GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1949 - pagina 34

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1949 - pagina 34

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het antwoord op het schrijven van Ds Felix van 13 Februari liet niet lang op zich wachten. Het gunt ons een blik in de ziel van dezen hoogstaanden man. Het luidt in zijn geheel als volgt: 'Uwe geëerde letteren van den 13den dezer hebben mij niet weinig verrast. Dankbaar ben ik voor de goede gedachten, die U wel omtrent mij koesteren wilt. Op de gestelde vragen geef ik U na ernstig beraad het volgende openhartige antwoord. Principieele bezwaren, die reeds a priori het aannemen eener eventueele benoeming mij zouden onmogelijk maken, heb ik niet. De Vrije Universiteit is veeleer door mij in veel opzichten met blijdschap begroet. I n haar oprichting eer ik eene daad des geloofs. Eene eventueele benoeming zou dus ook door mij in ernstige en biddende overweging worden genomen. In zekeren zin kon ik hiermee volstaan. Toch zou mijn geweten zich niet gansch vrij gevoelen, indien ik U niet in bijzonder vertrouwen meedeelde, waarom zulk eene benoeming toch vooralsnog hoogst waarschijnlijk door mij zou worden afgewezen. Ik heb mijne kerk lief. Liefst arbeid ik aan haar opbouw. De bloei harer Theol. School gaat mij na ter harte. Daar is aan die inrichting echter veel, dat dringend verbetering behoeft. De Christ. Geref. kerk is daarvan grootendeels overtuigd en zal op de a.s. Synode in Augustus op verbetering ernstig bedacht wezen. Eerlijk gesproken, heb ik nu een stil verlangen en hope (het recht tot beide is toch niet enkel aan mijne eerzucht ontleend?), dat die Synode mij eene

plaats aanbiede aan hare School. Veel bekorends heeft die plaats zeker niet, maar mij trekt ze aan in het belang der Kerk, die ik dien. Ik weet ook zeer goed, dat die hope, die ik koester, best beschaamd kan en naar sommige gegevens te oordeelen, ook beschaamd zal worden. Maar, zoolang onze kerk nog niet, door mij op de a.s. Synode niet te benoemen, openlijk verklaard heeft, dat zij van mij aan haar School niet gediend wil wezen, zoolang gevoel ik voor mijzelf geene vrijheid, de krachten, die ik hebben mocht, aan haar te onttrekken en aan eene andere inrichting voor Hooger Onderwijs mij te verbinden. Aan haar dus de eerste keuze; daarna ben ik vrij. Hiermede heb ik, naar Uw wensch en den drang van mijn hart, vertrouwelijk en broederlijk mijn antwoord U medegedeeld. Het laatste had ik uit Qen aard der zaak liefst voor mij zelven gehouden; maar dit kon ik niet, zonder den schijn van oneerlijkheid op mij te laden. Ontvang nogmaals mijn hartelijken dank voor Uwe gunstige gevoelens te mij v/aart'. Dezen brief ga ik niet opzettelijk ontleden. Slechts één uitlating licht ik er uit. Volgens Bavinck was de oprichting der Vrije Universiteit een daad des geloofs! Hij, toen een buitenstaander, heeft dit gezegd in 1882. Een daad des geloofs! Prenten wij het vast in ons geheugen en bewaren wij het in ons hart. D. N.

LEERSTOEL IN DE FRIESE TAAL- EN LETTERKUNDE Tot buitengewoon hoogleraar in de faculteit der Letteren en Wijsbegeerte is aan de Vrije Universiteit benoemd, om onderwijs te geven in de Friese taal en Letterkunde, Dr K. Fokkema te Oegstgeest. Dr Fokkema is 5 Maart 1898 te Leeuwarden geboren. Hij is na zijn opleiding aan de Christelijke Kweekschool aldaar, onderwijzer geworden, ging vervolgens over naar het M.O. en haalde in 1922 de acte M.O. Nederlands. I n 1927 deed hij staatsexamen en studeerde daarna letteren aan de Rijksuniversiteit te Utrecht om daar in 1937 te promoveren op een dissertatie over 'Het stadsfries; bijdrage tot de geschiedenis en de grammatica van het dialect van Leeuwarden'. Dr Fokkema is sinds leraar Nederlands aan de 1982

Christelijke H.B.S. te Leiden en werd in 1948 belast met het onderwijs in de Friese taal en letterkunde aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Van de hand van Dr Fokkema verschenen vele publicaties in Opwaartse Wegen, Nieuwe Taalgids, De Holder, I t Beaken enz. Bij Wolters te Groningen verscheen in 1948 zijn ^Beknopte Friese spraakkunst' en bij Van Gorcum en Co. te Assen 'De Liwadder an't wood'', zeven eeuwen taalgebruik in Leeuwarden'. I n het Frysk Jierboek verzorgt Dr Fokkema geregeld de eerste rubriek, welke den lezer inlicht over hetgeen er sedert het vorige jaarboek aan boeken en tijdschriftartikelen is verschenen. Het ligt in het voornemen, dat Dr Fokkema aan de V.U. drie uren per week coUege zal geven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1949

VU-Blad | 109 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1949 - pagina 34

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1949

VU-Blad | 109 Pagina's