GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1923 - pagina 105

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1923 - pagina 105

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

EENZAAMHEID 95

hem is de eenzaamheid een levensbehoefte geworden. In de

eenzaamheid heeft hij zichzelf gezien en is teruggedeinsd,

wilde wegvlieden, schuw voor die ontzettende zelfherken-

ning. In de eenzaamheid heeft hij zijn God ontmoet, heeft

hij de verzoening gesmaakt, heeft hij zichzelf hervonden als

object van goddelijke eeuwige liefde en heeft zoo den vrede

ervaren, waardoor hij genieten kan de rust der eenzaamheid.

Daarom is de eenzaamheid hem dierbaar geworden en

hij zoekt ze.

Er zijn er velen, die de eenzaamheid zoeken en teleur-

gesteld terugkeeren tot de afmattende jacht van het dage-

lijksch drukke gebeuren.

Er is de perverse bewondering, die de aestheticist, zijn pes-

simisme verweven tot een pronkkleed, koestert voor de een-

zaamheid, waarin hij, toeschouwer bij zijn gescheurde ziel,

op het puin van zijn idealen, uitzingt in schoone verzen al

zijn zwarte ellende. Het uiteenrafelen van elke smartge-

waarwording, het ten einde toe analyseeren van eigen ge-

brokenheid is hem een bron van genieting. In het leed proeft

hij wel het bittere, maar meer nog geniet hij het als een

nieuwen vorm van schoonheidsontroering. Eenzaam kwij-

nend onder zijn lijdenslast, bewondert hij zichzelf en is

trotsch op zijn ellende.

Hier stierf de mensch in den aestheticus.

Er is ook de weldaad van de eenzaamheid, die dankbaar

genoten wordt door den mensch, die, door smart verteerd,

den ganschen dag heeft moeten spreken tot menschen, die

hem niet begrijpen, over dingen, die hem onverschillig zijn,

heeft moeten schertsen en glimlachen boven over zijn groot

leed heen, dat hij wegpersen moest in het donker van zijn

hart, en die dan, eindelijk alleen met zichzelf, verlost uit de

benauwing van leugenachtig gewoon-doen, kan uitklagen al

zijn smart, Dat is hem een verlossing en hij zegt, hoe heer-

lijk het is „eens te kunnen uitschreien." Maar wat is dat

arm en leeg wanneer er niets is om het uitgeschreide leed

te vervangen, als het troostsurrogaat, dat menschen hem

bieden zullen, wanneer hij zijn eenzaamheid weer zal heb-

7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1923

Studentenalmanak | 158 Pagina's

Studentenalmanak 1923 - pagina 105

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1923

Studentenalmanak | 158 Pagina's