GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Samenwerkinö.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samenwerkinö.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In den laatsten tijd is herhaaldelijk de gedachte tiaar voren gekomen, dat meer organisatie onder ons Gereformeerden voor den arbeid onzer Evangelisatie toch zoo noodig is. Men zoekt meer verband onderling te krijgen; meer voeling met elkaar, cm in den arbeid elkaar te helpen en te dienen.

In-een vorig artikel werd bij de bespreking van deze zaak er op gewezen, dat hierbij een beperking en een nadere begrenziitg van deze op zichzelf laianlckkelijke gedachte niet ongewensciht mag woTden genoemd.

Wat allereerst nocdig is in onzeai tijd, is niet één groot nationaal - 'Gereformeerd verband met groote congressen en vergaderingen. Zulke congressen hebben we gehad, en ze hebben ons vpldoende althans voor heden den weg en de groote lijnen gewezen. En groote vergaderingen, gevolg van het verband ever het geheele land, hebben hun bezwaren.

Wat we noodig hebberL, is het verband van kleinere kringen. Dat kan helpen in vragen en vraagstukken, die heden meer aan de orde zijn. Reeds meer dan eens • is er op gewezen, hoe het verband tusschen samenwerkende Kerken ook' in het stuk der Evangelisatie dient te zijn. Het begint in den kleinsten kring en strek't zich vandaaruit over steeds breeder 'kringen uit.

Het begint niet van boven af om dan naar beneden af te dalen, maar het verband volgt in zijn ontstaan den weg van beneden naar boven.

Zoo is immers de organische weg. Niet van beven opgelegd, want dan begint het verkeerd en onnatuurlijk. En dan dreigt het te mislukken vanwege zijn verkeerden, opzet.

Zoo is het in dezen tijd, waarin we gevoelen, dat er toch eigenlijk samenbinding moet worden gezocht en gevonden. Het verband moet beginnen in den kleinsten kring, dat is dus in dit geval in de classis. Het verband, waarom men roept, dient classicaal te zijn.

In de Kerken van een bepaalde classis wordt ge-evangeliseerd door commissies, uitgaande van de Kerkeraden. Deze organiseeren zich samen tot een classicaal verband. Dan is er het verband, waaraan behoefte is.

Want deze Kerken arbeiden in hun gebied onder ongeveer dezelfde bevolking, zoodat ze met dezelfde nooden en behoeften en vraagstuklcen in aanraking komen. En als er al verschil is in de bevolking, waaronder de verschillende Kerken van die classis arbeiden, daai kent de eene Kerk toch nog wel de bevolking en de toestanden en de gnooden van die andere Kerk, zoodat men in classicaal verband daarover samen nog wel riiet vrucht kan spreken, wat in grooten kring naar werd betoogd niet kan.

Zulk een organisatie in kleinen 'kring kan nog meer doen. Het gaat hierbij niet alleen om voorlichting en theoretische besprekingen, maar ook cm hulp en ouderlingen steun.

Er zijn oot streken, waar nog niet wordt gearbeid, en waar toch wel terrein voor den arbeid is. Waar velen wonen, van het Evangelie vervreemd. Die nooit met dat Evangelie in aanraking komen, en misschien sterven zonder ooit van den eenigen Naam te hebben gehoord.

jp zulke plaatsen moet worden gearbeid. Het |; S roeping van de Kerk des Heeren, aan dezulken het Evangelie bekend te malcen.

Maar wie zal dien arbeid aanvatten? De Kerk, , aan wier hoede de Gereformeerden, die daar wonen, zijn opgedragen. Maar 'die Kerk ziet niet altijd, dat-het haar roeping is, dien .arbeid te verrichten. Ze bearbeidt de leden, die daar wonen, en om de anderen bekommert ze zich soms niet eens. Dat het haar roeping is, naar het Woord des Heeren daar bet Evangelie te brengen aan die verdoold zijn en van het Evangelie vervreemd, ziet menige Kerkeraad naar het schij'nt, nog 'niet in. En zoo laat ze die armen lot over. maar aan hun

Er zijn Kerkeraden, wien het gaat als sommige huisvrouwen, die den geheelen dag door tijd hebben voor alles, en in haar huis geen werk zien. Gewoonlijk ziet het daar in huis dan zóó uit, dat men er liefst niet zitten gaat.

' Hier kan dan een classicaal verband optreden. Het kan den .betrolcken Kerkeraad op; deir toestand wijzen en uitnoodigen, den arbeid ter hand te nemen. Als die dan antwoordt, 'dat er daar ter plaatse niets is te doen, kan misschien een broederlijke bespreking 'den Kerkeraad van ongelij'k overtuigen, en kan de Kerkeraad tot het besluit komen, dat men in den naam des Heeren dien arbeid moet aanvangen. Want er kan veel meer arbeid geschieden, dan heden het geval is.

Er is meer. Arbeid ook in de Evangelisatie kost geld. Ik denk aan lectuurverspireiding. We hebben heden de beschikking ever tamelijk' veel gesdhikte lectuur in allerlei vorm. Maar die kost geld. En om te werken in een bepaalde plaats of streek', is er geld noodig.

Als dan de kosten, de krachten der aangewezen Kerk te boven gaan?

Dan is er de mogelijkheid tot onderlinge liulpverleening. Deze kan op tweeërlei wijze geschieden. '\'ooreerst op de wijze, zooals in , bet Evangelisatie-rapport op de Synode van Utrecht in 1923 is uitgesproken. Het Rapport bevat dienaangaande het volgende: „Zoo moet oiok opgemerkt, dat het niet de bedoeling is, dat een classis de kosten van het Evangelisatie-werk eenvoudig over de Kerken O'mslaat. Stel, dat een Kerk voor haar Evangelisatiearbeid geld te^ kort k'wam, 'dan zou ze die eventueel als hulpbehoevende Kerk kunnen aanvragen op de gewone wij'ze".

Intusschen zou het kunnen zijn, dat er tegen deze wijze van doen bezwaar rees in een of andere classis. Want hoe, als nu een Kerk daaraan niet wilde meedoen? Dan kan ze niet worden gedwongen tot het storten van een bijdrage. Op: 'den duur zal dit wel veranderen, als het roepingsbesef meer algemeen doordringt ook voor wat dezen arbeid betreft, maar het is niet denkbeeldig, dat nu nog strubbeling zou kunnen ontstaan.

Het kan ook' zóó, dat de practisch werkende Kerken zich onderling verbinden tot het verleenen van steun aan een Kerk, die voor haar arbeid niet voldoende middelen kan beschikbaar stellen.

Verder kunnen dan de samenwerkende Kerken elkander hulp verleenen in het bearbeiden van een terrein, waarop meerdere der classicale Kerken elkaar ontmoeten.

Ze 'kunnen verder Evangelisatiedagen organiseeren in verschillende plaatsen 'der classis, om zoo meerdere belangstelling yoor dezen arbeid te wekken. De arbeid moet nog veel nader aan ons Gereformeerde volk worden gebracht, dan hij heden ten dags is.

En op congressen en conferenties kunnen allerlei practische vragen worden besproken, beter dan op groote • vergaderingen, waar men meer in het algemeen moet blijven hangen..

ZoiO begint de organisatie en het verband. Classicaal. In den kleinsten, kring. En als het algemeen zoo wordt, dan is de verdere groei slechts een kwestie van tijd! In. Overijsel b. v. zijn drie classes. In twee daarvan, bestaat reeds min of meer een classicale organisatie. Misschien, dat de derde binnen afzienbaren tijd komt. Als dat zoo worden mocht, wat van harte te hopen is, dan gtel ik me voor, dat de eene of andere dezer olassidale organisaties wel eens een balletjei opwerpt om ook eens een provinciale organisatie in het leven te roepen.

Dan krijgen we een vergadering van de drie classes, waar vraagstukken worden besproken, voorlichting wordt gegeven, errz. D'an is de tweede schakel van het verband gevlochten.

En als d'an in tal van provincies zulk een verband bestaat, dan is de weg gebaand tot het vormen van een natiojuaal 'Gereformeerd verband. Het komt me voor, dat zóó de groei organisch is. Men m.oet niet beginnen van boven af, maar langs de omgekeerde lijn.

Enkele groote vergaderingen en congressen als er nu gehouden zijn, hebben hun groot nut gehad cm de principieele lijnen uit te stippjelen. Daarvoor past om allerlei redenen beter één groote vergadering, waar al de Gereformeerde 'Ker-ken in Nederland vertegenwocrdigd zijn, dan een groep van eenige Kerken.

Maar als het er op aankomt, een verbaird te vormen, een permanente organisatie, dan beginne men in den kleinsten, kring.

Dat heeft het voordeel, dat men niet .behoeft te wachten, tof er eindelijk eens een groot lichaam het initiatief neemt. Men kan om zoo te zeggen eiken dag beginnen.

Laat in een classis, waar men de noodzakelijkheid, althans de wenschelijkheid van samenwerken gevoelt, maar de handen uit de mouw steken. Een paar ocmmissies kunnen samen spreken, een vergadering uitschrijven — en de zaak is aan het rollen.

Men neme in vele plaatsen het initiatief. En het gelukke, wat, , tot bevordering van den arbeid strekken kan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

Samenwerkinö.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1928

De Reformatie | 8 Pagina's