GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eenlge opmerkingen over en naar aanleiding van „Geboortebeperking" door T. Oldenburger. •)

I.

De schrijver van dit boek is een Amerikaan van Nederlandschen oorsprong. In het „Woord Vooraf" verklaart hij te zijn van Calvinistisch© overtuiging. Tot het onderwerp, dat hij behandelt, gevoelde hij zich aangetrokken, toen hem de groote teruggang van het geboortecijfer opviel, in 'het bijzonder in de zoogenaamde Christelijke landen. En meer intensief ging hij er zich mee bezig houden, toen 't probleem ook kwam binnen de kerkmuren en de groóle kerkelijke richtingen er hun aandacht aan begonnen te wijden. Dit bracht hem er tenslotte toe de geheele kwestie te bezien onder toetsend zoeklicht van de philosophies van het nuchter verstand, de metaphysica en de Openbaring. Het resultaat van dit onderzoek is in dit boek neergelegd.

Zooals te begrijpen is, wekt de verschijning van een boek, dat zich aldus aanmeldt, groote verwachtingen onder degenen, die met den schrijver het licht van Gods Woord willen geworpen zien over het vraagstuk der geboortebeperking. Want tot nog toe zijn wij niet rijk aan breed uitgewerkte studies over dit gedeelte der ethiek. Terwijl van ongeloovige zijde schier dag aan dag ons volk wordt bewerkt met geschriften, die de geboortebeperking aanprijzen en de middelen daartoe aangeven, missen wij daartegenover in veel opzichten een krachtig en sterk verweer. Voor een groot deel is dit verklaarbaar. De vragen van het sexueele leven kunnen van onzen kant nooit op die wijze en zoo openUjk in populaire boeken en

boekjes behandeld worden, als dit bij degenen, (üe ©en sexueele revolutie nastreven, het geval is. Geen gehuichelde preutsheid verbiedt ons dit, maar gehoorzaamheid aan Gods gebod. De schaamte is een groot zedelijk goed, dat God ons in Zijn barmhartigheid nog gelalen heeft tot intooming ea weerhouding van de zonde. "Wordt wat in de intimiteit van het leven thuis behoort, op de aroote markt des levens uitgestald, dan moet dit feiden tot zedelijke ontaarding, tot omkeering van de orde, door God ingesteld. Ook, wanneer dit geschiedt met de bedoeling om een tegenwicht te bieden tegen de beschouwingen, adviezen en moreele waardeeringen der nieuwlichters. Wij kunnen hen hier niet volgen op al hun gangen en wegen. Van te voren weten wij nooit, wie zulk een voorlichting in handen krijgt.

Een gedetailleerde beschrijving tocli van het sexueele leven is nu eenmaal niet iets, wat den mensch onbewogen laat, ook al wordt het niet in zijn meest verlokkenden vorm voorgesteld. Wat voor den één in bepaalde omstandigheden een goede raad of vingerwijzing zou kunnen zijn, zou bij den ander het gedachtenleven kunnen bezoedelen en een gevaarlijke prikkel worden, waardoor hem de strijd tegen de zonde werd' verzwaard.

Toch beteekent dit niet, dat wij onzen tegenstander niet ook in details moeten weerstaan. Integendeel! Ook hier hebben we de vi-aagstukken door te denken, waarvoor hij en maar al te vaak ook het leven zelf ons stelt. Maar dit behoort niet voor de tribune van het publiek te geschieden. In vaktijdschriften en vakwerken is daartoe ruimschoots gelegenheid. Deze zijn dan slechts voor de in de wetenschappelijke terminologie ingewijden te benaderen en vinden hun lezerskring hoofdzakelijk onder degenen, die door hun ambt of beroep met de vragen van het sexueele leven in aanraking komen. "En deze kunnen dan de resultaten van hun onderzoek uitdragen onder ons volk, niet in de eerste plaats door het populaire boek, maar door 't directe contact, dat zij met hun medemenschen krachtens hun positie hebben. Het zijn vooral de predikanten en de christen-geneesbeepen, die hier een zeer belangrijke taak te vervullen hebben. In vraagstuklien, zelfs van den meest kieschen aard, zijn zij veelal de aangewezen raadgevers. Hier is de verhouding van persoon tot persoon nog mogelijk. Een ernstig gesprelc onder vier oogen kan in dit verband veel meer nut stichten dan het lezen zelfs van het beste boek, dat over het huweüjk handelt.

Maai-, helaas, nog altijd niet wordt ten volle de beteekenis van de samenwerking dezer beide groepen in den strijd tegen de zedelijke ontaarding van ons volk beseft.

Dit heeft ook tengevolge, dat er aan de opleiding in dit opzicht nog wel het een en ander ontbreekt. "Vooral onze aanstaande Christen-ai-tsen hebben hier met een groot gebrek te worstelen. Inzake de vraagstukken der ethiek, vooral die der sexueele ethiek, worden zij maar al te veel aan hun eigen lot overgelaten. In de practijk van het leven moeten zij zelf maar zïen, dat zij tot een oplossing komen. Hoe eerder dit gebrek vervuld kan worden, hoe beter dit zou zijn. Want het valt niet te ontkennen, dat thans, jviist op het gebied van de geneeskunde de aanval van het ongeloof zich doorzet. De medicus wordt te hulp geroepen in den aanval op het huwelijk en het gezin, ja zelfs over allerlei problemen van maatschappelijken aard moet hij zijn Ucht laten scliijnen. Ik denk hier in het bijzonder aan de vraagstukken van eugenese en sterilisatie, waarbij zelfs aan de medische wetenschap in zekeren zin de leiding wordt opgedrongen.

Waar zoo de geneeskunde langzamerhand benut •wordt om de Christelijke grondslagen der maatschappij te ondermijnen, daar zal in de eerste plaats een nauwer contact tusschen theologie en geneeskunde noodzakelijk zijn. Het blijkt hoe langer hoe meer, hoe verderfelijk het geweest is de eenheid der wetenschappen los te laten en aan de theologie haar centrale positie te ontnemen,

Behooren dus tlieologie en geneeskunde, de predikant en de Christen-arts, in deze tijden van zedelijk verval steeds nauwer contact met elkaar te zoeken, daarmee is niet gezegd, dat het populaire boek ook niet zijn eigen plaats heeft in de vraagstukken, die ons hier "bezighouiden. Maar zooals reeds betoogd, het is toch in het onderwerp, dat het wil behandelen, beperkt. Het mag niet schaden, maar het moet opvoeden. Het moet zich hoofdzakelijk bepalen tot een ontleding van de beginselen, waaruit de tegenstander leeft, , en het positief daartegenover stellen van de eigen beginselen. Het moet den lezer grijpen in de consciëntie en hem de oogen openen voor de gevaren, die hem bedreigen.

iWe kunnen dit nader bezien in verband met het vraagstuk der geboortebeperking. Aangetoond kan •worden, hoe achter deze beweging ©en wereldbeschouwing schuilt, die opkomt uit ongeloof en revolutiegeest. Men kan nagaan, welke factoren er toe geleid hebben, dat het Neo-Malthusianisme zulk een grooten iiigang heeft kunnen vinden. "Van groote beteekenis is, dat de doelbewuste scheiding van voortplanting en 'intiemen huwelijksomgang naar onze zedelijke beginselen wordt getoetst. Duidelijk moeten geschetst worden de zedelijke, reli­ gieuze en maatschappelijke gevolgen van de door het Neo-Malthusianisme voorgestane geboorte-beperking. "Van belang is tevens een onderzoek naar den invloed, die deze beweging ook in Christelijke kringen heeft gekregen. Blijkt deze inderdaad aanwezig te zijn, dan moeten ook de oorzaken opgespoord worden, die daartoe aanleiding gegeven liebben. In het licht dient gesteld te worden, dat de geboorte-beperking met de Nieuw-Malthusianisüscbe middelen niet afgeloopen is. In verband hiermee rijst dan de vraag van de zedelijke beteekenis der onthouding, en het vraagstuk der geboorteregeling, die uit andere beginselen kan opkomen dan het z.g. twee kinderensbelsel. En bovenal zal uiteengezet moeten worden de beteekenis en het doel van het huwelijk, onder meer ook in begenstelhng met het Roomsch-Katholieke standpunt. Want bij alle waardeering, die men hebben kan voor den taaien strijd, dien de Roomsche kerk tegen het Neo-Malthusianisme voert, mag ook het verschil in huwelijksopvatting tusschen deze en de Gereformeerde ethiek niet vergeten worden.

Met deze beginselen voor oogen kunnen wij ons nu wenden tot het hierboven aangegeven boek.


1) „Geboortebeperking voor geloovigen en ongeloovigen", een zuiver critische beschouwing van de theorie en de practijk en van de argumenten voor en tegen deze bevi^eging, door Teunis Oldenburger, Th. H. Th. D. Vertaling van Dr A. DupOTt, schrijver van „Het Huwelijk". Uitg. H. A. van Bottenburg .N.V., Amsterdam. .

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 augustus 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 augustus 1935

De Reformatie | 8 Pagina's