Vrije Universiteitsblad 1940-41 - pagina 188

1616

'.mi': De treinen voerden de bezoekers en bezoeksters uit alle deelen des lands naar Den Haag, zoodat de grooie zaal van het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen tegen half elf geleidelijk aan vol stroomde. De organist, de heer M. W . van de Laan deed op het orgel christelijke melodiën hooren en zorgde voor begeleiding van den samenzang. Nadat de directeuren, curatoren, hoogleeraren, alsmede het moderamen van de Haagsche regelingscommissie op het podium hadden plaats genomen, opende Prof. Dr G. Ch. Aalders, aan wien door de directeuren der Vereeniging de leiding der vergadering was opgedragen, met een hamerslag de bijeenkomst. Hij verzocht de aanwezigen Psalm 6 8 vs. 10 aan te heffen, welke psalm staande gezongen werd. Vervolgens las Prof Aalders Openb. 3 : 7 tot en met 13, om daarna de droeve mededeeling te doen, dat een der leden van het Comité, de heer P, J . Lambooy, die gisteren nog den eersten V.U.-dag bezocht, hedennacht in den ouderdom van 7 5 jaar ontslapen was. Hierna ging Prof. Aalders in gebed voor. Openingsrede Prof. Dr G. Ch. AALDERS.

Zijn openingsrede kon Prof. Aalders aanvangen met dankbaar te memoreeren dat allen die in den Universitairen kring een leidende positie hebben in te nemen, door de goede hand Gods werden gespaard. Wel, zoo vervolgde spr., valt over onze vergadering een schaduw door de gedwongen afwezigheid van onzen president-directeur en van ettelijke warme vrienden onzer Universiteit, wier namen onder ons een uitnemenden klank hebben. Onze gedachten zijn bij hen en bij de hunnen, en wij wenschen hier uitdrukking te geven aan ons oprecht en hartelijk meeleven, dat ons dringt tot de stille bede dat God hun moge nabijzijn en in hen Zijn kracht moge openbaren, die hen kennelijk sterkt in het dragen van wat over hen is beschikt. Lettende op het eigen leven onzer Universiteit, mag ik, zegt Prof. Aalders, zeker niet zonder opgewektheid spreken. Het tekort van vorige jaren is door de zeer geslaagde actie die daartoe ingezet werd, geheel gedekt. De beduidende en gestadige toeneming van het aantal leden en begunstigers, alsmede van dat der dames busjeshoudsters, verheugt ons niet minder. Van 1310 in 1936 is het aantal leden reeds tot 2 1 4 0 geklommen. '). De hoop mag worden gekoesterd dat Directeuren het voorgestelde doel, het getal leden tot 3 0 0 0 op te voeren, zullen bereiken. Eenzelfde hoopvol accres vertoont het aantal begunstigers. Van 40899 in 1935 steeg het tot ruim 5 0 0 0 0 in dit jaar, terwijl het ^).

Zie aanvulling ledenlijst en sfatisfiek per 1 September 1941 oppog. 1650

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen