Studentenalmanak 1914 - pagina 208
198 FARRAGO
levensdrang en zedelijken eisch, hem zijn levenstaak had helpen
volbrengen in het leven zelf. Als Rubek nu nog met zijn Irene,
als herboren, opgestane menschen het leven beginnen wil, dan
begeleidt het „Pax vobiscum" hen in den dood. Hiermee is het
einde van Ibsens dramadichting bereikt. Al gij lijders, gij zwakken
en sterken, gij groeten en kleinen, over wier lot Ibsen als een
god in zijn drama beschikte, die hij onnoemelijk veel leed liet
dragen, — Ibsen, deze zoo barsche, zoo ruwe, zoo rotsachtige
geest, doch die tegelijk zoo teergevoelig, zoo fijn besnaard was,
dat hij al uw levensleed heeft kunnen meevoelen, — Ibsen neemt af-
scheid van u. En als ook Ibsen een doode onder de levenden is
geworden, hij die zichzelf overleefde, en zijn oogen wezenloos
staren, dan wandelt gij nog als droomgestalten in de wereld van
zijn geest aan hem voorbij, en fluistert hij u uit zijn kindsche
ziel toe: Pax vobiscum.
„Peer Gynt" is niet ten onrechte met „Faust" vergeleken.
Niet het minst wat het slot betreft komt deze overeenkomst bij-
zonder uit. Beide dramahelden hebben het zich een weinig naar
eigen zin en believen aangelegd in het leven, en zijn niet al te
„moralisch" geweest, waardoor ze zich iets anders dan hemelsche
zaligheid hebben waardig gemaakt; doch beiden worden op
eenigszins Roomsche wijze door hun Jugendgeliebte van de hun
toegedachte straffen gered. „Das Ewig-weibliche", zoo schoon ver-
zinnebeeld in Solvejg, waakt ook in Peers laatste oogenblikken
over zijn ziel.
„Schlaf denn, teuerster Junge mein I
ich wiege Dich und ich wache."
Wat hij misdaan heeft in het leven, is geboet in haar hart;
door het leven van haar gescheiden, was hij nabij haar, zegt ze.
„In meinem Glauben, in meinem Hoffen und in meinem Lieben".
Zoo is heel Ibsens dichting een hymne van jubel voor het geloof,
de hoop, de liefde der vrouw. Als GöstaBerling zingt van „die Frauen
entschwundener Zeiten, ewig jung, ewig schön, milde wie die
Augen einer Mutter, wenn sie ihr Kind anschaut... durch euch
verrichtete die Liebe ihre Wunder und um euren Scheitel wand
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Studentenalmanak | 236 Pagina's
![Studentenalmanak 1914 - pagina 208](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1914/1914/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Studentenalmanak | 236 Pagina's