GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1908 - pagina 105

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1908 - pagina 105

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

99

aanspraak te kunnen maken op ontheffing van den werkelijker!

dienst, overeenkomstig de eerste zinsnede van art. 113 der wet,

zijn uitsluitend bevoegd ;

V. Voor candidaten en studenten in de godgeleerdheid:

i". bij de Gereformeerde kerken :

de rector-magnificus van de universiteit, waar zij zich tot het

leeraarsambt voorbereiden.

Art. 85. De bewijsstukken, in art. 84 van dit besluit ver-

meld, zijn ingericht overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde

modellen No. 18 litt. A—X.

De daarop gestelde handteekeningen worden gewaarmerkt

door den burgemeester der gemeente, waar de afgifte is geschied.

Art. 86. De aan ons te richten aanvrage om ontheffing van

den werkelijken dienst, vermeld in de eerste zinsnede van art. 113

der wet, wordt door den dienstplichtige, die ontheffing wenscht

te bekomen, eigenhandig onderteekend en met het vereischte

bewijsstuk ingeleverd bij den burgemeester der gemeente, binnen

welke hij voor de militie is ingeschreven en wel :

i**. in de laatste 10 dagen van Januari door hem, bedoeld

in de eerste zinsnede van art. 96 onder 1. der wet, en in de laatste

10 dagen van Maart door hem, bedoeld in die zinsnede onder 2". ;

2". door hem, die op een ander tijdstip ter inlijving bij de

militie moet \vorden afgeleverd, binnen 10 dagen na de dag-

teekening van den oproepingsbrief;

3^. door hem, die opnieuw van den werkelijken dienst wenscht

ontheven te worden, in de laatste 10 dagen der maand, op één

na voorafgaande aan de maand, waarin de duur van de verleende

of laatstelijk verleende ontheffing eindigt;

4. door den ingelijfde bij de militie, die voor het eerst voor

ontheffing in aanmerking wenscht te komen, zoodra hij meent op

ontheffing aanspraak te kunnen maken.

Het overgeleverd bewijsstuk mag niet vroeger zijn afgegeven

dan 10 dagen vóór de inlevering ervan bij den burgemeester.

De in art. 85 alinea i genoemde verklaring luidt aldus:

Model NO. 18 litt. B.

Art. 113 der Militiewet 1901.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908

Studentenalmanak | 170 Pagina's

Studentenalmanak 1908 - pagina 105

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908

Studentenalmanak | 170 Pagina's