GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GEEST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEEST

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Alle inzendingen, deze rubriek betreffende, aan Ds D. van Dijk, Akkerstraat 26, Groningen.)

Geloof en Heiligmaking.

Nog eens kom ik terug op het schrijven van dienzelfden broeder, die mij ree'ds tweemaal aanleiding gaf tot het schrijven van een artikeltje.

Hij zegt: „als ik zie hoe menschen, die zich uitgeven voor geloovigen. Gereformeerden en anderen, in hun leven zoo ontzaglijk veel zonde aan dte hand houden, als ik datzelfde verschijnsel ook bij mijzelf waarneem, dan rijst de vraag wel eens bij mij, of het wel waar is, dat het geloof een levenvernieuwende kracht bezit, dan gaat onder den invloed daarvan heel je godsdienstig leven kwijnen, dan zie je in dien Bijbel tenslotte allerlei tegenstrijdigheden; in één woord, je raakt alles kwijt."

Inderdaad, ik kan mij voorstellen, hoe bitter pijnlijk dat voor iemand' kan zijn, dat hij bijl hen, die hij, naar hun eigen belijdenis, voor kinderen Gods moet houden, zóó in de zonde ziet leven.

Ik wil wel eerlijk zeggen, dat dat een van mijn smartelijkste ervaringen is, in mijn ambtelijk leven te moeten zien, hoe ondanks voortdurende prediking en ambtelijke bearbeiding, men vast kan houden aan zonden van onreinheid', oneerlijkheid, kwaad spreken en allerlei andere boosheden.

En waarlijk, daarbij behoeven wij niet alleen te zien op anderen, diezelfde pijnlijke ervaring doen wij ook op bij onszelf.

Maar, — dat behoeft ons nooit te doen twijfelen aan de levenvemieuwende kracht van het geloof. De reden van die zonde hi de gemeente is juist, dat wij niet leven uit het geloof.

Als daar iemand is, die in zijn leven een zonde aan de hand houdt, en hij breekt daar niet mee, ondanks waarschuwing en vermaan en die man zou tegen mij zeggen: „toch leef ik uit het geloof", dan zou ik hem daarop gerust durven antwoorden: „dat is niet waar".

Als ik eiken avond ter ruste ga, na mij door het geloof toegeëigend te hebben de schuldvergeving Gods in Christus; als ik in dat geloof den nieuwen dag begin, als dat geloof mij vergezelt op mijn pad, — dan kan ik nog wel met de zonde te strijden hebben, dan kan het ook nog gebeuren, dat ik in zonden val, maar dan leef ik niet in de zonde en dan wordt mijn leven vast en zeker zóó, dat ook anderen het aan mij zien, dat ik met de zonde gebroken heb.

Een zondige levenshouding kan niet gepaard gaan met een leven uit het geloof.

Wij moeien elkander altijd weer opwekken, vermanen, de zonde na te laten.

Maar de inzet van die vermaning moet altijd weer zijn: begin met te aanvaarden, door het geloof, dat God u om Christus' wille de zonde vergeven heeft.

Alléén wanneer wij staan in den lichtkring van Gods vergevende liefde, zullen wij echt bang van de zonde worden, een hekel aan de zonde krijgen. Dat zeg ik ook tegen dezen broeder, die mij geschreven heeft.

Hij heeft zelf ook last van een bepaalde zonde, een zonde, die, met de jaren, eer meer dan mindter macht over zijn leven krijgt.

Broeder, begin nu eens met uit het geloof te

leven, Gods genade te aanvaarden, dan zult ge eerst recht de zonde onder de knie krijgen; d'an zal nooit meer uw zonde, anderer zonde u doen denken: „beteekent dat geloof wel wat? ", maar het zal u al duidelijker worden, dat heel dat gebrek aan heiligmaking bij ons gevolg is van gebrek aan geloof.

Dan zal ook de Heilige Schrift u niet meer zijn een boek vol tegenstrijdigheden, maar, al kunt gij alles niet begrijpen, in heel die Schi*ift zult gij hooren de stem uws Vaders en gij zult vrede vinden.

Dat is het wat wij noodig hebben. Geleerden en ongeletterden, Jioogen en lagen, wij moeten meer uit het geloof leven.

Dat is het, wat ik niet moede zal worden, met al den hartstocht, waarover ik beschik, in de gemeente des Heeren uit te roepen.

„Wij moeten leven uit het geloof'.

Geen criüseeren van elkanders zonden, geen wettisch vermaan tegen wereldgelijkvormigheid, geen dreigen met oordeel en ondergang, geen jagen naar heiligmaking zal ons in ons persoonlijk leven, in ons leven als kerk van Christus, verder brengen, als wij niet op grond van Gods belofte, beginnen met in te gaan tot het heil des Heeren, de weldaden des Verbonds, , om daaruit te leven.

Wij zullen niet als Gods kinderen kunnen wandelen, als wij niet eerst ons Gods kinderen weten. Daarom is het zoo dwaas, dat men wil wachten met voor zichzelf de hand op dat kindschap te leggen, tot op het oogenbUk, waarin wij meenen de waarachtige kenmerken van dat kindschap bij onszelf te hebben gevonden.

Het kindschap, met alle heil daaraan verbonden, komt ons enkel toe uit Gods genade, wordt ons loegereikt in het Verbond, onvoorwaardelijk en moet ook onvoorwaardelijk, alleen in het vertrouwen op die genade Gods worden aanvaard'.

Eerst daarna zullen de kenmerken van het kindischap zich kunnen gaan ontplooien.

Dat geve God, dat wij allen, die ons naar Christus noemen, aan het einde van eiken dag ons mogen stellen in den kring van de Vaderliefde Gods, om met Hem in Christus verzoend, den nacht in te gaan en den dag straks weer te beginnen. Dan sterft de onderlinge vijandschap, de bitterheid weg, dan gaat alle zonde in ons leven kwijnen.

Dan zal niet meer het zien van de zonde bij onszelf en bij anderen ons doen twijfelen aan de kracht des geloofs, maar elke zonderest zal ons te meer er toe 'drijven te leven uit het geloof.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 augustus 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

GEEST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 augustus 1938

De Reformatie | 8 Pagina's