Studentenalmanak 1968 - pagina 60

Er was eens een oude koning en die was zijn geheugen kwijt - overal zocht

hij, m a a r nergens kon hij zijn geheugen vinden. Hij keek en hij keek, en hij

keek overal, m a a r hij vergat d a t hij al overal gekeken had. W a a r hij ook

keek, nergens vond hij zijn geheugen; j a , hij vergat zelfs zijn vrouw en zes

kinderen. D a a r o m liep zijn vrouw, nu hij niet meer wist of hij wel g e t r o m \ d

was, eindelijk bij hem weg, m a a r zijn kinderen bleven bij hem, o m d a t ze

nu eenmaal van Bruin moesten trekken.

T o e n het de koning eens te binnen schoot, d a t hij zijn geheugen zocht,

schreef hij dat op een stukje papier - en de zonen begrepen het, en besloten

op reis te gaan en de eerste ging noord — benoorden - noord - noord-west.

en de tweede ging zuid - bezuiden-zuid-zuid-west, en zo voort tot noord-

benoorden-noord-noord-oost.

E n na één j a a r keerden ze weerom,

en de eerste zei:

..Ik reisde noord-benoorden-noord-noord-west, m a a r hoe ik ook zocht - uw

geheugen vond ik er niet",

en de tweede zei:

,,Ik reisee zuid-bezuiden-zuid-zuid-west, m a a r hoe ik ook zocht - uw geheugen

vond ik er niet".

N i e m a n d had het geheugen van de koning gevonden.

Toen schreven zijn zes zonen ieder een groot boek, waarin ze alles schreven,

H-at ze wisten en te weten kwamen, en ze gaven d a t boek aan de konign te

eten. E n de lees - hongerige koning verslond het boek, en stroomde vol

gegevens en getallen, en wat hij las, zette zich vast - zo werd de koning weer

wijs, wetende evenveel als al zijn zonen samen.

En hij trouwde — (v.xer helemaal overnieuw) - en leefde zolang hij las

gelukkig.

En zij kwamen, n a d a t hij d a t gezegd had, tot hem, en vroegen hem:

,,Wat wil dit alles zeggen?"

En hij zeide tol h e n :

Die koning was lichaam en geest: Corps en V V S V U , en die zes zonen waien

zes leden in commissie, en het boek d a t zij schreven draagt zeven zegels,

en er staat op geschreven : A L M A N A K .

Dit boek is het einde - wie het lange tijd leest, leeft lang, en gelukkig, m a a r ik

zeg u, d a t alwie heeft en niet leest, niet gelukkig zal worden.

G a a t dan heen en leest: Wie ogen heeft, die leze.

N a W. G. van der Hulst, Andeisen en anderen te hebben opgeroepen,

kan niets ons verhinderen zelf te beginnen.

H e t gaat hier om een j a a r - een j a a r vol weken wee - een j a a r vol welles -

nietes.

„ Z o u de Almanak wel komen

n u 't alweer zo lelijk is?"

W a n t het was, ongelogen, boze geur en schrale schijn.

Wij konden alleen m a a r stuivertje wisselen - meer geld was er met,

De W e d u w e (wel erg zwaar dit maal) zette een p u n t achter de Almanak

en een streep onder de rekening. De drukker leefd' in droeve druk.

56

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen