Studentenalmanak 1964 - pagina 129
Nu is het hier niet de plaats om uitvoerig uit te weiden over het begrip
„gereformeerde beginselen" en de mogelijke interpretaties daarvan.
Wel meen ik, dat er grote behoefte is aan een andere formulering.
Maar waar het om zal blijven moeten gaan is, dat het Corps de reformatie
in zijn vaandel voert en die komt goed van pas.
In 1957 is in de kring der toenmalige functionarissen een rapport opge-
steld, waaruit ik U, hoewel het niet de bedoeling is geweest, naar ik
meen te weten, het ooit te publiceren, toch een paar passages niet kan
onthouden.
De pretentie van het Corps, daar gaat het over, ten opzichte van de
aankomende student is: een vervolg te geven op de opvoeding van thuis,
,,. . . goede omgangsvormen te leren, te leren in een gemeenschap te
staan en daar geldende regels te eerbiedigen, zijn kritische zin te leren
toetsen aan die van anderen zowel in dingen van het dagelijks leven als
in algemeen-culturele, wetenschappelijke en religieuze zaken, de gang-
bare wijze van discussiëren en vergaderen te leren beheersen, te leren
zich een zelfstandig oordeel te vormen, zijn standpunt te formuleren,
leiding te geven, een vriendenkring, al of niet van blijvende aard, te
krijgen, kortom, datgene te verwerven wat naast zijn wetenschappelijke
opleiding onmisbaar is voor het op adequate wijze bekleden van functies
die gewoonlijk door universitair gevormden worden bekleed en voor zijn
mens-zijn in het algemeen, datgene wat we enigszins generaliserend
zouden kunnen noemen, de levensstijl der intellectuelen . . . "
Wat komt hier nu in de praktijk van terecht?
Naast veel, nog veel meer niet!
En dat is gelukkigerwijs geen kwestie van vandaag of morgen alleen.
Ter illustratie citeer ik uit de jaarverslagen van de rectores corporis
G. Seret (1907-1908) en H. A. Colijn (1919-1920).
Zo schrijft de eerste onder andere:
„De Senaat is belast met de leiding van het Corps, maar de Senaat is er
niet om het Corps aangenaam bezig te houden."
„Dat de toestand van ons Corps in vele opzichten te wenschen laat,
niemand onzer zal het ontkennen."
„Wat kan men doen om het gevoel van onvoldaanheid, dat ontegen-
129
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964
Studentenalmanak | 358 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964
Studentenalmanak | 358 Pagina's