GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1964 - pagina 256

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1964 - pagina 256

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

het bed en sliep twaalf uur achtereen.

Toen hij wakker werd, stond de radio nog aan. Zodra hij zich ervan

bewust werd, dat er oorlogsnieuws in zijn oor werd geschetterd, draaide

hij hem uit. Hij dacht aan zijn vlucht. Vroeger had hij veel gereisd. Altijd

was hij toen in beweging geweest, nooit bleef hij ergens lang. Dat had

hij gedaan omdat hij niet wilde weten waar hij sterven zou. Maar later

was hij er mee gestopt. De dood zou toch wel komen wanneer en waar

hij het niet wilde.

Ook deze dag moest hij doorbrengen. Hij dacht: de dag is een witte

nacht. Hij wandelde naar het dorp. Onderweg kwam hij Organ tegen.

Hij groette hem. Organ was pacifist. (Vroeger had hij een zoontje ver-

loren, bij tankoefeningen. Het was niemands schuld). Mostar zag dat

de kleine boekhandel vol mensen stond en dacht: zij allen betalen er

wanhopig voor om zichzelf te leren kennen, sommigen, zich te her-

kennen in de boeken. Ik heb dat niet nodig. Ik herken mijzelf in de ogen

van de mensen. Misschien houd ik daarom niet van hen. Mostar wandelde

geruime tijd in de bossen. Voor het eerst sinds jaren had hij weer in-

spiratie. Toen hij thuis was, wist hij alleen dat er inspiratie geweest was,

een gift, te groot voor het geheugen. Hij had er vaker mee te kampen

gehad. Vreselijk was het, als hij zoveel ideeën had, dat hij ze niet op-

schrijven of zelfs maar onthouden kon. Het verdween, zonder dat hij

er iets aan kon doen. Een moment om zelfmoord te plegen. Ook 's nachts

was het hem vroeger overkomen. Haastig had hij aantekeningen gemaakt,

in een opgewonden stemming. De volgende morgen had hij naar het

papier gekeken: er bevond zich onleesbaar schrift op. Zijn schrift, het

schrift van een ander? Hij zette de radio aan. Een orthodoxe stem zei:

„Waarom leef ik?", snel zette hij hem op een ander station. Hij had

zelfs de moed niet te lachen, 's Middags had hij tien minuten van koorts-

achtige inspiratie, hij voelde zich doodmoe. Ik ga een verhaal schrijven,

dacht hij. Maaar eerst ga ik er lang over nadenken, misschien komt dat

het verhaal ten goede. Hij schreef en dacht: zo veel mogelijk zeggen

met zo weinig mogelijk woorden. En ook dat alleen nog maar, omdat

het onmogelijk is alles zónder woorden te zeggen. Toen hij het ge-

schreven had, dacht hij: het is veel beter dan alles van vroeger, maar ver-

256

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Studentenalmanak | 358 Pagina's

Studentenalmanak 1964 - pagina 256

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Studentenalmanak | 358 Pagina's