GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1937 - pagina 164

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1937 - pagina 164

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

de luchten zweeft, maar ze beweegt zich als op 'n ladder.

Het genot, dat ze verschaft, bestaat in het zekere voor-

uitzicht, dat haar eerst volgende stap niet in het on-

berekenbare en ledige zal wegzinken, maar dat ze een

der volgende treden zal bereiken, die door de harmonie

zijn vastgesteld".

Door den harmonisch bepaalden vorm, door de juiste

verhouding van den eenen klank tot den anderen, zoowel

in de enkele melodie als in de meerstemmige muziek,

wordt het spel der klanken eigenlijk tot ware Kunst ver-

heven, waarin gevoel en fantasie tot een onverbrekelijk

geheel zijn verbonden.

Het feit, dat de harmonie vormgevend beginsel is, be-

paalt haar meer statisch karakter. Zij stelt in de muziek

de verticale lijn voor. Geeft de melodie als horizontale

een onomkeerbare en niet te scheiden rij van indrukken

weer, de impressie van de harmonie, het accoord vormt

een eenheid, die in een moment onze ziel treft.

Ook draagt de harmonie een objectiever karakter dan

de melodie. De kunstenaar ziet haar als een objectieve

werkelijkheid in alles wat hem omgeeft, het leven, de

natuur, de schepping. Deze natuurharmonie dringt in

zijn leven in. En de schoonheid ervan doet in hem het

verlangen oprijzen tot nabootsing, tot eigenvorming van

zoo iets verhevens. In zijn fantasieƫn bouwt hij. Een

groot monument trekt hij op. En dan objectiveert de

kunstenaar in het materiaal der natuur de hooge ge-

dachten van zijn verbeelding.

Resumeerende kunnen we zeggen: de melodie is de

objectiveering van het subject, het uit zichzelf treden

ervan; de harmonie is de objectiveering van een tevoren

gesubjectiveerde natuurharmonie, van een gesubjecti-

veerd object dus.

Met deze woorden zijn we gekomen tot het beantwoor-

den van de vraag, hierboven gesteld, wat toch wel het

dichterlijke is in de toonkunst, en waarin meer het plas-

tische ligt besloten. In welke zijde uit zich het dichterlijk

beginsel, en welke factor is het, die den samenhang met

de beeldende kunsten waarborgt?

158

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Studentenalmanak | 240 Pagina's

Studentenalmanak 1937 - pagina 164

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Studentenalmanak | 240 Pagina's