GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1925 - pagina 114

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1925 - pagina 114

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

102 MENSCH EN RUIMTE

ruimtelijke appreciaties en antipathieën gaan er mee samen.

In ieders praktische bezigzijn, zoomede in vervulling der

groote sociale doelstellingen is deze sfeer aanwezig, maar

onzichtbaar. Alle „werk" als te vervullen, nog niet gereede

zaak leidt de aandacht af van de subjectiviteit. De formu-

leering in de taal gaat meer naar de daad dan naar de

beschrijving uit. Het immediate is een late ontdekking. De

op daden zich betrekkende beteekenis van oude werkwoord-

stammen, die als imperativus fungeeren, van adverbia die,

richting aanwijzende bevelen geven zijn oerbezit, waartegen-

over belangelooze natuurbeschrijving reeds ,,nieuw" is, laat

staan dus de weergave van innerlijk spel van gedachten en

emoties, late vrucht vein een tot zichzelf inkeereniden geest.

De steeds wisselende betrekking tot het plaatselijk immer

omgevende is alleen bij uitzondering een zaak van volle

aandacht. Anders zou de uitstalling onzer belevingsreeksen

met stoelen en tafels, kamers en zalen, huizen, pleinen,

dorpen, steden en ale verdere ruimtedingen de eerste en

gaafste daad van den kennenden geest zijn. De ruimte-

dingen zijn niet enkel begeleiders, getrouw maar op een

afstand van onzen innerlijken levensstroom, maar zij be-

ïnvloeden dien in velerlei mate, ontvangend en weerkaat-

send, maar ook biedend en indringend als ze zijn. De

verhouding tot onze levende medewereld is in de ruimte en

de beelden, die de dadelijke aanschouwing suggereert, zweven

ons voor in de benoeming van innerlijke en halfzichtbare

zaken. Hoog en laag, opklimmen en afdalen, open en rond,

smal en beperkt, beklemming en verruiming, afstand, ver-

wijdering en toenadering, zeggen zoowel uit wat we in de

werkelijke ruimte meemaken als wat in de bewustzijnsruimte

zichtbaar wordt.

In de specif iek-menschelijke rmmte-ervaring treden

gestalten en indrukken op, waarvoor de meetkundige ruimte-

leer geen woorden heeft. Die ervaring staat in het midden

tusschen de vóórruimtelijke mogelijkheid der aanschouwing

— die een hoedanigheid der ziel is — en de tot meetkunstige

doorzichtigheid gezuiverde postulaten-ruimte, waarin al het

bijzondere door het getal heen afleidbaar en de concreetheid

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1925

Studentenalmanak | 176 Pagina's

Studentenalmanak 1925 - pagina 114

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1925

Studentenalmanak | 176 Pagina's