Studentenalmanak 1934 - pagina 209
VARIA 193
Een Palladijii over de heeren-corpsleden.
Ze keeren z i c h . . . uit liefde voor eigen ik, hartstochte-
lijk tegen elke schoonheidsvereering in hun omgeving.
Dictaat Prof, VoUenhoven.
Nu het {leuren nit is . . .
rust Roest,
De nienwe senaat.
An nescis, mi fili, quantilla prudentia mundus regatur.
Paus Julius III.
Akademeia in de oogen der groenen.
Het beloofde land.
Ina Boudier-Bakker.
Het bloc yerlaat de zaal.
Aufstand der Massen.
Ortega y Gasset.
Stoa in den groentijd.
„En datte-me toffe jonges zijn, dat wille me wete!"
Het levensmotto van den fiscus corporis.
Denkst du an mich ein Augenblikchen nur, ich werde
Zeit genug an Euch zu denken haben.
Goethe.
K. G.
Bist du ein Mensch? so fühle meine Not!
Goethe.
G. F.
In meinem Staate kann jeder nach seiner Faqon selig
werden,
Büsching.
13
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1934
Studentenalmanak | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1934
Studentenalmanak | 226 Pagina's