GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1950 - pagina 104

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1950 - pagina 104

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe dat nu plaatselijk moet gaan? Dat zuUen we aan de wijsheid van de plaatselijke comité's, waarin de dames en heren nu al jaren samenwerken, met een gerust hart mogen overlaten. Uiteraard zal een regeling nodig zijn. Daarbij zal er ongetwijfeld op worden gelet, dat het gemakkelijker is een busje te plaatsen in een gezin dat reeds contribueert, dan andersom. Dit feit zal sterk meespreken bij het bepalen van de volgorde der bezoeken. Geen wedloop, geen concurrentie, doch samenwerking. Samen werken. Voor de voltooiing van de Vrije Universiteit. Veelbelovend begin Enkele plaatsen hebben de najaarsactie niet afgewacht, doch zijn deze zomer al met het werk begonnen. I n de cijfers, welke per 1 September de stand van aantal en bedrag der contributies en busjes weergeven (zie elders in dit nummer) zijn de resultaten van hun zomeractie al begrepen. Toch willen we, ook ter aanmoediging, enkele plaatsen noemen, met opgave van het reeds berichte resultaat. Aantal nieuwe Contributie- nieuwe contribuanten: bedrag: spaarsters: Beetgum 16 25.25 — Joure -.154 Niezijl 30 83.50 Winschoten 2 31.— 55 Langeslag -.15 ZwoUe 15 79.50 68 Dieren 20 191.50 — Nijmegen 8 203.— 4 Halfweg 123 247.50 — Delft 29 109.50 29 Yerseke 19 44.— — Dinteloord 5 22.50 15 We noemen dit een veelbelovend begin. Zulke plaatsen zijn met de najaarsactie in den zomer niet klaar gekomen. Het blijkt ook reeds uit het feit dat de cijfers in beide kolommen niet in verhouding zijn. Men gaat daar nog door en graast het hele terrein goed af. Een begin dus. En een goed begin. Deze cijfers laten zien, welke mogelijkheden er nog zijn. Ze mogen voor de werkers in de andere plaatsen ter aansporing zijn. God geeft de Vrije Universiteit in dezen tijd nog kansen. Zij kan haar invloed in ons volksleven nog laten gelden. Zij kan, dank zij de regeringsmaatregelen ten opzichte van het bijzonder hoger onderwijs, haar vleugels breder uitslaan. We mogen nu onze taak niet vergeten. Die is door de subsidie anders, niet lichter geworden. Grijp toch de kansen. En laten we dat in bidden en werken doen. Als God het bidden horen en het werken zegenen wil, zal onze Vrije Universiteit een tijd van ongekende groei tegemoet gaan. 2tö«

De Medische Faculteit aandeV.U. door Prof. Dr L. van der Horst (toespraak in de vergadering van Directeuren met Provinciale besturen op 11 Sept. 1950) Spreker wijst erop dat wij ons moeten bezinnen op de dubbele band, waarmede onze Universiteit is verbonden met de arbeid van de Christelijke activiteit. Onze Medische faculteit beoogt — gelijk die der andere Universiteiten •— de beoefening der wetenschap, maar is anderzijds die instantie, welke zich richt op de nood van den mens, op het lijden en de gebrokenheid van het leven en ze tracht door haar denken en doen deze. nood te lenigen. Alszodanig wil ook onze Medische faculteit mede arbeiden om pijn, ziekte en leed en hulpeloosheid te verminderen, doch hier overeenkomstig de Gereformeerde beginselen. Daarom doen we goed het bijzonder karakter van de Medische faculteit aan onze Universiteit te plaatden tegenover de wetenschap in het algemeen. Deze verschaft kennis en inzicht, ordent en schikt, is vrucht van opmerkzaamheid en practische ervaring. Het is heerlijk op dit terrein te mogen werken. Het is een souvereine arbeid die verricht wordt om zijn zelfs wil. Zo kan echter de Christen daaraan niet meewerken. Zijn wetenschap heeft een eigen uitgangspunt en doel. Aan onze Universiteit wil de geneeskunde het gebeuren in en om ons ordenen. Maar daarbij is de mens niet autonoom. Hier blijft ons leiden de Heilige Schrift, die ons leert van zonde en verbroken relatie, van ziekte en zorg. Als er geen zonde was en geen schuld, zou er aan een Universiteit geen sprake zijn van een Medische faculteit. Zo krijgt ziekte voor ons al dadelijk een zeer bijzondere betekenis als we daarin zien de strijd der destruerende krachten, die 's mensen leven in een snel tempo zouden te gronde richten en de remmende factoren waardoor de verbrokenheid gestuit wordt. Zo is ziekte in menig geval een herstelpoging, een vrucht van gemene gratie, waardoor een zekere vertraging optreedt in het anders galopperend proces. Onze Universiteit had tot op heden weliswaar geen Medische faculteit, maar het begin, dat bij de aanvang van deze eeuw werd gemaakt, is in stand gebleven. Thans is de tijd gekomen, dat we mogen hopen op een voUedige faculteit.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1950

VU-Blad | 131 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1950 - pagina 104

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1950

VU-Blad | 131 Pagina's