Studentenalmanak 1968 - pagina 109

poëzie en proza

vers een

en d e h o o i b e r g

brandde af

en de s p e l d

was gesmolten

jan van der haut

gisteren h a d de stad klaar moeten zijn

v a n d a a g is hij al afgebroken door mensen die

de verleiding niet langer konden weerstaan

christien

het lijkt wel of ik niet door deze

geluidsbarrière heen kan komen

gouden regen maakt me trouwens onzeker

wat zal ik doen

de chinese m u u r overspringen en naar

oost-berlijn vluchten

mijn handen houden mijn lioofd omvat

terwijl mijn ogen doodsangst uitstralen

dan -

plotseling blijft een lach in de lucht trillen

eindeloos getril

van een lach die rechtstreeks uit de hemel

komt

ik h o u d mijn h a n d e n voor de oren

het helpt niet

mijn vliezen zijn doorbroken

de wereld is wit

ik vlucht weg

ik heb mezelf verraden

chisiien

de vrouw van hierboven

vermoordde

gisteren h a a r m a n

toen zij langzaam een steen

door de tv gooide

chriilien

105

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen