Vrije Universiteitsblad 1941-42 - pagina 18

1662 zwaren en ingespannen arbeid in het zweet des aans^chijns. Of, om het anders te zeggen: de school is er om de zonde, zij is een onmisbare factor geworden in onze menschelijke samenleving door den val. Het zou al zeer naief zijn, indien wij daarom reeds in Genesis gingen zoeken naar de eerste aanwijzingen van een min of meer geordend schoolwezen, waarvan Kaïn en Abel al zouden geprofiteerd hebben. Anderzijds bevat het O . T. overigens al gegevens, waaruit blijkt dat het ontstaan der school tot heel ouden datum moet worden teruggebracht. Ik herinner u hier, om iets te noemen, aan Mozes, die onderwezen was in alle wijsheid der Egyptenaren en op heilig terrein aan het opkomen der profeten-scholen onder Israël. Maar voor een historisch overzicht van het ontstaan en de ontwikkeling van het schoolwezen is het thans het oogenblik niet, het is voor ditmaal te doen om de school als zoodanig. En dan staat voor ieder, die zich buigt voor de Schrift, de school midden in het menschelijk leven als een indrukwekkende herinnering aan Gen. 2 : 1 9 , waar G o d den mensch beveelt, dat hij de gansche rijke wereld van schepselen zal maken tot veld van onderzoek, dat hij daartoe in de kennis van die wereld" met zijn vorschenden geest zal indringen en dat hij ten slotte,-, want daarom gaat het bovenal, die kennis zal verkondigen, haar zal uitspreken en belijden tot eer van Hem uit Wien en door Wien en tot Wien alle dingen zijn. Wetenschap beoefenen, kennis vermeerderen is ten diepste niet een zaak van menschelijk initiatief of menschelijke behoefte of menschelijken waarheidsdorst, maar van gehoorzaamheid aan Hem, die van Zijn mensch gekend wil worden in al de werken van Zijn handen. Hij heeft met die opdracht ongetwijfeld ook aan den mensch den drang in het hart gelegd om haar te vervullen en in zooverre mag de wetenschappelijke arbeid een privilege heeten waarin nog iets nagloort van den oorspronkelijken adel van het beeld G o d s waarnaar hij was geschapen, doch het gaat ten diepste niet om den mensch die kent, maar om God, die gekend wordt, niet om den roem van ons weten, maar om den lof van Hem, tot Wien ons weten in aanbidding opziet. Maar ook staat de school midden in het menschelijk leven als een pijnlijke, beschamende herinnering aan onzen val. Dat wij niet dan ten koste van groofe inspanning en harden arbeid in de geheimen van G o d s werken kunnen doordringen, dat na eeuwen lang vorschen en zwoegen de menschelijke wetenschap het nog niet verder heeft gebracht dan tot een kennen ten deele, dat wij het hier beneden nooit verder brengen zullen dan tot het zien door een spiegel in een duistere rede, dat de resultaten waartoe ons weten komt achteraf bij nadere toetsing dikwijls onjuist blijken te zijn, wrange vruchten van onbewust gemaakte fouten, dat er in

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen