GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De nood der Kevk In Duitscliland.

/ We laten hier het slot volgen van de „Bloodf-

schap aan de gemeenten" (vgi ons vorig nummier): III. Het is een onheilvolle ontwikkeling, dat de strijd om Jezus Christus, waarin Gods wil ons Duitsche volk gevoerd had, zoo zeer van zijn eigenlijk karakter beroofd en scheef getrokken wordt. Deze strijd brengt tegenstellingen en spanningen met zich mee. Maar ieder, die er bij betrokken is, moest hem in verantwoording aan God voor ons volk voeren. In plaats daarvan beleven die deelen van ons volk, die aan het geloof der vaderen vasthouden, het, dat zij in hun bedoeling miskend worden, en dat hun in de bres springen voor wezen en taak der Kerk als inbreuk op de volksgemeenschap verdacht gemaakt wordt. Het is al zoover gekomen, dat een zich van haar taak bewuste Kerk in groote deelen van ons vaderland behandeld wordt als een vijand, die teruggedrongen en vernietigd moet worden.

Daarbij wordt het als een bijzonder drukkende nood gevoeld, dat aan de Kerk in deze beslissende worsteling zeer sterk de mogelijkheid tot vrije geestelijke gedachtenwisseling naar binnen en naar buiten benomen is.

Er zijn verordeningen uitgevaardigd, die, wanneer ze doorgevoerd worden, de Kerk levensrechten ontnemen, welke zij niet opgeven kan, en die de vrijheid van verkondiging in overeenstemming met de belijdenis beperken en herhaald onmiddellijk ingrijpen in de leiding der Kerken beteekenen zouden. De jeugdarbeid der Evangelische Kerk is herhaalde malen gestoord en gehinderd, ook daar, waar zij zich consciëntieus aan alle bepalingen van den staat hield. Ook het godsdienstige en daarom het meest innerlijke leven der Kerk is van herhaald ingrijpen niet verschoond gebleven. Dienaars der Kerk worden in belangrijke takken van het openbare leven als staatsburgers van lager orde en rechtspositie behandeld. De eer van onzen heer bisschop wordt in woord en geschrift op onverdraaglijke wijze aangetast, de gevraagde bescheiming tegen zulke aanvallen wordt geweigerd. Studenten in de theologie worden uit formaties uitgesloten, waar zij met toewijding toe behoord hebben. Een golf van processen, van arrestaties — preventieve hechtenis, beschermingshechtenis, concentratie­ kampen — van uitwijzingen uit dorp, gemeente, stad en land en van spreekverboden is over de Kerk heen gegaan. Waar van staatswege financiëele commissies ingesteld zijn, bestaat gevaar, dat zij gedwongen worden, over middelen der Kerk, die voor den eeredienst moeten dienen, te beschikken naar gezichtspunten, die buiten het terrein der Kerk gelegen zijn. De handelwijze van zekere financiëele instanties heeft reeds op het oogenblik in sterke mate schadelijke uitwerking voor de Kerk. Een door den staat Ingesteld rechtsprekend college spreekt vonnis over de Kerk, buiten de gewone rechtspraak om. Zoo gaat hoe langer hoe meer een heillooze scheuring door ons volk. Geweld wekt verbittering en toom, en niemand kan het verhinderen.

IV. Bij dezen stand van zaken vermanen en smeeken wij de gemeenten, de Kerkbestuurders en de predikanten: Laat u niet verbitteren! Wordt niet moede in het getrouw vervullen van den dienst! Laat geen offers, geen lijden u te veel zijn! Vergeet geen oogenblik, dat wij verschuldigd zijn, ons volk het evangelie te prediken! Gehoorzaamheid aan God den Heere, dankbaarheid aan Christus, den Heiland, trouw aan onze Kerk, hartstochtelijke liefde voor. ons volk — zij geven ons den weg aan, dien wij ten einde toe te gaan hebben: „Gij echter, ga heeii en predik het koninkrijk Gods!"

Wij willen met elkander boete doen, dat wij niet nog veel getrouwer in onzen dienst zijn geweest, wij willen den Heere der Kerk smeeken, dat onze boodschap blij der, onze gehoorzaamheid grooter, onze liefde reiner, het getuigenis, dat uit ons woord en ons leven spreekt, krachtiger moge worden.

1 O land, land, land, hoor des Heeren Woord! (Volgt de onderteekening.)

Tot zoover het officieele stuk. Den vertaler zeggen we Vriendelijk dank.

Rectificatie. In het vorige week geplaatste stuk is een gedeelte van een zin weggevallen. Onder II c), daarvan de tweede alinea (blz. 409, tweede kolom, onderaan) staat: „Zijn Woord heeft gestalte gekregen in de Heilige Schrift en in de Christelijke Kerk". Men leze hiervoor: „Zijn Woord heeft gestalte gekregen in de Heilige Schrift en is vleesch geworden in Jezus Christus, is levende tegenwoordigheid van Christus in de Christelijke Kerk".

(Vertaler.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 september 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 september 1937

De Reformatie | 8 Pagina's