GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1898 - pagina 105

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1898 - pagina 105

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

I03

In het groote Europeesche keizerrijk Liparië heerscht on-

rust. Ellende in de Noordelijke provinciën, geteisterd door

een alles vernielende overstrooming; gisting onder het volk,

dat, bezwangerd met socialistische en anarchistische ideeën,

eischt eene constitutie en in een opwelling van moed dien

eisch voorlegt aan zijn strengen, autocratischen heerscher

Oscar XI, keizer van Liparië »bij de gratie Gods en van St.

Ladislas."

Bang en somber is de toekomst; en het dreigend gegrom

van dat naderend onweder vervult met angstige matheid het

gemoed van den keizer in spe: Othomar, hertog van Xara,

kroonprins van Liparië, in wien wij den hoofdpersoon van

den roman ontmoeten. Een doffe vreeze grijpt hem aan, als

hij, zichzelven afmetend naar zijn zelfgenoegzamen vader, in

zich mist die zelfbewuste kracht, dat onvoorwaardelijk vertrou-

Avcn op innerlijke eigenwaarde. Hij, de zwakke, hoe zal hij in

hooge Majesteit staan bo\en zijn volk? Is niet een Majesteit

een halfgod, van wien het volk de zegeningen van vrede er

geluk heeft af te smeeken? Maar hoe zal hij, onbeduidende,

die nu reeds siddert bij het zien van de kroon, zulk een hooge

plaats waardig kunnen innemen? Aldus redeneert bij zichzelven

de schroomvallige en toch zoo voortreffelijke Othomar, zijn

eigen innerlijke deugden niet bewust en slechts ziende op de

onnadenkende hoogheid van zijn vader en de dreigende ge-

varen van de toekomst.

Gefolterd door dat gevoel van onbeduidendheid en de hooge

roeping, die hem wacht, zoekt hij, nergens troost of geluk

bespeurende, voor een tijd ontkoming in de bedwelmende

omarming van de overspelige Gravin de Yemcna. Doch ook dat

geluk blijkt spoedig schijn.

Slechts éénc is er, die hem troosten kan: het is zijne moe-

der, de keizerin Elizabeth, »de zusterziel van de zijne," die

zijn smart kent en medevoelt en zijn overpeinzingen begrijpt.

Des morgens, wanneer een bange nacht slapeloos was

doorgebracht en al zijn veerkracht was verlamd,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898

Studentenalmanak | 138 Pagina's

Studentenalmanak 1898 - pagina 105

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898

Studentenalmanak | 138 Pagina's