Studentenalmanak 1960 - pagina 240

ti

o God, laat toch het water stoppen

te vallen als een zwart gordijn

de vrouw kan bij dit licht geen boontjes doppen

de man kan zo geen vader zijn

en bovendien: Gij gaaft geen zonen

die konden bouwen aan de schuit

waarop wij zouden hopen te ontkomen

aan Uw neersuizend zwaard — de dood

Wij rennen naar de hoogste boven buren

en vragen hulp, maar oogsten hoon . . .

— het water stijgt maar, uren uren

Waarom zijt Gij zo wreed, maakt Gij ons af

tooit Gij met steeds ons toegrijnzende kroon

Uw gave, leven, met het graf?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen