GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 36

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kuypers als geleerde was befaamd door zijn enorme kennis van de vakliteratuur. Practisch alle belangrijke boeken, die op zijn vakterrein verschenen, hield hij bij en hij gaf aan zijn studenten door wat hij had gelezen. Ik ben er van overtuigd, dat er niemand in Nederland was, die de pedagogische en psychologische literatuur uit Europa en Amerika van de laatste decennia zo beheerste als hij. Het heengaan van Kuypers betekent voor de Vrije Universiteit een verlies, en wij zullen aan de universiteit ook de mens Kuypers missen. Slechts weinigen hebben hem goed gekend. Hij was meestal gesloten, wat stil, en men leerde hem het beste kennen in kleine kring en in individueel contact. De scherpte van zijn geest kwam dan het best uit; en bovenal openbaarde hij dan een facet van zijn bestaan, dat dikwijls verborgen bleef; zijn fijne humor en zijn grote geestigheid. Kuypers was slechts betrekkelijk korte tijd in de kring der universiteit als docent opgenomen. Tussen zijn optreden als lector en zijn sterven liggen ternauwernood 10 jaren. Maar in die 10 jaren heeft hij met grote trouw meegewerkt aan de vorming van de generatie van studenten in de psychologie en pedagogiek, die in die jaren aan onze universiteit studeerden. Wij zullen hem node missen. Kuypers heeft geleefd en is gestorven als een christen. Reeds op 27 januari verklaarde hij tegen mij tijdens mijn bezoek, dat het „altijd in orde" was of hij beter zou worden of niet. „Ik heb al zo heel veel in mijn leven ontvangen en ik ben er zo dankbaar voor ; wat God mij verder geeft is altijd goed". God heeft hem tot Zich genomen en Antoon Kuypers laat een spoor na en dat spoor is een lichte streep. J. W .

2980

De nieuwe Hoger-onderWIJ swet In de pers heeft men kunnen lezen, dat de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen bij brief van 30 januari 1960 een nieuw ontwerp van wet tot regeling van het wetenschappelijk onderwijs bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft ingediend. Het hgt in de bedoeling, dat deze wet zal komen in de plaats van de tegenwoordige hoger-onderwijswet, die in haar oorspronkelijke vorm reeds dateert van 1876. Zoals bekend onderging deze wet o.m. in 1905 onder het Ministerie-Kuyper een voor de Vrije Universiteit belangrijke wijziging, doordat toen de mogelijkheid werd geopend dat graden, door de bijzondere instellingen onder nader daartoe gestelde voorwaarden verleend, zogenaamd effectus civilis verkregen of, in andere woorden uitgedrukt, door de Rijksoverheid werden erkend. Dit betekende een grote verlichting voor de studenten der Vrije Universiteit, die tot dit tijdstip de examens door hen aan de Vrije Universiteit afgelegd steeds moesten overdoen aan een der openbare universiteiten. Een andere belangrijke wijziging was die bij wet van 3 juni 1948 (Staatsblad I, nr. 231), waardoor de mogelijkheid werd geopend dat uit 's Rijks kas ,,aan aangewezen instellingen, stichtingen of verenigingen, die als zodanig ten minste gedurende een termijn van tien jaren een bijzondere universiteit hebben gehad" een tegemoetkoming in de kosten van die universiteit wordt verleend, terwijl nog onlangs bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel werd ingediend om het subsidiepercentage terugwerkend met ingang van 1 januari 1957 te verhogen tot 95. Over deze ontwikkeling mogen wij ons verheugen inzoverrc zij een ondubbelzinnige erkenning inhoudt van de positie die de bijzondere instellingen voor hoger onderwijs met veel strijd en inspanning in het huidige maatschappelijke bestel en in ons nationale leven hebben verkregen. In het wetsontwerp zoals het nu ter tafel is gaat deze erkenning nog verder. Daarin worden n.l. de Vrije Universiteit alsook de andere bijzondere instellingen in Nijmegen, Tilburg en Rotterdam uitdrukkelijk met name genoemd. Dit wetsontwerp is overigens niet onverwacht uit de lucht komen vallen. Het is mede het resultaat van het algemeen vernieuwingsstreven dat zich na de oorlog in het land deed gelden. Reeds in april 1946 werd door de toenmahge Minister ingesteld een uit ongeveer 80 leden bestaande Commissie Reorganisatie Hoger Onderwijs, en in mei 1949 een commissie bestaande uit de hoogleraren Van der Pot, Donner en Sassen, voor de concrete wetsf ormulering. Het eerste officiële wetsontwerp werd in juni 1952 onder verantwoordelijkheid van Minister Rutten bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingediend. Uit het verdere overleg met de Tweede Kamer alsook met de universiteiten en hogescholen en

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

VU-Blad | 252 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

VU-Blad | 252 Pagina's