Studentenalmanak 1899 - pagina 169

167

Meende, schoon 't gelaat de teek'nen

Van verwantschap deed bereek'nen,

Dat haar rijk niet was verstoord.

„Ik ben de eenige, echte dochter,"

Dit was korten tijd haar leus.

Reden was: dat haar gestalte,

Afgedacht van haar gehalte,

Niet beantwoordde aan haar keus.

Dan, hoog prees zij hare gaven.

Die zich strekten, niet naar één.

Maar naar elk gebied. Zij achtte

Zeer haar geest, die vurig smachtte

Naar 't verstaan der zaligheên.

Verder zou 'k u kunnen voeren

In den huiskring. Maar, genoeg!

Weet, dat voor haar leiding, vorming,

Haar ontwikkeling en verzorging

't Oud'renhart veel zorge droeg.

£ n reeds lang werd hunne moeite

Rijk beloond: reeds wijd en zijd

Gaat zich hare roem verbreiden,

Gaat zich hare faam verspreiden.

W a t der vriendenhart verblijdt.

Meer nog. Niet alleen de vrienden

Scheppen vreugd' in haren gloor,

Tusschen zusters kwam verandering,

In verhouding kwam verbeteiing,

Zusterliefde dringt nu door.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen