predikant te Owehsboro, Kentucky, noodigt zijn gemeente tot de godsdienstoefening door bekend te maken dat hij zal spreen over het onderwerp: „Solomon, a six-cylinder-; " sport" (onvertaalbaar), en doet in zijn aankondiging: , de volgende vraag: Zoudt gij evenveel vrouwen en bij-s wijven kunnen hanteeren als deze oude snoeper? " Ter-; wijl een zekere Dr Knickerbocker, te Knoxville in Tenessee, door de geheele stad laat aanplakken dat het onderwerp van zijn predikatie zal zijn: „Bijen en Vlin-

ÏÏei's", en vlinder een grafrede zal geven op een dóode*

De gewoonte, om door het stellen en beantwoorden van vragen de Zondagavonddieüsten, zoo niet stichtelijk, dan toch aantrekkelijk te maken, neemt hand over hand toe en leidt tot allerlei dwaasheden. Een zekere predikant William Elliott Hammond, té Wheeling, kondigt aan, dat hij de volgende vragen zal beantwoorden;

1. Wat was het resultaat van uw persoonlijk interview met Fatty Arbuckle? (de bekende movie-artist, die te San Francisco den dood veroorzaakte van een movie-actrice).

2. Vertel ons, wat Arbuckle zei, toen gij hem vroeg - op welke wijze hij.80 pond gewipht verloor. •

3. Kunnen meisjes met groote voeten landarts ziJn?

4. Hebben dingen, dié met de dooden begraven worden, , ook invloed op de ziel?

5. Trekt concentratie van gedachten de geesten van onze overleden vrienden aan?

6. Heeft voortdurende droefheid over den dood van «en geliefde invloed op zijn ziel?

7. Moeten de Vereenigde Staten zich op den volgenden oorlog voorbereiden?

Deze gewoonte leidt vanzelf tot het bespreken van wereldsche onderwerpen op den kansel. Zulke onderwerpen kunnen van algemeen belang zijn, zooals b.v. het bespreken van den oorsprong en groei van de Republikeinsche partij, of verloopen in discussies als deze: , •.".; Li •

„Liefdes Triomf". HiS? ''"

Hoe de liefde psychologisch onweersta-anbaar te maken. Hoe ongunstige toestanden en hinderpalen van de liefde te overwinnen. Hoe koudheid en onverschilligiieid in het voorwerp zijner liefde te overwinnen. Troost woor hen, die bemind hebben zonder succes. Hoe zü, •die liefde missen, al de belooningen der liefde kunnen iezitten door zich toe te leggen op sublimatie (wat dat dan ook mag zijn). Hoe de liefde onvoorwaardelijk genoten kan worden. Dit is de laatste bespreking van het .Liefde-leven."

"^ • Deze dingen mogen ons „uitersten" tooneü, zij zijn 'toch zeer s^Drekend voor de zucht om de kerk vast te "houden en de menschen te binden, niet door de macht van Gods Woord of de werking van Zijn Geest.

Hier speculeert de vindingrijke mensch op de nieuwsgierigheid van godsdienstig indifferenten.

Wanneer de Kerk door zulke kunst-en vliegmiddelen gediend moet worden, is haar ondergang niet ver meer.

Zonder in al deze uitersten te vervallen heeft de eenzijdig naysticistische strooming, die de theologie in ons land op. ©en doolspoor bracht, analogieën met deze buitensporigheden vertoond. De wellustigheid, waarmee vreemdsoortige vergelijkingen en opzienbarende titulatuur ook nu nog in bladen als „De Saambinder" worden gezocht, wijst 'op een dergelijk angstgevoel: zekero' reclamezudht grijpt naar buitensporigheden, die de aandacht trekken, omdat de eigen gedachten niet meer boieien. De lijnen der Godsopenbaring kan men niet meer grijpen; klaar eenvoudig wil men . ook niet zijn; en het einde is: de vlucht in deze buitensporigheden. Al lean het angstgevoel veel ter verontschuldiging bijbrengen, toch is de bijbel er niet, om de armoede - en den onwil zijner lezers te helpen bedekken achter wa.t tooneelwerk, decors met bijballekslen"óf - termen. Wie aan openbaring gelooft, moet haar lijnen weten "te vinden of anders zwjjgen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juli 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juli 1927

De Reformatie | 8 Pagina's